Rhône
Nationale fietsroute nr.1
SchweizMobil klopte jaren geleden een mobiel netwerk uit de grond. Nu bieden zij op hun nationale netwerk fietsarrangementen aan en gingen daarbij in zee met SwissTrails. Zij boden ons een pittig arrangement aan op de nationale route nr. 1, de Rhône-Route. Het klopt als een Zwitsers uurwerk plegen we al eens te zeggen, wij gingen eens kijken hoe het klokje ginds tikt.
|
SchweizMobil
Actief Zwitserland beleven, daar staat SchweizMobil voor. De informatiebrochure en de website in maar liefst vier talen spreken boekdelen. SchweizMobil onderhoudt maar liefst vijf netwerken met een uniforme bewegwijzering voor gans Zwitserland: wandelen, fietsen, mountainbike, skating en kanoën. Voor fietsen is dat een rode wegwijzer met daarop een wit fietsje en wit cijfer op een blauwe vierkantige achtergrond die het nummer van de route weergeven. Mountainbike is dit idem maar met wit cijfer op een gele vierkantige achtergrond en voor skaten is dat witte cijfers op een blauwe vierkantige achtergrond. Voor wandelen is dit een gele wegwijzer met wit cijfer op groene vierkantige achtergrond.
Veloland Schweiz staat voor het fietsen en is onderverdeeld in nationale, regionale en lokale routes. SwissTrails heeft arrangementen uitgezet op het nationale netwerk dat negen routes telt: 1 = Rhone-Route, 2 = Rhein-Route, 3 = Nord-Sud-Route, 4 = Alpenpanorama-Route, 5 = Mittelland-Route, 6 = Graubunden-Route, 7 = Jura-Route, 8 = Aare-Route, 9 = Seen-Route. De arrangementen op deze routes zijn onderverdeeld van ontspannend tot intensief. Ons driedaags arrangement valt onder intensief en dit vooral vanwege de dagafstanden. Je kan je eigen fiets meenemen of eentje huren bij SwissTrails met keuze uit een hybridenfiets, een gloednieuwe Topp Class hybridenfiets met 1ste klas materialen en smallere banden, een racefiets, een MTB en een Flyer E-bike met extra accu goed voor een continuïteit van 80 tot 100 km.
Actief Zwitserland beleven, daar staat SchweizMobil voor. De informatiebrochure en de website in maar liefst vier talen spreken boekdelen. SchweizMobil onderhoudt maar liefst vijf netwerken met een uniforme bewegwijzering voor gans Zwitserland: wandelen, fietsen, mountainbike, skating en kanoën. Voor fietsen is dat een rode wegwijzer met daarop een wit fietsje en wit cijfer op een blauwe vierkantige achtergrond die het nummer van de route weergeven. Mountainbike is dit idem maar met wit cijfer op een gele vierkantige achtergrond en voor skaten is dat witte cijfers op een blauwe vierkantige achtergrond. Voor wandelen is dit een gele wegwijzer met wit cijfer op groene vierkantige achtergrond.
Veloland Schweiz staat voor het fietsen en is onderverdeeld in nationale, regionale en lokale routes. SwissTrails heeft arrangementen uitgezet op het nationale netwerk dat negen routes telt: 1 = Rhone-Route, 2 = Rhein-Route, 3 = Nord-Sud-Route, 4 = Alpenpanorama-Route, 5 = Mittelland-Route, 6 = Graubunden-Route, 7 = Jura-Route, 8 = Aare-Route, 9 = Seen-Route. De arrangementen op deze routes zijn onderverdeeld van ontspannend tot intensief. Ons driedaags arrangement valt onder intensief en dit vooral vanwege de dagafstanden. Je kan je eigen fiets meenemen of eentje huren bij SwissTrails met keuze uit een hybridenfiets, een gloednieuwe Topp Class hybridenfiets met 1ste klas materialen en smallere banden, een racefiets, een MTB en een Flyer E-bike met extra accu goed voor een continuïteit van 80 tot 100 km.
Brig
Brig ligt tussen twee imposante bergfenomenen geprangd: de Aletschgletsjer, de langste en ijsrijkste van Europa, en de Simplonpas (2009 m). De gletsjer is vanuit Brig aan het oog ontrokken daar hij tussen twee bergruggen ligt parallel aan de Rhonevallei. Aan de Simplonpas is onverwijld de naam Stockalper verbonden. De koopman Kaspar Jodoc van Stockalper was de ongekroonde koning van de handel met Italië. Hij bouwde hiervoor in 1630 de oude middeleeuwse route over de pas uit die Napoleon later inspireerde om hier de eerste moderne weg over een hoogalpenpas aan te leggen. Tegenwoordig gaat deze door het leven als een 35 km lange cultuurwandelweg. Uiteraard mocht een woning, de keizer van de handel waardig, niet ontbreken. Hij bouwde het meest beduidende barokkasteel van Zwitserland met drie vergulde torens en daartussen een door arcaden omringd binnenplein. De arcaden dienden vroeger als goederenopslagplaats.
Brig ligt tussen twee imposante bergfenomenen geprangd: de Aletschgletsjer, de langste en ijsrijkste van Europa, en de Simplonpas (2009 m). De gletsjer is vanuit Brig aan het oog ontrokken daar hij tussen twee bergruggen ligt parallel aan de Rhonevallei. Aan de Simplonpas is onverwijld de naam Stockalper verbonden. De koopman Kaspar Jodoc van Stockalper was de ongekroonde koning van de handel met Italië. Hij bouwde hiervoor in 1630 de oude middeleeuwse route over de pas uit die Napoleon later inspireerde om hier de eerste moderne weg over een hoogalpenpas aan te leggen. Tegenwoordig gaat deze door het leven als een 35 km lange cultuurwandelweg. Uiteraard mocht een woning, de keizer van de handel waardig, niet ontbreken. Hij bouwde het meest beduidende barokkasteel van Zwitserland met drie vergulde torens en daartussen een door arcaden omringd binnenplein. De arcaden dienden vroeger als goederenopslagplaats.
