Maas-, forten- en bierroute
De ‘Bierroute en zijn smaken’ en de Fortenroute zijn twee Franse toeristische routes gericht op het auto- en motortoerisme. De Maasfietsroute leent zich uitstekend als fietsvariant voor een combinatie van het Franse gedeelte van beide routes.
De Maasfietsroute in spe
La Meuse à Vélo (de Maasfietsroute) is een project om een fietsroute te realiseren van de bron van de Maas in Pouilly-en-Bassigny in het zuiden van de Haut-Marne tot de monding in de Noordzee ten zuiden van Rotterdam. Eind januari 2015 is er een samenwerking getekend tussen 30 partijen uit Frankrijk, België en Nederland. Wallonië heeft intussen hun 155 km lang tracé langs de Maas al van fietsborden voorzien. De Voie verte Trans-Ardennes tussen Givet en Charleville-Mézières is al een tijdje een begrip bij fietsers richting zuiden. Sinds eind 2015 is ook de verlenging tot Remilly-Aillicourt een feit. Op deze verlenging, net voor Sedan, is in Pont-à-Bar een aansluiting voorzien naar Vouziers en Rethel om aansluiting te maken naar Reims en Parijs. Tegen 2018 zou dit 103 km lange traject een feit zijn. |
De brouwerijen van de Gaume
Starten en eindigen doen we in België. Vertrek- en eindpunt van onze tocht liggen op de spoorlijn Namen-Luxemburg, een bijkomend gemak bij eventuele aanreis per auto. Uitstappen doen we in Marbehan, waar we onze fietstocht aanvangen doorheen de Luxemburgse Gaume. Maar eerst even langs bij ‘Chez Myriam’, het café op het stationsplein, voor een La Rulles die twee kilometer verderop in het dorpje Rulles gebrouwen wordt. Boven de poort van de hangaar hangt een tekening met de afbeelding van Marcel le Rullot, de mythische mascotte van de brouwerij, zwaaiend met een fles La Rulles in iedere hand (www.larulles.be). Over een heuvel gaat het daarna in de vallei van de hier nog prille sterk meanderende Semois, naar Breuvanne met de brouwerij Millevertus. De bieren van Millevertus, gebrouwd met eigen putwater, wonnen al verscheidene prijzen op gerenommeerde bierconcours. Een specialleke is wel hun saffraanbier La Safranaise (www.millevertus.be). We volgen nog even de kronkelende Semois vooraleer we het woud van Orval induiken. Letterlijk induiken want over menige kilometers gaat het alsmaar bergaf tot in de ‘Gouden vallei’ waar de legende vertelt dat Gravin Mathilde van Toscanië, die weduwe was, per ongeluk haar trouwring in de bron van het dal liet vallen. Ze smeekte God om hulp en even later kwam een forel boven water met in zijn bek de kostbare ring. Mathilde riep toen uit “ici, c'est vraiment un Val d'Or!" (Dit is echt een gouden vallei!). Uit dankbaarheid liet ze op deze plaats een klooster stichten. (Val d'or → Or - vallée → Orval)
De trappist Orval getuigt van een specifieke smaak waarnaar alsmaar meer vraag rijst en langzaam schaarste optreedt. Ze staan hier nog niet aan te schuiven zoals in Westvleteren, maar ook hier zien we continue mensen aan en af rijden voor twee dozen trappist. Op de fiets meenemen zien we niet zitten maar gelukkig hebben ze er recent letterlijk een engelbewaarder, de brasserie A l’Ange Gardien. Een engelbewaarder die ons verwelkomt op het moment dat de hemelsluizen opengaan voor een wolkbreuk. Ik krijg de keuze voor een Orval van een half of een gans jaar oud. Het is al lang geleden dat ik deze keuze nog mocht maken, tegenwoordig is de in drankenwinkels geleverde Orval slechts 4 maanden oud. Uniek is de hoppige agrumsmakende Orval van het vat, enkel hier verkrijgbaar. Een engeltje dat op je tong piest (www.orval.be).