Dalwinden
Achter het station stroomt de Rhône en op de andere oever loopt het fietspad. De vallei is relatief smal, de bergflanken zijn steil. Begin april en de hogere bergen, hier rondom Brig reiken de bergen tot 4000 m met de Aletschhorn (4193 m) als hoogste, dragen nog een prachtige sneeuwvacht. We fietsen op de oever en al snel heb ik door dat om Zwitserland te beleven je links of rechts moet uitwijken. Het zien van houten stallen in Brigerbad is voor mij de eerste gelegenheid om dit te doen. Het industriële Visp laten we gelukkig ter zijde. De vallei verbreedt wat en in de vlakte liggen meerdere maneges. Op eentje kan je zelfs slapen in het hooi. De Rhône-vallei is blijkbaar geliefd door golfers, maar liefst drie golfterreinen kom ik op de eerste dag tegen. Tussen Susten en Sierre ligt het woud annex natuurpark van Pfyn. Voorlopig is de enige weg erdoorheen druk bereden en dit tot de nieuwe omleidingsweg klaar is. Dit betekent voorlopig snel en veel verkeer en op een weg zonder fietsstrook een hachelijke onderneming. De meegeleverde gids raad dan ook aan hier de trein naar Sierre te nemen, zeker met jongere kinderen. Maar er is ook de regionale Route 72, eveneens in de gids ingetekend, die een verbinding maakt tussen Susten, Sion en Martigny, drie plaatsen die ook op de Rhône-route liggen. Route 72 loopt in de zuidelijke valleiwand door de wijngaarden van Wallis en is hierdoor uiteraard reliëfgevoelig. Ik verkies doch om even af te zien en klim naar het dorpje Leuk. Achter het valleioverheersende kasteel ligt een mooi dorpsplein met verscheidene eethuisjes gevolgd door steile kasseistraatjes. Op een heuvel staan een tiental satellietschotels die naar de ruimte staren. Onder mij heb ik zicht op het woud van Phyn met het enige kronkelende stukje Rhône tussen Brig en het meer van Genève. Voor de rest is deze gekanaliseerd en afgedijkt. Na de krachtenvergende entree in het Walliser wijngebied wacht mij een prachtige route tussen de wijngaarden. Het is intussen middag en ik stop bij het Café Varensis van een wijnboer in het pittoreske Varen. Ik ga voor de Walliser Teller, een bord belegd met koude streekproducten zoals gedroogd vlees, gerookte hesp, droge saucisse, spekjes en Alpenkaas geaccompagneerd door rogge- en notenbrood en een glaasje plaatselijke rode wijn. Dôle of Pinot Noir zijn de hiervoor meest aangeplante wijndruiven. In Sierre springen we terug over naar de Rhône-route. 15 km fietspad over dijken wachten ons. Gelukkig zijn er de schitterende bergen met rechtsboven het skidorp Crans Montana. Midden in Sion rijzen twee enorme rotsblokken uit de bodem. Op de ene een burchtruïne, op de andere de kerk Notre-Dame-de-Valère. De wind wakkert plots aan. Ik was gewaarschuwd bij mijn vertrek voor de opkomende dalwinden in de namiddag. Deze komen door de vallei omhoog. Ik kijk naar boven, naar de nauwelijks bewegende wolkenpluizen omheen enkele besneeuwde toppen, terwijl het hier vechten tegen de muurkaai is. Maar het is wel genieten van de fruitplantages van Wallis, rechts in de noordelijke flank bloeit de abrikozenbloesem, in de vlakte in het midden de appelen, peren en enkele aardbeien en in de zuidelijke helling de wijngaarden. Nog even zwoegen en ik kan ontspannen in het thermenbad van Saillons-les-Bains, mijn etappeplaats. Maar eten doe ik in het oude op een rots gelegen middeleeuwse centrum van Saillon. Van de burcht staan nog drie ronde torens en in iedere windrichting van het stadje een poort. Aan het kleine marktpleintje ligt het “Musée de la fausse monnaie” dat de geschiedenis verhaalt van de plaatselijke valsmunter Joseph-Samuel Farinet. In het centrum liggen twee restaurantjes. Ik kies voor de oude post met een mooi terras onder platanen. De plaatselijke specialiteit zijn blijkbaar asperges uit Saillon, maar ik ga voor een kaasfondue met cantharellen. Langs het restaurant ligt de uitnodigende wijnkelder “Caveau de Saillon”, ik ga naar binnen voor een proefsessie van vier lokale wijnen: de witte wijnen Fendant en Johannisberg en de rode wijnen Humagne rouge en Diolinoir, niet echt bekende wijnsoorten voor mij. Op mijn terugkeer vergaap ik mij nog een tijdje aan de met schijnwerpers verlichte site voor het in het donker gehulde gebergte.