Starten en eindigen doen we in België. Vertrek- en eindpunt van onze tocht liggen op de spoorlijn Namen-Luxemburg, een bijkomend gemak bij eventuele aanreis per auto. Uitstappen doen we in Marbehan, waar we onze fietstocht aanvangen doorheen de Luxemburgse Gaume. Maar eerst even langs bij ‘Chez Myriam’, het café op het stationsplein, voor een La Rulles die twee kilometer verderop in het dorpje Rulles gebrouwen wordt. Boven de poort van de hangaar hangt een tekening met de afbeelding van Marcel le Rullot, de mythische mascotte van de brouwerij, zwaaiend met een fles La Rulles in iedere hand (www.larulles.be). Over een heuvel gaat het daarna in de vallei van de hier nog prille sterk meanderende Semois, naar Breuvanne met de brouwerij Millevertus. De bieren van Millevertus, gebrouwd met eigen putwater, wonnen al verscheidene prijzen op gerenommeerde bierconcours. Een specialleke is wel hun saffraanbier La Safranaise (www.millevertus.be). We volgen nog even de kronkelende Semois vooraleer we het woud van Orval induiken. Letterlijk induiken want over menige kilometers gaat het alsmaar bergaf tot in de ‘Gouden vallei’ waar de legende vertelt dat Gravin Mathilde van Toscanië, die weduwe was, per ongeluk haar trouwring in de bron van het dal liet vallen. Ze smeekte God om hulp en even later kwam een forel boven water met in zijn bek de kostbare ring. Mathilde riep toen uit “ici, c'est vraiment un Val d'Or!" (Dit is echt een gouden vallei!). Uit dankbaarheid liet ze op deze plaats een klooster stichten. (Val d'or → Or - vallée → Orval)
De trappist Orval getuigt van een specifieke smaak waarnaar alsmaar meer vraag rijst en langzaam schaarste optreedt. Ze staan hier nog niet aan te schuiven zoals in Westvleteren, maar ook hier zien we continue mensen aan en af rijden voor twee dozen trappist. Op de fiets meenemen zien we niet zitten maar gelukkig hebben ze er recent letterlijk een engelbewaarder, de brasserie A l’Ange Gardien. Een engelbewaarder die ons verwelkomt op het moment dat de hemelsluizen opengaan voor een wolkbreuk. Ik krijg de keuze voor een Orval van een half of een gans jaar oud. Het is al lang geleden dat ik deze keuze nog mocht maken, tegenwoordig is de in drankenwinkels geleverde Orval slechts 4 maanden oud. Uniek is de hoppige agrumsmakende Orval van het vat, enkel hier verkrijgbaar. Een engeltje dat op je tong piest (www.orval.be).
Via de Meuse Gaumaise naar de Maas
Na Orval steken we de Franse grens over naar de Meuse Gaumaise in het noorden van het departement Meuse, Gedaan met dalen, we spelen nu heuveltje over. Kleine slingerende departementale wegen door open gras- en weidelanden met verspreid groepjes bomen brengen ons bij de landschapsbasiliek van Avioth. Een titel die ze met fierheid draagt omdat ze zo mooi in het landschap oogt. Voor de kerk staat de ‘Recevresse’, een uniek monument in flamboyante gotiek opgericht om de giften van pelgrims aan het miraculeuze Mariabeeldje in ontvangst te nemen. We hebben geen vertaling gevonden voor recevresse, maar we vermoeden dat het een afleiding is van recevoir wat ontvangen betekent. In de kerk treffen we naast het Mariabeeldje een sculptuur aan van Jeanne d’Arc die afkomstig was uit de Lorraine, in haar hand het vaandel met de Franse lelies. Het door heuvels omringde Verneuil-petit is nog een onaangeroerd oud Lorrainedorp met een zevental huisjes uit de 18e en 19e E. Een infopaneel tegenover een wasbekken en Romaans kerkje maakt ons hier opmerkzaam op.
Na Orval steken we de Franse grens over naar de Meuse Gaumaise in het noorden van het departement Meuse, Gedaan met dalen, we spelen nu heuveltje over. Kleine slingerende departementale wegen door open gras- en weidelanden met verspreid groepjes bomen brengen ons bij de landschapsbasiliek van Avioth. Een titel die ze met fierheid draagt omdat ze zo mooi in het landschap oogt. Voor de kerk staat de ‘Recevresse’, een uniek monument in flamboyante gotiek opgericht om de giften van pelgrims aan het miraculeuze Mariabeeldje in ontvangst te nemen. We hebben geen vertaling gevonden voor recevresse, maar we vermoeden dat het een afleiding is van recevoir wat ontvangen betekent. In de kerk treffen we naast het Mariabeeldje een sculptuur aan van Jeanne d’Arc die afkomstig was uit de Lorraine, in haar hand het vaandel met de Franse lelies. Het door heuvels omringde Verneuil-petit is nog een onaangeroerd oud Lorrainedorp met een zevental huisjes uit de 18e en 19e E. Een infopaneel tegenover een wasbekken en Romaans kerkje maakt ons hier opmerkzaam op.
De valleien van Chiers en Loison
Montmedy ligt aan de Chiers, de imposante monumentale citadel steekt er honderd meter bovenuit. Een heftige klim brengt ons bij de enige toegangspoort van de door Vauban, gefortificeerde citadel. Middenin het fort bevindt zich een kleine woonkern. De abdij van Orval bezat hier zelfs een vluchthuis voor de monniken. Slechts de buitenmuren ervan staan nog recht. Het toerismekantoor net achter de toegangspoort geeft toegang tot de fortificaties en de kazematten. Een wandeling over de verdedigingsmuren is niet te versmaden. We genieten van het spectaculaire alom panorama op de omgeving, maar minder van de onheilspellende donkere wolkenmassa die van over een heuvelkam onze richting uit komt. Net als we onze rondgang beëindigen gaan de watersluizen hemelsgroot open. Omdat we niet naar buiten kunnen, pikken we het snel het hier aanwezige museumpje over de vestingwerken mee. Kunstliefhebbers kunnen terecht in het museumpje gewijd aan de schilder Jules Bastien Lepage.