Achter het station stroomt de Rhône en op de andere oever loopt het fietspad. De vallei is relatief smal, de bergflanken zijn steil. Begin april en de hogere bergen, hier rondom Brig reiken de bergen tot 4000 m met de Aletschhorn (4193 m) als hoogste, dragen nog een prachtige sneeuwvacht. We fietsen op de oever en al snel heb ik door dat om Zwitserland te beleven je links of rechts moet uitwijken. Het zien van houten stallen in Brigerbad is voor mij de eerste gelegenheid om dit te doen. Het industriële Visp laten we gelukkig ter zijde. De vallei verbreedt wat en in de vlakte liggen meerdere maneges. Op eentje kan je zelfs slapen in het hooi. De Rhône-vallei is blijkbaar geliefd door golfers, maar liefst drie golfterreinen kom ik op de eerste dag tegen. Tussen Susten en Sierre ligt het woud annex natuurpark van Pfyn. Voorlopig is de enige weg erdoorheen druk bereden en dit tot de nieuwe omleidingsweg klaar is. Dit betekent voorlopig snel en veel verkeer en op een weg zonder fietsstrook een hachelijke onderneming. De meegeleverde gids raad dan ook aan hier de trein naar Sierre te nemen, zeker met jongere kinderen. Maar er is ook de regionale Route 72, eveneens in de gids ingetekend, die een verbinding maakt tussen Susten, Sion en Martigny, drie plaatsen die ook op de Rhône-route liggen. Route 72 loopt in de zuidelijke valleiwand door de wijngaarden van Wallis en is hierdoor uiteraard reliëfgevoelig. Ik verkies doch om even af te zien en klim naar het dorpje Leuk. Achter het valleioverheersende kasteel ligt een mooi dorpsplein met verscheidene eethuisjes gevolgd door steile kasseistraatjes. Op een heuvel staan een tiental satellietschotels die naar de ruimte staren. Onder mij heb ik zicht op het woud van Phyn met het enige kronkelende stukje Rhône tussen Brig en het meer van Genève. Voor de rest is deze gekanaliseerd en afgedijkt. Na de krachtenvergende entree in het Walliser wijngebied wacht mij een prachtige route tussen de wijngaarden. Het is intussen middag en ik stop bij het Café Varensis van een wijnboer in het pittoreske Varen. Ik ga voor de Walliser Teller, een bord belegd met koude streekproducten zoals gedroogd vlees, gerookte hesp, droge saucisse, spekjes en Alpenkaas geaccompagneerd door rogge- en notenbrood en een glaasje plaatselijke rode wijn. Dôle of Pinot Noir zijn de hiervoor meest aangeplante wijndruiven. In Sierre springen we terug over naar de Rhône-route. 15 km fietspad over dijken wachten ons. Gelukkig zijn er de schitterende bergen met rechtsboven het skidorp Crans Montana. Midden in Sion rijzen twee enorme rotsblokken uit de bodem. Op de ene een burchtruïne, op de andere de kerk Notre-Dame-de-Valère. De wind wakkert plots aan. Ik was gewaarschuwd bij mijn vertrek voor de opkomende dalwinden in de namiddag. Deze komen door de vallei omhoog. Ik kijk naar boven, naar de nauwelijks bewegende wolkenpluizen omheen enkele besneeuwde toppen, terwijl het hier vechten tegen de muurkaai is. Maar het is wel genieten van de fruitplantages van Wallis, rechts in de noordelijke flank bloeit de abrikozenbloesem, in de vlakte in het midden de appelen, peren en enkele aardbeien en in de zuidelijke helling de wijngaarden. Nog even zwoegen en ik kan ontspannen in het thermenbad van Saillons-les-Bains, mijn etappeplaats. Maar eten doe ik in het oude op een rots gelegen middeleeuwse centrum van Saillon. Van de burcht staan nog drie ronde torens en in iedere windrichting van het stadje een poort. Aan het kleine marktpleintje ligt het “Musée de la fausse monnaie” dat de geschiedenis verhaalt van de plaatselijke valsmunter Joseph-Samuel Farinet. In het centrum liggen twee restaurantjes. Ik kies voor de oude post met een mooi terras onder platanen. De plaatselijke specialiteit zijn blijkbaar asperges uit Saillon, maar ik ga voor een kaasfondue met cantharellen. Langs het restaurant ligt de uitnodigende wijnkelder “Caveau de Saillon”, ik ga naar binnen voor een proefsessie van vier lokale wijnen: de witte wijnen Fendant en Johannisberg en de rode wijnen Humagne rouge en Diolinoir, niet echt bekende wijnsoorten voor mij. Op mijn terugkeer vergaap ik mij nog een tijdje aan de met schijnwerpers verlichte site voor het in het donker gehulde gebergte.
Rivierdijk
Gisteren had ik ze niet gezien, maar vandaag schittert ze in volle zon. De 136 m lange hangbrug, passerelle à Farinet, over de kloof van Saillon op de plaats waar onze valsmunter de dood vond. Om niet de ganse dag op de dijk langs de Rhône te moeten fietsen, volg ik de Route 72 die ik gisteren al gebruikte. Een echte aanrader door de wijngaarden aan de voet van de bergen, voorbij aan een waterval en door de oude kern van het tegen de bergwand aangeplakte wijndorpje Fully. De ruïne van Martigny valt al van ver op, intussen lopen de Rhône-route en de Route 72 terug samen. Deze laatste eindigt in Martigny maar wij blijven in de buurt van de Rhône. De rivier maakt hier een knieslag naar het noorden. Recht vooruit ligt het Mont-Blanc-massief, dat de volgende dagen op onze tocht bij zeer helder weer ook vanaf het meer van Genève te zien is. Uit een berg valt de Pissevache in een waterval naar beneden, een ludieke naam door plaatselijke bevolking bedacht omdat de beek lijkt op een … Maar wanneer de waternevel de zonnestralen breekt, verschijnt er een regenboog die zelfs Goethe inspireerde. Het fietspad loopt een tijdje tussen de autoweg en de Rhône. In St-Maurice breekt de Rhône door de rotsen. Op de smalste plaats bewaakt het kasteel de enge doorgang. Hier krijg je ook toegang tot de Feeëngrot (Grot aux Fées), een druipsteengrot met een onderaards meer dat je met een bootje bevaart. We zoeken terug de rivier op, er volgt 20 km dijkfietsen. Woonwijken, landbouwgebied en industrie wisselen elkaar voortdurend af. Vroeger was dit een turfgebied. Na het steken van de turf vulde men de gaten op met afval. Het vochtige gebied is nu beschermd, maar ook nu nog verwerkt men hier afval. Mijn oog valt op meerdere verbrandingsovens waarvan er eentje midden in een berg ligt. Een afsteker naar het dorpje Aigle, temidden van het wijngebied “Chablais” is ééntje die loont. Ik heb intussen ondervonden dat de hoofdstraat in de oude middeleeuwse kernen vaak de naam draagt Rue de Bourg (Burchtstraat). De huizen hebben langs de achterkant overdekte overlopen naar gebouwen aan de andere kant van de onderdoor lopende steegjes, een niet alledaags zicht. Over het riviertje bevinden zich in de Rue de la Fontaine nog vele authentieke huizen, een wasbekken en een bron. Maar de grootste troef is het voormalige in prachtige staat verkerende kasteel van de Berner landvoogden aan de rand van het dorp. Op een pleintje aan de voet van het slot liggen enkele wijnlokalen en de weg eromheen ligt geprangd tussen metershoge muren die de wijngaarden afscheiden. Het dorp geeft toegang tot de wintersportoorden Champéry, Leysin en Les Diablerets. Aan de brede delta van de Rhône in het meer van Genève gaat het door het natuurgebied de Grangelles naar Villeneuve. De route loopt door de hoofdstraat waar aan ieder huis een grote vierkantige vlag met embleem de straat overspant. De restaurantjes in de straat hebben terrassen in de straat staan. Ik kies er eentje aan de zonnekant uit en kijk naar boven, waar paraglijders van de berg zweven profiterend van de thermiek boven het meer.