Montmedy ligt aan de Chiers, de imposante monumentale citadel steekt er honderd meter bovenuit. Een heftige klim brengt ons bij de enige toegangspoort van de door Vauban, gefortificeerde citadel. Middenin het fort bevindt zich een kleine woonkern. De abdij van Orval bezat hier zelfs een vluchthuis voor de monniken. Slechts de buitenmuren ervan staan nog recht. Het toerismekantoor net achter de toegangspoort geeft toegang tot de fortificaties en de kazematten. Een wandeling over de verdedigingsmuren is niet te versmaden. We genieten van het spectaculaire alom panorama op de omgeving, maar minder van de onheilspellende donkere wolkenmassa die van over een heuvelkam onze richting uit komt. Net als we onze rondgang beëindigen gaan de watersluizen hemelsgroot open. Omdat we niet naar buiten kunnen, pikken we het snel het hier aanwezige museumpje over de vestingwerken mee. Kunstliefhebbers kunnen terecht in het museumpje gewijd aan de schilder Jules Bastien Lepage.

We fietsen door de vallei van de Loison, een zijrivier van de Chiers. Het dorpszicht van Louppy-sur-Loison mag er zijn. Ruïne, kerk en kasteel stijgen in rechte lijn boven de daken uit. We moeten de waterscheiding over naar de Maasvallei, doch de helling valt best mee. In gezapige tred gaat het omhoog voorbij aan een Duitse bunker. De streek is er bezaaid mee, maar op deze heeft een kunstenaar in grote gele letters er PAIX (vrede) op geschilderd. De Argonne met zijn vele slagvelden en driest oorlogsverleden ligt dan ook in reikwijdte. De doortocht van het gemengd loofwoud van Woëvre is een verademing en bij het verlaten hebben we zicht op de brede Maasvallei. In de verte tegen de hellingbossen aan de overzijde van de rivier praalt de Romaanse Onze-Lieve-Vrouwekerk van Mont-devant-Sassey, één van de mooiste kerken van de Lorraine.
Europees biermuseum
Het was kiezen, de Romaanse kerk of de kastelen van Charmois. De Lorraine of Lotharingen kende sinds 1890 een bloeiende bierhandel. Jammer genoeg is er nog weinig terug te vinden van de 35 brouwerijen die de kantons Stenay en Montmedy rijk waren. Dat er opnieuw hoop is, bewijzen de microbrouwerijen die her en der herrijzen. Alain Bonnefoy begon, nadat hij in Orval in de leer was gegaan, in het kasteel Haut Château de Charmois, in een grote ketel op de keukentafel te brouwen. Het bier Charmoy viel zo in de smaak dat hij een stal ombouwde tot brouwinstallatie (www.bierecharmoy.com).
Het Europese biermuseum in Stenay is ondergebracht in een oude mouterij die in een vroeger leven dienst deed als levensmiddelenmagazijn van de citadel. We doorwandelen de verschillende stadia van het brouwproces van de Romeinen, doorheen de middeleeuwen tot de moderne brouwerij. Naast brouwketels, distillatievaten en laboratoria plakken tegen de wanden kleurrijke oude metalen uithangborden specifiek in tijd en thema. Buiten is een biertuin aangelegd met hop en aromatische kruiden (www.musee-de-la-biere.com). We hebben nog tijd en boemelen door de smalle straatjes van Stenay, onder de arcades (overwelfde stoepen) omheen het marktplein met zijn stadhuis in Maaslandse renaissancestijl. Verdere aandachtpunten zijn een muziekpaviljoen, een lavoir en een watermolen. In de crypte van de kerk rust Saint Dagobert (652-679), Merovinger en laatste koning van Austrasië, waartoe het huidige België behoorde.
Het was kiezen, de Romaanse kerk of de kastelen van Charmois. De Lorraine of Lotharingen kende sinds 1890 een bloeiende bierhandel. Jammer genoeg is er nog weinig terug te vinden van de 35 brouwerijen die de kantons Stenay en Montmedy rijk waren. Dat er opnieuw hoop is, bewijzen de microbrouwerijen die her en der herrijzen. Alain Bonnefoy begon, nadat hij in Orval in de leer was gegaan, in het kasteel Haut Château de Charmois, in een grote ketel op de keukentafel te brouwen. Het bier Charmoy viel zo in de smaak dat hij een stal ombouwde tot brouwinstallatie (www.bierecharmoy.com).
Het Europese biermuseum in Stenay is ondergebracht in een oude mouterij die in een vroeger leven dienst deed als levensmiddelenmagazijn van de citadel. We doorwandelen de verschillende stadia van het brouwproces van de Romeinen, doorheen de middeleeuwen tot de moderne brouwerij. Naast brouwketels, distillatievaten en laboratoria plakken tegen de wanden kleurrijke oude metalen uithangborden specifiek in tijd en thema. Buiten is een biertuin aangelegd met hop en aromatische kruiden (www.musee-de-la-biere.com). We hebben nog tijd en boemelen door de smalle straatjes van Stenay, onder de arcades (overwelfde stoepen) omheen het marktplein met zijn stadhuis in Maaslandse renaissancestijl. Verdere aandachtpunten zijn een muziekpaviljoen, een lavoir en een watermolen. In de crypte van de kerk rust Saint Dagobert (652-679), Merovinger en laatste koning van Austrasië, waartoe het huidige België behoorde.
Het land van Sedan
We verlaten Stenay via de jachthaven. Over kleine wegen gaat het nu naar Mouzon. In de buurt van de Maas loopt een oude spoorweg. Zou deze misschien in de toekomst het tracé vormen voor het Maasfietspad? Volgens ingewijden niet! Hoe hoger de Maas op, hoe heuvelachtiger vertelden ze mij. Het zou niet de eerste keer zijn dat de door ons uitgekozen wegjes later in gebruik genomen worden als fietsroute. In ieder geval, de door ons gefietste route is dit zeker waardig. De Maas gooit twee immense meanders die we telkens de bocht afsnijden. Met gevolg dat we enkele kuitenbijters te verwerken krijgen. We gaan even de Maasbrug over om een blik te werpen op de Abdijkerk van Mouzon. Tot Remilly-Aillicourt volgen we daarna de route der fortificaties, één van onze twee toeristische autoroutes. Met de forten van Montmedy, Sedan, Mézières, Givet, Dinant en Poillevache op onze route hebben we het volste recht onze Maas-bierroute ook een fortenroute te noemen. Op een autoroute moeten we uiteraard rekening houden met het verkeer. Dit valt gelukkig goed mee en in Remilly-Aillicourt gaan we de nieuwe Voie Verte op die langs de Maas volgt door het land van Sedan naar Charleville-Mézières.
Maar op weg naar daar ligt Sedan met zijn majestueuze fort. Een dwaaltocht er doorheen geeft inzicht in het leven van de prinsen van Sedan en in de spitsvondigheden die de vesting onneembaar maakten. We gaan ook op zoek naar de bieren van Sedan maar verliezen daarbij een beetje het noorden. La Sedane brouwen ze niet hier maar in de brouwerij Millevertus. De brouwerij van Sedan heeft wegens bouwwerken zijn installatie blijkbaar sinds 2013 verhuist naar Haybes. De Brasserie d’Arthur verhuist momenteel naar Warcq, net buiten Charleville-Mézières en is momenteel ook al niet bezoekbaar. Gelukkig biedt ons hotel in Charleville-Mézières streekproducten aan en krijg ik toch nog de kans om een Cuvée d’Arthur te proeven.
We verlaten Stenay via de jachthaven. Over kleine wegen gaat het nu naar Mouzon. In de buurt van de Maas loopt een oude spoorweg. Zou deze misschien in de toekomst het tracé vormen voor het Maasfietspad? Volgens ingewijden niet! Hoe hoger de Maas op, hoe heuvelachtiger vertelden ze mij. Het zou niet de eerste keer zijn dat de door ons uitgekozen wegjes later in gebruik genomen worden als fietsroute. In ieder geval, de door ons gefietste route is dit zeker waardig. De Maas gooit twee immense meanders die we telkens de bocht afsnijden. Met gevolg dat we enkele kuitenbijters te verwerken krijgen. We gaan even de Maasbrug over om een blik te werpen op de Abdijkerk van Mouzon. Tot Remilly-Aillicourt volgen we daarna de route der fortificaties, één van onze twee toeristische autoroutes. Met de forten van Montmedy, Sedan, Mézières, Givet, Dinant en Poillevache op onze route hebben we het volste recht onze Maas-bierroute ook een fortenroute te noemen. Op een autoroute moeten we uiteraard rekening houden met het verkeer. Dit valt gelukkig goed mee en in Remilly-Aillicourt gaan we de nieuwe Voie Verte op die langs de Maas volgt door het land van Sedan naar Charleville-Mézières.
Maar op weg naar daar ligt Sedan met zijn majestueuze fort. Een dwaaltocht er doorheen geeft inzicht in het leven van de prinsen van Sedan en in de spitsvondigheden die de vesting onneembaar maakten. We gaan ook op zoek naar de bieren van Sedan maar verliezen daarbij een beetje het noorden. La Sedane brouwen ze niet hier maar in de brouwerij Millevertus. De brouwerij van Sedan heeft wegens bouwwerken zijn installatie blijkbaar sinds 2013 verhuist naar Haybes. De Brasserie d’Arthur verhuist momenteel naar Warcq, net buiten Charleville-Mézières en is momenteel ook al niet bezoekbaar. Gelukkig biedt ons hotel in Charleville-Mézières streekproducten aan en krijg ik toch nog de kans om een Cuvée d’Arthur te proeven.

De marionettenstad Charleville-Mézières
De over twee meanders verdeelde stad bestaat uit het oude stadsdeel Mézières en het 17de eeuwse Charleville. Mézières is enkele mooie statische gebouwen rijk die de glans en glorie van weleer weerspiegelen. Smalle straatjes met leisteenhuizen omringen de Basiliek Notre-Dame de l’Espérance. Interessant zijn de moderne glasramen in Picasso-stijl. Steegjes en binnenkoertjes geven resten van de middeleeuwse muren bloot van de vroegere citadel.
De vrome Charles de Gonzagues, hertog van Nevers en Rethel, wou met het prestigieuze Charleville rivaliseren met de calvinistische steden in de regio. Dit uit zich door een symmetrisch geheel van rechte straten in dambordvorm, geïnspireerd op Romeinse steden. Het centrale hart van de stad is een typerend rechthoekig Frans plein. De Place Ducale dat omgeven is door renaissancegebouwen van rode baksteen, gele zandsteen en blauwe leisteen voor de daken. Drie kleuren die terugkomen in het stadsvaandel. Onder de huizen loopt een wandelgalerij van arcades. In een hoek van het plein geeft het ‘Musée de l’Ardenne’ een doorsteek naar de Place Winston Churchill. Deze is omgeven door oude kloostergebouwen en de gerenommeerde marionettenschool. Een klok in de vorm van een grote marionet speelt telkens op het uur een scene uit de legende van de ‘Vier Heemskinderen’. Aan de oever van de Maas ligt het moderne recreatiegebied Mont Olympe met zijn jachthaven en zwemparadijs waar we de Voie verte terug opnemen.