Gisteren had ik ze niet gezien, maar vandaag schittert ze in volle zon. De 136 m lange hangbrug, passerelle à Farinet, over de kloof van Saillon op de plaats waar onze valsmunter de dood vond. Om niet de ganse dag op de dijk langs de Rhône te moeten fietsen, volg ik de Route 72 die ik gisteren al gebruikte. Een echte aanrader door de wijngaarden aan de voet van de bergen, voorbij aan een waterval en door de oude kern van het tegen de bergwand aangeplakte wijndorpje Fully. De ruïne van Martigny valt al van ver op, intussen lopen de Rhône-route en de Route 72 terug samen. Deze laatste eindigt in Martigny maar wij blijven in de buurt van de Rhône. De rivier maakt hier een knieslag naar het noorden. Recht vooruit ligt het Mont-Blanc-massief, dat de volgende dagen op onze tocht bij zeer helder weer ook vanaf het meer van Genève te zien is. Uit een berg valt de Pissevache in een waterval naar beneden, een ludieke naam door plaatselijke bevolking bedacht omdat de beek lijkt op een … Maar wanneer de waternevel de zonnestralen breekt, verschijnt er een regenboog die zelfs Goethe inspireerde. Het fietspad loopt een tijdje tussen de autoweg en de Rhône. In St-Maurice breekt de Rhône door de rotsen. Op de smalste plaats bewaakt het kasteel de enge doorgang. Hier krijg je ook toegang tot de Feeëngrot (Grot aux Fées), een druipsteengrot met een onderaards meer dat je met een bootje bevaart. We zoeken terug de rivier op, er volgt 20 km dijkfietsen. Woonwijken, landbouwgebied en industrie wisselen elkaar voortdurend af. Vroeger was dit een turfgebied. Na het steken van de turf vulde men de gaten op met afval. Het vochtige gebied is nu beschermd, maar ook nu nog verwerkt men hier afval. Mijn oog valt op meerdere verbrandingsovens waarvan er eentje midden in een berg ligt. Een afsteker naar het dorpje Aigle, temidden van het wijngebied “Chablais” is ééntje die loont. Ik heb intussen ondervonden dat de hoofdstraat in de oude middeleeuwse kernen vaak de naam draagt Rue de Bourg (Burchtstraat). De huizen hebben langs de achterkant overdekte overlopen naar gebouwen aan de andere kant van de onderdoor lopende steegjes, een niet alledaags zicht. Over het riviertje bevinden zich in de Rue de la Fontaine nog vele authentieke huizen, een wasbekken en een bron. Maar de grootste troef is het voormalige in prachtige staat verkerende kasteel van de Berner landvoogden aan de rand van het dorp. Op een pleintje aan de voet van het slot liggen enkele wijnlokalen en de weg eromheen ligt geprangd tussen metershoge muren die de wijngaarden afscheiden. Het dorp geeft toegang tot de wintersportoorden Champéry, Leysin en Les Diablerets. Aan de brede delta van de Rhône in het meer van Genève gaat het door het natuurgebied de Grangelles naar Villeneuve. De route loopt door de hoofdstraat waar aan ieder huis een grote vierkantige vlag met embleem de straat overspant. De restaurantjes in de straat hebben terrassen in de straat staan. Ik kies er eentje aan de zonnekant uit en kijk naar boven, waar paraglijders van de berg zweven profiterend van de thermiek boven het meer.
UNESCO-wijnterrassen
Over enkele kilometers fietsstrook langs de kustweg bereiken we het mondaine Montreux met zijn luxueuze hotels en villa’s. Aan deze weg ligt één der prachtigste burchten van Zwitserland, het slot Chillon. Aan de kustpromenade waar skaters en autopets zijn toegelaten en waar fietsen eigenlijk niet mag, maar dit toch gebeurt, gedijen dankzij een microklimaat palmen en andere mediterrane gewassen. Langs de kustpromenade staan verscheidene bronzen sculpturen van mediaberoemdheden als Freddy Mercury en Charles Chaplin. Een metalen vork in het meer trekt mijn aandacht. We moeten uiteindelijk terug naar de fietsstrook aan de kustweg. In de volgende kuststad Vevey zoek ik opnieuw de kustpromenade op waar fietsen wel is toegestaan, net als in alle volgende steden. De Rhône-route volgt tot Lausanne voor een groot deel deze drukke weg. Een moment gaat de kustweg met aan weerszijde een fietsstrook gedurende enkele kilometers over in een vierbaansweg zonder fietsstroken. Vast en zeker met de gedachte dat hier plaats genoeg is, maar met het snelle verkeer eigenlijk onverantwoord en regelrecht gevaarlijk. Met kinderen is het zeker aan te raden de trein te nemen naar Lausanne of nog beter het treintje te nemen naar Chexbres in de wijnbergen want de wijngebieden op de met muurtjes ondersteunde smalle terrassen zijn enig mooi en behoren dan ook tot het werelderfgoed van UNESCO. Als je niet om een stevige klim geeft kan dit uiteraard per fiets. Blijf je toch op de kustweg rijdt dan als afleiding de straat naar het centrum van het wijnstadje St-Saphorin omhoog. Boven duik je dan links een smalle steeg terug naar beneden, met op het einde een oude stadspoort. De wijngebieden Chardonne, St- Saphorin, Dezalay, Calamin, Epesses, Vilette en Lutey volgen elkaar op. Ook langs de originele route over de kustweg maak ik na het plaatsje Cully, waar ik ook weer uitwijk naar de kustpromenade, een prachtige passage door het met terrassen beklede wijngebied Vilette. In Lutry is de keuze moeilijker, door de prachtige smalle met mooie oude huizen gesmukte hoofdstraat of opnieuw de kustpromenade. Ouchy is zowat de beneden- en Olympische wijk van Lausanne. In een park met enkele Japanse kerselaars staat een Chinese pagode. Even verder staan achter een muur met fonteinen met erboven een park met sportsculpturen en een klassiek gebouw. Op de muur staat het opschrift: Lausanne Olympische stad. Het Olympische museum brengt de olympische gedachte over naar het publiek: interactief, belevend en verhalend.
Over enkele kilometers fietsstrook langs de kustweg bereiken we het mondaine Montreux met zijn luxueuze hotels en villa’s. Aan deze weg ligt één der prachtigste burchten van Zwitserland, het slot Chillon. Aan de kustpromenade waar skaters en autopets zijn toegelaten en waar fietsen eigenlijk niet mag, maar dit toch gebeurt, gedijen dankzij een microklimaat palmen en andere mediterrane gewassen. Langs de kustpromenade staan verscheidene bronzen sculpturen van mediaberoemdheden als Freddy Mercury en Charles Chaplin. Een metalen vork in het meer trekt mijn aandacht. We moeten uiteindelijk terug naar de fietsstrook aan de kustweg. In de volgende kuststad Vevey zoek ik opnieuw de kustpromenade op waar fietsen wel is toegestaan, net als in alle volgende steden. De Rhône-route volgt tot Lausanne voor een groot deel deze drukke weg. Een moment gaat de kustweg met aan weerszijde een fietsstrook gedurende enkele kilometers over in een vierbaansweg zonder fietsstroken. Vast en zeker met de gedachte dat hier plaats genoeg is, maar met het snelle verkeer eigenlijk onverantwoord en regelrecht gevaarlijk. Met kinderen is het zeker aan te raden de trein te nemen naar Lausanne of nog beter het treintje te nemen naar Chexbres in de wijnbergen want de wijngebieden op de met muurtjes ondersteunde smalle terrassen zijn enig mooi en behoren dan ook tot het werelderfgoed van UNESCO. Als je niet om een stevige klim geeft kan dit uiteraard per fiets. Blijf je toch op de kustweg rijdt dan als afleiding de straat naar het centrum van het wijnstadje St-Saphorin omhoog. Boven duik je dan links een smalle steeg terug naar beneden, met op het einde een oude stadspoort. De wijngebieden Chardonne, St- Saphorin, Dezalay, Calamin, Epesses, Vilette en Lutey volgen elkaar op. Ook langs de originele route over de kustweg maak ik na het plaatsje Cully, waar ik ook weer uitwijk naar de kustpromenade, een prachtige passage door het met terrassen beklede wijngebied Vilette. In Lutry is de keuze moeilijker, door de prachtige smalle met mooie oude huizen gesmukte hoofdstraat of opnieuw de kustpromenade. Ouchy is zowat de beneden- en Olympische wijk van Lausanne. In een park met enkele Japanse kerselaars staat een Chinese pagode. Even verder staan achter een muur met fonteinen met erboven een park met sportsculpturen en een klassiek gebouw. Op de muur staat het opschrift: Lausanne Olympische stad. Het Olympische museum brengt de olympische gedachte over naar het publiek: interactief, belevend en verhalend.

Lausanne
Lausanne is de hoofdstad van het kanton Waadt/Vaud, dat op het kanton Genève na het hele noordelijk deel van het meer van Genève omsluit. Een stad met niveauverschil en heel veel geschiedenis. Van Romeinse nederzetting aan het meer tot middeleeuws bolwerk op de heuvel. Ertussen moderne bouwstijlen, van 19de eeuws over Art Deco naar jongere wijken. Het centrum is een mix van stijlen. Een supermoderne volautomatische onbemande metro annex tandradbaan verbindt Ouchy aan het meer en de bovenstad met halteplaats onder de oude boogbrug, beiden verbonden door glazen liften. Een klein stapje hoger de 13de E gotische kathedraal geroemd om zijn marmeren portaal en zijn grote glazen rozet. Al 600 jaar lang roept iedere nacht de wachtmeester vanaf de toren ieder uur tussen 22 en 2 uur: “Het is de wachtmeester, de klok sloeg 10 … 11 …uur”. Aan de andere kant van de brug immense 19de eeuwse herenhuizen waaronder het negen verdiepen tellende huis Mercier. Vanaf de kathedraal loopt een deels bewaarde middeleeuwse trap naar de vroegere markt. Onder de brug ligt een nieuw winkelcentrum opgebouwd uit kleurrijke moderne blokken en glazen kubussen met gestreepte daken beplant met verschillende grassoorten. Op de ultramoderne winkelboulevard is plaats gemaakt voor moderne kunst in de vorm van gevulde winkelkarretjes in glazen terrariums. Lausanne is de gastronomische stad bij uitstek in Zwitserland. Maar liefst 11 restaurants zijn goed voor 17 Michelin-sterren. Voor typische Zwitserse gerechten als raclette, kaasfondue, kaasbeignets, … moet je nog hoger omhoog, op een groene heuvel boven de stad, naar het Zwitsers Chalet.
Lausanne is de hoofdstad van het kanton Waadt/Vaud, dat op het kanton Genève na het hele noordelijk deel van het meer van Genève omsluit. Een stad met niveauverschil en heel veel geschiedenis. Van Romeinse nederzetting aan het meer tot middeleeuws bolwerk op de heuvel. Ertussen moderne bouwstijlen, van 19de eeuws over Art Deco naar jongere wijken. Het centrum is een mix van stijlen. Een supermoderne volautomatische onbemande metro annex tandradbaan verbindt Ouchy aan het meer en de bovenstad met halteplaats onder de oude boogbrug, beiden verbonden door glazen liften. Een klein stapje hoger de 13de E gotische kathedraal geroemd om zijn marmeren portaal en zijn grote glazen rozet. Al 600 jaar lang roept iedere nacht de wachtmeester vanaf de toren ieder uur tussen 22 en 2 uur: “Het is de wachtmeester, de klok sloeg 10 … 11 …uur”. Aan de andere kant van de brug immense 19de eeuwse herenhuizen waaronder het negen verdiepen tellende huis Mercier. Vanaf de kathedraal loopt een deels bewaarde middeleeuwse trap naar de vroegere markt. Onder de brug ligt een nieuw winkelcentrum opgebouwd uit kleurrijke moderne blokken en glazen kubussen met gestreepte daken beplant met verschillende grassoorten. Op de ultramoderne winkelboulevard is plaats gemaakt voor moderne kunst in de vorm van gevulde winkelkarretjes in glazen terrariums. Lausanne is de gastronomische stad bij uitstek in Zwitserland. Maar liefst 11 restaurants zijn goed voor 17 Michelin-sterren. Voor typische Zwitserse gerechten als raclette, kaasfondue, kaasbeignets, … moet je nog hoger omhoog, op een groene heuvel boven de stad, naar het Zwitsers Chalet.