De over twee meanders verdeelde stad bestaat uit het oude stadsdeel Mézières en het 17de eeuwse Charleville. Mézières is enkele mooie statische gebouwen rijk die de glans en glorie van weleer weerspiegelen. Smalle straatjes met leisteenhuizen omringen de Basiliek Notre-Dame de l’Espérance. Interessant zijn de moderne glasramen in Picasso-stijl. Steegjes en binnenkoertjes geven resten van de middeleeuwse muren bloot van de vroegere citadel.
De vrome Charles de Gonzagues, hertog van Nevers en Rethel, wou met het prestigieuze Charleville rivaliseren met de calvinistische steden in de regio. Dit uit zich door een symmetrisch geheel van rechte straten in dambordvorm, geïnspireerd op Romeinse steden. Het centrale hart van de stad is een typerend rechthoekig Frans plein. De Place Ducale dat omgeven is door renaissancegebouwen van rode baksteen, gele zandsteen en blauwe leisteen voor de daken. Drie kleuren die terugkomen in het stadsvaandel. Onder de huizen loopt een wandelgalerij van arcades. In een hoek van het plein geeft het ‘Musée de l’Ardenne’ een doorsteek naar de Place Winston Churchill. Deze is omgeven door oude kloostergebouwen en de gerenommeerde marionettenschool. Een klok in de vorm van een grote marionet speelt telkens op het uur een scene uit de legende van de ‘Vier Heemskinderen’. Aan de oever van de Maas ligt het moderne recreatiegebied Mont Olympe met zijn jachthaven en zwemparadijs waar we de Voie verte terug opnemen.
De ruigheid van Val d’Ardenne
Op een rots hoog boven het dorpje Bogny zien we een belvedère met een gigantisch beeldhouwwerk van de vier heemskinderen rondom het Ros Beiaard. Het Ros Beiaard en de vier heemskinderen is een legende over de vier zonen van Aymon: Renaud, Allard, Richard en Guichard. Nadat Renaud (Reinout) zijn neef Lodewijk, de zoon van Karel de Grote bij een geschil tijdens een schaakspel in een driftbui gedood heeft, nemen de broers de vlucht op het ros Beiaard en verschansen zich in het Ardense woud. Nadat vader Aymon in de handen valt van Keizer Karel, wil deze enkel de vrede herstellen wanneer hij in bezit komt van het onoverwinnelijke Ros Beiaard. Op aandringen van zijn moeder gaat Renaud op het voorstel in en moet toezien hoe Keizer Karel driemaal het paard probeert te verdrinken. Het Ros Beiaard vertrappelt echter telkens de zware molenstenen die hem naar de bodem trekken. Maar doordat hij zich in de steek gelaten voelt door zijn meester besluit het paard zich te doden door zelfverdrinking.
Op een rots hoog boven het dorpje Bogny zien we een belvedère met een gigantisch beeldhouwwerk van de vier heemskinderen rondom het Ros Beiaard. Het Ros Beiaard en de vier heemskinderen is een legende over de vier zonen van Aymon: Renaud, Allard, Richard en Guichard. Nadat Renaud (Reinout) zijn neef Lodewijk, de zoon van Karel de Grote bij een geschil tijdens een schaakspel in een driftbui gedood heeft, nemen de broers de vlucht op het ros Beiaard en verschansen zich in het Ardense woud. Nadat vader Aymon in de handen valt van Keizer Karel, wil deze enkel de vrede herstellen wanneer hij in bezit komt van het onoverwinnelijke Ros Beiaard. Op aandringen van zijn moeder gaat Renaud op het voorstel in en moet toezien hoe Keizer Karel driemaal het paard probeert te verdrinken. Het Ros Beiaard vertrappelt echter telkens de zware molenstenen die hem naar de bodem trekken. Maar doordat hij zich in de steek gelaten voelt door zijn meester besluit het paard zich te doden door zelfverdrinking.
In Monthermé vervoegt de Semois zich met de Maas. Tussen Monthermé, Revin en Fumay snijdt de Maas als een mes door de Ardense heuvels. Aan weerszijde van de smalle vallei rijzen haast loodrechte rotspartijen de hoogte in. Revin ligt gespreid over maar liefst drie meanders. Voor de scheepvaart is een tunnel gegraven waar ook onze fietsroute doorheen loopt. Voor het Spaanse huis moeten we de fietsroute verlaten na de tunnel en de stad in rijden. Het museum in het Spaanse Huis toont de reconstructie van een huis uit Revin anno 1920 en de industriële activiteit in de Maasvallei. Fumay, ooit de hoofdstad van Ardoise, heeft een aardig centrum waar de hoger gelegen kerk in opvallende gele zandsteen de volle aandacht trekt. Fumay betekent letterlijk leien dakpan en ligt in het hart van de streek van de leisteen. De haven, die vroeger volledig in het teken van de leisteenindustrie stond, is tegenwoordig een aanlegplaats voor plezierboten.
Streekgebonden microbrouwerij
In de volgende bocht ligt Haybes waar we uiteindelijk onze brouwinstallatie aantreffen en dit in de kelder van de villa ‘Le Clos Belle Rose’. Het enige gebouw dat de oorlog van 14-18 overleefde. Sinds 2013 brouwt men hier op kleine schaal uitsluitend plaatselijk bier. Een microbrouwerij met één brouwketeltje, genoeg om Haybes van bier te voorzien. Na ‘Cerfe Blonde’ (blond hert) en de ‘Hayboise’ brouwt men hier sinds 2014, voor de honderdjarige herdenking van de oorlog, de Ardense Pale Ale Stockport. De Engelse stad Stockport ondersteunde namelijk de wederopbouw van Haybes. Ieder jaar vindt op het terrein van de villa een kleinschalig bierfestival plaats, waar ook al eens een Belgische microbrouwerij te gast is (www.le-clos-belle-rose.com/micro-brasserie.html).
In de volgende bocht ligt Haybes waar we uiteindelijk onze brouwinstallatie aantreffen en dit in de kelder van de villa ‘Le Clos Belle Rose’. Het enige gebouw dat de oorlog van 14-18 overleefde. Sinds 2013 brouwt men hier op kleine schaal uitsluitend plaatselijk bier. Een microbrouwerij met één brouwketeltje, genoeg om Haybes van bier te voorzien. Na ‘Cerfe Blonde’ (blond hert) en de ‘Hayboise’ brouwt men hier sinds 2014, voor de honderdjarige herdenking van de oorlog, de Ardense Pale Ale Stockport. De Engelse stad Stockport ondersteunde namelijk de wederopbouw van Haybes. Ieder jaar vindt op het terrein van de villa een kleinschalig bierfestival plaats, waar ook al eens een Belgische microbrouwerij te gast is (www.le-clos-belle-rose.com/micro-brasserie.html).
De garnizoensstad
Op weg naar Chooz is een rotsblok bewerkt tot een grote stenen man die somber over de Maasvlakte kijkt. Meerdere politiewagens met loeiende sirenes rijden ons voorbij richting kerncentrale. We stellen ons vragen terwijl we door de mooie dorpskern trekken. Zou hij daarom zo somber kijken? Wij zouden dat waarschijnlijk ook doen met die koeltorens in onze achtertuin. We steken een smalle Maasbrug over, terug het jaagpad op richting Givet. Op de andere oever op de rotsen ligt de door Vauban versterkte citadel.
Op weg naar Chooz is een rotsblok bewerkt tot een grote stenen man die somber over de Maasvlakte kijkt. Meerdere politiewagens met loeiende sirenes rijden ons voorbij richting kerncentrale. We stellen ons vragen terwijl we door de mooie dorpskern trekken. Zou hij daarom zo somber kijken? Wij zouden dat waarschijnlijk ook doen met die koeltorens in onze achtertuin. We steken een smalle Maasbrug over, terug het jaagpad op richting Givet. Op de andere oever op de rotsen ligt de door Vauban versterkte citadel.
Givet is de laatste door Vauban versterkte fortificatie. Een dubbele fortengordel diende ter verdediging van de noordelijke grens van het toenmalige Frankrijk. Door de eeuwen heen is de stad met het militaire bolwerk geteisterd door oorlogen. De huidige stad bezit een opmerkelijk architecturaal patrimonium waaronder de officiersmess en andere militaire gebouwen. Oude ondoordringbare straatjes liggen in een halve cirkel tegen de Maas omheen het centrum. Enge vluchtsteegjes maakten het de belagers moeilijk te vorderen in de onoverzichtelijke straatjes. De verdedigers van de stad kwamen uit het niets te voorschijn of verdwenen snel weer via deze mollengangen. De stad bezat drie torens die in het wapenschild verwerkt zijn, twee ervan overleefden de woelige geschiedenis van de stad. Vele gebouwen in de stad zijn opgetrokken in de voor Givet kenmerkende blauwe steen. “Pierres bleues” is ook de benaming van de lokale chocolade met blauwe bosbessenvulling. ´s Avonds zijn de monumenten opmerkelijk verlicht, één van de torens is onderwerp van een kleurrijk lichtspel.
De Dinantse koeken
Vanaf de grens met België zien we de fietsborden van ‘La Meuse à Vélo’ die ons getrouw het jaagpad opsturen van de Maas. In Hastière steken we de rivier over en fietsen langsheen de Maasvilla’s naar de sluis in Waulsort, waar we opnieuw oversteken.
Vanaf de grens met België zien we de fietsborden van ‘La Meuse à Vélo’ die ons getrouw het jaagpad opsturen van de Maas. In Hastière steken we de rivier over en fietsen langsheen de Maasvilla’s naar de sluis in Waulsort, waar we opnieuw oversteken.

Bij gebrek aan een fietspad gaat het voorbij aan de rotsen van Freÿr en het gelijknamige kasteel over de N96, die gelukkig verkeersarm is. De driehonderdjarige sinaasappelbomen en de oranjerieën zijn het pronkstuk van het renaissancekasteel. In Anseremme steken we nog eens via een sluis de Maas over. Voor ons ligt de rots Bayard, waar volgens de legende het Ros Beiaard bij een sprong over de Maas zijn hoef plaatste en de rots kliefde.