Aanpassingen gewenst
Het is zaterdagmorgen, de zon schijnt maar het meer is opnieuw bedekt met een laag mist. De olympische gedachte leeft blijkbaar bij vele inwoners van Lausanne. Ik kom talloze joggers, fietsers en wandelaars tegen. Op het meer ontdek ik verscheidene wedstrijdroeiboten die op commando van hun stuurman met gelijkmatige roeislag een aanzienlijke snelheid ontwikkelen. Langs het meer liggen talloze sportvelden waaronder voetbalvelden in verschillende formaten, voor de allerjongste tot de volwassen. Een grasveld verder ontdek ik de funderingen van een Romeinse nederzetting. De jogger die ik daarnet passeerde loopt mij opnieuw voorbij wanneer ik enkele foto’s maak. De eigenlijke route gaat terug naar de kustweg, maar ik verzuim dit na de ervaringen van gisteren en neem de eerste de beste mogelijkheid om de kustpromenade te vervoegen die in St-Sulpice weer op de Rhône-route aansluit. Fietsen is hier trouwens toegestaan. Even verlaat de route de kuststrook, maar ook hier kan je indien gewenst zo dicht mogelijk bij de kust blijven door gebruik te maken van een grindpad. Het beste blijf je vanuit Lausanne zo kort mogelijk bij de kust en dit tot het kasteel van Morges, ook al kom je een verbodsbord tegen voor alle verkeer. De lokalen houden zich er ook niet aan. Geen angst dat je de originele route niet terug vindt, als je kannonnen op het grasveld aantreft voor een kasteel dan ben je in Morges. De éénrichtingsstraat voor het kasteel leidt naar het einde van de hoofdstraat en je zit weer goed. De Rhône-route verwijdert zich nu van het meer. Enkele zeldzame keren keer je nog terug naar de kust, maar voor de rest zoekt de route hoger gelegen gebied op. Enkele van die zeldzame momenten langs het water zijn het middeleeuwse op een landtong liggende St-Prex, met smalle staatjes, fontein en toegangspoort met klokkentoren, … en Rolle met mooie pastelkleurige huizen en kasteel aan het water. Tussen deze twee plaatsjes passeer ik door het kleurrijke wijndorpje Perroy met zijn kasteel. Een twee verdiepen hoge wijnfles moet ervoor zorgen dat je de wijnboer niet ongezien voorbij fietst. De Rhône-route verlaat nu definitief de kust want de enige mogelijkheid daar is de kustweg. Lange tijd fiets ik tussen spoorweg en autoweg over betonnen wegjes. De kleurrijke woonwijken van enkele gemeenten vallen des te meer in het oog in dit toch wel eentonig agrarische gebied. In Nyon, een grotere stad aan het meer, laat ik mij dan toch vangen aan de bewegwijzering van de Rhône-route. Door deze te volgen fiets ik voorbij het station een asfaltpadje in … en weg Nyon. Het oude stadsdeel, het kasteel, het mooie Esplanadepark met pilaren van een tempel en de prachtige jachthaven; allemaal aan mijn neus voorbij.
Het parcours wat volgt mag er wel wezen: kleine landelijke wegen, af et en toe een bosje en het idyllische dorpje Céligny met kasteel en leuke herberg om in te keren. We merken aan de glorieuze villawijken, de Europese scholen en gebouwen dat we Genève naderen. Ook hier opnieuw de ontnuchtering wanneer we de kustweg bereiken die, inclusief fietspad, samensmelt met het einde van een autoweg. Kilometers fiets ik op een verhoogde rijstrook langs de immens drukke vierbaansweg. Missen is uit den boze, rechtdoor rechtaan naar het station van Genève.
Het is zaterdagmorgen, de zon schijnt maar het meer is opnieuw bedekt met een laag mist. De olympische gedachte leeft blijkbaar bij vele inwoners van Lausanne. Ik kom talloze joggers, fietsers en wandelaars tegen. Op het meer ontdek ik verscheidene wedstrijdroeiboten die op commando van hun stuurman met gelijkmatige roeislag een aanzienlijke snelheid ontwikkelen. Langs het meer liggen talloze sportvelden waaronder voetbalvelden in verschillende formaten, voor de allerjongste tot de volwassen. Een grasveld verder ontdek ik de funderingen van een Romeinse nederzetting. De jogger die ik daarnet passeerde loopt mij opnieuw voorbij wanneer ik enkele foto’s maak. De eigenlijke route gaat terug naar de kustweg, maar ik verzuim dit na de ervaringen van gisteren en neem de eerste de beste mogelijkheid om de kustpromenade te vervoegen die in St-Sulpice weer op de Rhône-route aansluit. Fietsen is hier trouwens toegestaan. Even verlaat de route de kuststrook, maar ook hier kan je indien gewenst zo dicht mogelijk bij de kust blijven door gebruik te maken van een grindpad. Het beste blijf je vanuit Lausanne zo kort mogelijk bij de kust en dit tot het kasteel van Morges, ook al kom je een verbodsbord tegen voor alle verkeer. De lokalen houden zich er ook niet aan. Geen angst dat je de originele route niet terug vindt, als je kannonnen op het grasveld aantreft voor een kasteel dan ben je in Morges. De éénrichtingsstraat voor het kasteel leidt naar het einde van de hoofdstraat en je zit weer goed. De Rhône-route verwijdert zich nu van het meer. Enkele zeldzame keren keer je nog terug naar de kust, maar voor de rest zoekt de route hoger gelegen gebied op. Enkele van die zeldzame momenten langs het water zijn het middeleeuwse op een landtong liggende St-Prex, met smalle staatjes, fontein en toegangspoort met klokkentoren, … en Rolle met mooie pastelkleurige huizen en kasteel aan het water. Tussen deze twee plaatsjes passeer ik door het kleurrijke wijndorpje Perroy met zijn kasteel. Een twee verdiepen hoge wijnfles moet ervoor zorgen dat je de wijnboer niet ongezien voorbij fietst. De Rhône-route verlaat nu definitief de kust want de enige mogelijkheid daar is de kustweg. Lange tijd fiets ik tussen spoorweg en autoweg over betonnen wegjes. De kleurrijke woonwijken van enkele gemeenten vallen des te meer in het oog in dit toch wel eentonig agrarische gebied. In Nyon, een grotere stad aan het meer, laat ik mij dan toch vangen aan de bewegwijzering van de Rhône-route. Door deze te volgen fiets ik voorbij het station een asfaltpadje in … en weg Nyon. Het oude stadsdeel, het kasteel, het mooie Esplanadepark met pilaren van een tempel en de prachtige jachthaven; allemaal aan mijn neus voorbij.