Dinant was één der belangrijkste "Goede Steden" van het prinsbisdom Luik met een strategische ligging aan de Maas. De stad kende een grote bloeiperiode van de 12de tot de 15de E als centrum van geelkoperbewerking. Tijdens het beleg van Karel de Stoute in 1466 gebruikten de inwoners de sierlijke houten mallen van de koperslagers om harde koeken te vervaardigen om niet te verhongeren. Op een rots, ruim 100 meter boven de collegiale kerk Notre-Dame met zijn kenmerkende peervormige toren, ligt de citadel. Naar boven loopt een kabelbaan, maar ze is ook te bereiken via een 408 treden tellende in de rotsen uitgehouwen stenen trap. Levensgrote figuren beelden de hoogtepunten van de Europese en Belgische geschiedenis uit. De kanonnen op het fort en het wapenmuseum geven inzicht in het militaire verleden. Een bezoek aan de gangen en de schuilkelder hebben een knallend einde. Tijdens de zomermaanden vinden de ‘Zondagen van Mr. Sax’ plaats. Verschillende jazzbands spelen gratis in de straten en cafés van de stad.
Dinant was één der belangrijkste "Goede Steden" van het prinsbisdom Luik met een strategische ligging aan de Maas. De stad kende een grote bloeiperiode van de 12de tot de 15de E als centrum van geelkoperbewerking. Tijdens het beleg van Karel de Stoute in 1466 gebruikten de inwoners de sierlijke houten mallen van de koperslagers om harde koeken te vervaardigen om niet te verhongeren. Op een rots, ruim 100 meter boven de collegiale kerk Notre-Dame met zijn kenmerkende peervormige toren, ligt de citadel. Naar boven loopt een kabelbaan, maar ze is ook te bereiken via een 408 treden tellende in de rotsen uitgehouwen stenen trap. Levensgrote figuren beelden de hoogtepunten van de Europese en Belgische geschiedenis uit. De kanonnen op het fort en het wapenmuseum geven inzicht in het militaire verleden. Een bezoek aan de gangen en de schuilkelder hebben een knallend einde. Tijdens de zomermaanden vinden de ‘Zondagen van Mr. Sax’ plaats. Verschillende jazzbands spelen gratis in de straten en cafés van de stad.
De Naamse bieren
De oudste vermelding van de abdij van Leffe gaat terug naar 1240. De brouwerij lag toen aan de overzijde van de Maas in Saint-Médart tot Norbertijnen deze overhevelden naar Leffe. De Norbertijnen brouwden in de eerste plaats bier vanwege de gezondheid. In die tijd was het onmogelijk om te controleren of het bronwater geschikt was om te drinken en was het brouwen van bier de oplossing. De zuiverende werking van de gisting was een remedie tegen tyfus en andere epidemieën. De abdij kende een woelige geschiedenis waar de Franse revolutie het einde betekende voor de abdij en de brouwerij (www.abbaye-de-leffe.be). De keuze om een einde te kneden aan onze bierroute laten we jullie zelf bepalen. Gewoonweg verder langs de Maasfietsroute (RAVeL) naar Namen. Of via de brouwerij van de Bocq in Purnode die meerdere speciale bieren brouwt (www.bocq.be). En dan verder naar Ciney om eventueel over de spoorwegroute lijn 126 in Huy terug de Maas te vervoegen. Of zoals wij over de RAVeL L150 naar de abdijen van Maredsous (www.maredsous.be) en Maredret. In de brasserie van de abdij schenken ze de Maredsous in stenen kruiken. Lijn 150 verlaten we in Mettet en fietsen via Graux, een petieterig natuursteendorpje dat zo uit een prentenboek lijkt te zijn gestapt, naar de abdij van Brogne in Saint-Gérard. In de pelgrimszaal in één van de gebouwen van de abdij vervaardigt de microbrouwerij zijn persoonlijk abdijbier (www.abbayedebrogne.be). Het idyllische valleitje van de Burnot brengt ons terug naar de Maas. Over het Maasfietspad gaat het dan naar Namen. Onze vijfdaagse trip was een landschapsprachtige tocht waar het bier ons smaakte en de vestigingen ons imponeerden, maar waar de biergoden duidelijk in conflict lagen met de weergoden.