Het parcours wat volgt mag er wel wezen: kleine landelijke wegen, af et en toe een bosje en het idyllische dorpje Céligny met kasteel en leuke herberg om in te keren. We merken aan de glorieuze villawijken, de Europese scholen en gebouwen dat we Genève naderen. Ook hier opnieuw de ontnuchtering wanneer we de kustweg bereiken die, inclusief fietspad, samensmelt met het einde van een autoweg. Kilometers fiets ik op een verhoogde rijstrook langs de immens drukke vierbaansweg. Missen is uit den boze, rechtdoor rechtaan naar het station van Genève.
Genève per fiets
Net zoals Lausanne bezit Genève vele fietsvoorzieningen. In het straatbeeld tref ik overal fietswegwijzers aan naar allerhande bestemmingen in de stad. Fietsen in de meeste parken is toegestaan. In de voetgangerszones mogen fietsers gebruik maken van de tram en busbanen. Overal in de stad wijzen fietswegwijzers de weg. We volgen vooreerst vanaf het station de lokale fietsroute nr. 104 doorheen het Parc des Bastions met aan de linkerzijde de muur van de calvinistische reformators. Aan de ingang van het park doen tientallen mensen aan schaken en dammen in openlucht met reuzenpionnen en -stenen. De parken liggen er kraaknetjes bij. De politie controleert continue de zuiverheid van de 34 parken. Aan het einde van het Parc des Bastions volg ik de fietswegwijzer richting Vieille-Ville en kom zo na een klimmetje op de charmante Place de Bourg-de-Four, het oudste plein van Genève. Aan de relingen hangen talloze fietsen geketend, terwijl de eigenaars een terrasje bezoeken. Enkele straten verder ligt de kathedraal St-Pierre, gewijd aan de apostel Petrus en de voormalige zit van de bisschop van Genève. Het gaat terug naar beneden voorbij aan het stadhuis naar het winkelhart van de stad, de Rue du Marché. Een lange commerciële straat waar enkel trams rijden … en fietsers. Op het einde neem ik de weg naar Frontenex waar halfweg de toegang ligt naar het Parc La Grange. Een dreef leidt naar het kasteel met op het einde in een rond gazon een 100-jarige ceder. Beneden aan de kustboulevard ligt een symmetrische rozentuin. Langs de kustpromenade met jachthaven gaat het naar de Pont-du Mont-Blanc, de drukst bereden brug van Zwitserland. Deze overbrugt de plek waar het meer van Genève terug overvloeit in de Rhône-bedding. De smalste punt van het meer met aan weerszijden robuuste vijf etages tellende gebouwen uit de 19de E met grote lichtreclames op de daken: Rolex, Cartier, … Langs de jachthaven spuit een reuzenfontein, Le Jet d’eau, met een snelheid van 200 km per uur een waterstraal 140 m de hoogte in. In het Engels park aan de brug bevindt zich het Horloge fleurie, een in bloemen getooide klok in het gazon die symbool staat voor de uurwerkindustrie. Een leuke plek, op korte afstand van de Pont-du Mont-Blanc, om even lekker te vertoeven is de Place du Molard met enkele uitstekende visrestaurants, een Napolitaanse Italiaan, de huisbrouwerij Brasserie du Molard en een wijnlokaal.
Aan de overzijde van de Pont-du Mont-Blanc ligt een nog bredere oeverpromenade met een geïntegreerde fietsstrook. De knusse cafébar La Terrasse met stromatten dak, opgesteld op de rand van de kade achter een meter hoge muur die tegelijk dienst doet als toog, tafel en bank, is uitnodigend. Genève is allang Zwitserland ontgroeid, dat bewijzen de vele Afrikaanse en exotische restaurantjes in het kwartier tussen het meer en het station.
Net zoals Lausanne bezit Genève vele fietsvoorzieningen. In het straatbeeld tref ik overal fietswegwijzers aan naar allerhande bestemmingen in de stad. Fietsen in de meeste parken is toegestaan. In de voetgangerszones mogen fietsers gebruik maken van de tram en busbanen. Overal in de stad wijzen fietswegwijzers de weg. We volgen vooreerst vanaf het station de lokale fietsroute nr. 104 doorheen het Parc des Bastions met aan de linkerzijde de muur van de calvinistische reformators. Aan de ingang van het park doen tientallen mensen aan schaken en dammen in openlucht met reuzenpionnen en -stenen. De parken liggen er kraaknetjes bij. De politie controleert continue de zuiverheid van de 34 parken. Aan het einde van het Parc des Bastions volg ik de fietswegwijzer richting Vieille-Ville en kom zo na een klimmetje op de charmante Place de Bourg-de-Four, het oudste plein van Genève. Aan de relingen hangen talloze fietsen geketend, terwijl de eigenaars een terrasje bezoeken. Enkele straten verder ligt de kathedraal St-Pierre, gewijd aan de apostel Petrus en de voormalige zit van de bisschop van Genève. Het gaat terug naar beneden voorbij aan het stadhuis naar het winkelhart van de stad, de Rue du Marché. Een lange commerciële straat waar enkel trams rijden … en fietsers. Op het einde neem ik de weg naar Frontenex waar halfweg de toegang ligt naar het Parc La Grange. Een dreef leidt naar het kasteel met op het einde in een rond gazon een 100-jarige ceder. Beneden aan de kustboulevard ligt een symmetrische rozentuin. Langs de kustpromenade met jachthaven gaat het naar de Pont-du Mont-Blanc, de drukst bereden brug van Zwitserland. Deze overbrugt de plek waar het meer van Genève terug overvloeit in de Rhône-bedding. De smalste punt van het meer met aan weerszijden robuuste vijf etages tellende gebouwen uit de 19de E met grote lichtreclames op de daken: Rolex, Cartier, … Langs de jachthaven spuit een reuzenfontein, Le Jet d’eau, met een snelheid van 200 km per uur een waterstraal 140 m de hoogte in. In het Engels park aan de brug bevindt zich het Horloge fleurie, een in bloemen getooide klok in het gazon die symbool staat voor de uurwerkindustrie. Een leuke plek, op korte afstand van de Pont-du Mont-Blanc, om even lekker te vertoeven is de Place du Molard met enkele uitstekende visrestaurants, een Napolitaanse Italiaan, de huisbrouwerij Brasserie du Molard en een wijnlokaal.
Aan de overzijde van de Pont-du Mont-Blanc ligt een nog bredere oeverpromenade met een geïntegreerde fietsstrook. De knusse cafébar La Terrasse met stromatten dak, opgesteld op de rand van de kade achter een meter hoge muur die tegelijk dienst doet als toog, tafel en bank, is uitnodigend. Genève is allang Zwitserland ontgroeid, dat bewijzen de vele Afrikaanse en exotische restaurantjes in het kwartier tussen het meer en het station.
Steekkaart
AFSTAND: Volledige Rhone-Route van Andermatt naar Genève = 320 km ; vanaf Brig tot Genève = 233 km (mijn GPS gaf 264 km inclusief het gebruik van interessante alternatieve routes en uitwijken naar bezienswaardigheden)
ROUTE: Rhône-Route: Brig – Saillon – Lausanne – Genève
ETAPPES:
Brig – Saillon = 82 km
Saillon – Lausanne = 100 km
Lausanne – Genève = 82 km
VERVOER:
Met de trein:
Heen: Brussel-Zuid – Zurich; Zurich – Brig
Terug: Genève – Basel; Basel – Brussel-Zuid
Terug naar startpunt: trein Genève - Brig
Swiss Travel System, www.sbb.ch
NMBS Europe, tel: 02-528.28.30, www.nmbs.be
FIETSGIDS: Veloland Schweiz, Rhône-Route – nationale fietsroute 1
OVERZICHT NETWERK/INTERNET: Stiftung SchweizMobil, Finkenhubelweg 11, Postfach 8275, CH-3001 Bern, Zwitserland, tel: +41-31 307 47 40, [email protected], www.schweizmobil.ch
LOGIES + ARRANGEMENTEN: SwissTrails GmbH: Chlupfstrasse 8, CH-8165 Oberweningen, Zwitserland, tel: +41-44 450 24 34, [email protected], www.swisstrails.ch
INFO: Zwitserland Toerisme, Postbus 1600, 100 Brussel, tel: 0800-100 200 30, fax: 0800-100 200 31, www.myswitzerland.com
Tip
Om volledig van de Rhône-fietsroute te genieten, is het aangeraden eerst grondig de meegeleverde fietsgids te lezen of individueel een grondige recherche te maken naar wat er links en rechts van de route te beleven valt en naar aanleiding daarvan afwijkingen op de route in te plannen. Fiets je er als een kip zonder kop op los, zuiver de bewegwijzering na, sorry maar dan rest je enkel een enigszins eentonige route langs de grotendeels gekanaliseerde Rhône, uiteraard met zicht op de bergen die nooit vervelen. Ook de route aan het meer van Genève over grote delen van de druk bereden kustweg is beter voor interpretatie. Mogelijkheden zijn er door uit te wijken naar de kustpromenades en de wijnbergen. Een pluspunt in Zwitserse steden zijn de vele fietsvoorzieningen. Op openbaar vervoer mogen fietsen haast overal mee, wanneer de situatie dit toelaat.
AFSTAND: Volledige Rhone-Route van Andermatt naar Genève = 320 km ; vanaf Brig tot Genève = 233 km (mijn GPS gaf 264 km inclusief het gebruik van interessante alternatieve routes en uitwijken naar bezienswaardigheden)
ROUTE: Rhône-Route: Brig – Saillon – Lausanne – Genève
ETAPPES:
Brig – Saillon = 82 km
Saillon – Lausanne = 100 km
Lausanne – Genève = 82 km
VERVOER:
Met de trein:
Heen: Brussel-Zuid – Zurich; Zurich – Brig
Terug: Genève – Basel; Basel – Brussel-Zuid
Terug naar startpunt: trein Genève - Brig
Swiss Travel System, www.sbb.ch
NMBS Europe, tel: 02-528.28.30, www.nmbs.be
FIETSGIDS: Veloland Schweiz, Rhône-Route – nationale fietsroute 1
OVERZICHT NETWERK/INTERNET: Stiftung SchweizMobil, Finkenhubelweg 11, Postfach 8275, CH-3001 Bern, Zwitserland, tel: +41-31 307 47 40, [email protected], www.schweizmobil.ch
LOGIES + ARRANGEMENTEN: SwissTrails GmbH: Chlupfstrasse 8, CH-8165 Oberweningen, Zwitserland, tel: +41-44 450 24 34, [email protected], www.swisstrails.ch
INFO: Zwitserland Toerisme, Postbus 1600, 100 Brussel, tel: 0800-100 200 30, fax: 0800-100 200 31, www.myswitzerland.com
Tip
Om volledig van de Rhône-fietsroute te genieten, is het aangeraden eerst grondig de meegeleverde fietsgids te lezen of individueel een grondige recherche te maken naar wat er links en rechts van de route te beleven valt en naar aanleiding daarvan afwijkingen op de route in te plannen. Fiets je er als een kip zonder kop op los, zuiver de bewegwijzering na, sorry maar dan rest je enkel een enigszins eentonige route langs de grotendeels gekanaliseerde Rhône, uiteraard met zicht op de bergen die nooit vervelen. Ook de route aan het meer van Genève over grote delen van de druk bereden kustweg is beter voor interpretatie. Mogelijkheden zijn er door uit te wijken naar de kustpromenades en de wijnbergen. Een pluspunt in Zwitserse steden zijn de vele fietsvoorzieningen. Op openbaar vervoer mogen fietsen haast overal mee, wanneer de situatie dit toelaat.