De oudste vermelding van de abdij van Leffe gaat terug naar 1240. De brouwerij lag toen aan de overzijde van de Maas in Saint-Médart tot Norbertijnen deze overhevelden naar Leffe. De Norbertijnen brouwden in de eerste plaats bier vanwege de gezondheid. In die tijd was het onmogelijk om te controleren of het bronwater geschikt was om te drinken en was het brouwen van bier de oplossing. De zuiverende werking van de gisting was een remedie tegen tyfus en andere epidemieën. De abdij kende een woelige geschiedenis waar de Franse revolutie het einde betekende voor de abdij en de brouwerij (www.abbaye-de-leffe.be). De keuze om een einde te kneden aan onze bierroute laten we jullie zelf bepalen. Gewoonweg verder langs de Maasfietsroute (RAVeL) naar Namen. Of via de brouwerij van de Bocq in Purnode die meerdere speciale bieren brouwt (www.bocq.be). En dan verder naar Ciney om eventueel over de spoorwegroute lijn 126 in Huy terug de Maas te vervoegen. Of zoals wij over de RAVeL L150 naar de abdijen van Maredsous (www.maredsous.be) en Maredret. In de brasserie van de abdij schenken ze de Maredsous in stenen kruiken. Lijn 150 verlaten we in Mettet en fietsen via Graux, een petieterig natuursteendorpje dat zo uit een prentenboek lijkt te zijn gestapt, naar de abdij van Brogne in Saint-Gérard. In de pelgrimszaal in één van de gebouwen van de abdij vervaardigt de microbrouwerij zijn persoonlijk abdijbier (www.abbayedebrogne.be). Het idyllische valleitje van de Burnot brengt ons terug naar de Maas. Over het Maasfietspad gaat het dan naar Namen. Onze vijfdaagse trip was een landschapsprachtige tocht waar het bier ons smaakte en de vestigingen ons imponeerden, maar waar de biergoden duidelijk in conflict lagen met de weergoden.
PRAKTISCH
STARTPLAATS: Marbehan
TREIN: lijn Brussel→Namen→Ciney→Marbehan→Luxemburg
BEWEGWIJZERING: Langs de Franse Maas zal in de toekomst de Maasfietsroute (Meuse à vélo) bewegwijzerd worden, In Wallonië is dit al het geval.
AFSTAND: 309 km / 343 km in 5 etappes
ROUTE: Marbehan → Montmedy 47 km → Stenay 42 km → Charleville-Mézières 80 km → Givet 85 km → Namen via Maasfietsroute 55 km / Namen via Maredsous en St-Gérard 89 km / Ciney via Leffe en Purnode (46 km) / Huy via Leffe, Purnode en Ciney (86 km)
BROUWERIJEN en ABDIJEN: Rulles, Millevertus, Orval, Charmoy, Arthur, Le Clos Belle Rose, Leffe, Maredsous, Brogne, Bocq.
FIETSGIDS: fietsgids Voie verte Trans-Ardennes
LOGIES:
Wij logeerden in:
Chambre d’hôtes Les Grandchamps de Jade; 6 Rue de la Fontaine-Fresnois, F-55600 Montmédy, tel: +33 3 29 80 01 59, http://chambres-d-hotes-grandchampsdejade.com
Hôtel Villa Motel, ZAC les Cailloux, F-55700 Stenay, tel: +33 3 29 80 32 42, www.villamotel.fr
Hôtel Kyriad; Place Bozzi, F-08000 Charleville-Mézières, tel: + 33 3 24 26 32 32, www.kyriad-charleville-mezieres.fr
Hôtel-Logis Le Val Saint-Hilaire; 7 quai des Fours, F-08600 Givet, tel: +33 3 24 42 38 50, www.hotel-val-st-hilaire.com
INFO:
Agence de Développement Touristique Ardennes, 24 Place Ducale, BP 419, 08107 Charleville-Mézières, www.ardennes.com
Val d’Ardenne Tourisme, Rue du Château, F-08320 Vireux-Wallerand, tel: +33 3 24 42 92 42, www.valdardennetourisme.com
Comité Départemental du Tourisme de la Meuse, 33 Rue des Grangettes, F- 55000 Bar le Duc tel: + 33 3 29 45 78 40, www.tourisme-meuse.com
La route de la biére et ses saveurs (autoroute): www.visitardenne.com/all-access/fr/circuits/la-route-de-la-biere-et-ses-saveurs
STARTPLAATS: Marbehan
TREIN: lijn Brussel→Namen→Ciney→Marbehan→Luxemburg
BEWEGWIJZERING: Langs de Franse Maas zal in de toekomst de Maasfietsroute (Meuse à vélo) bewegwijzerd worden, In Wallonië is dit al het geval.
AFSTAND: 309 km / 343 km in 5 etappes
ROUTE: Marbehan → Montmedy 47 km → Stenay 42 km → Charleville-Mézières 80 km → Givet 85 km → Namen via Maasfietsroute 55 km / Namen via Maredsous en St-Gérard 89 km / Ciney via Leffe en Purnode (46 km) / Huy via Leffe, Purnode en Ciney (86 km)
BROUWERIJEN en ABDIJEN: Rulles, Millevertus, Orval, Charmoy, Arthur, Le Clos Belle Rose, Leffe, Maredsous, Brogne, Bocq.
FIETSGIDS: fietsgids Voie verte Trans-Ardennes
LOGIES:
Wij logeerden in:
Chambre d’hôtes Les Grandchamps de Jade; 6 Rue de la Fontaine-Fresnois, F-55600 Montmédy, tel: +33 3 29 80 01 59, http://chambres-d-hotes-grandchampsdejade.com
Hôtel Villa Motel, ZAC les Cailloux, F-55700 Stenay, tel: +33 3 29 80 32 42, www.villamotel.fr
Hôtel Kyriad; Place Bozzi, F-08000 Charleville-Mézières, tel: + 33 3 24 26 32 32, www.kyriad-charleville-mezieres.fr
Hôtel-Logis Le Val Saint-Hilaire; 7 quai des Fours, F-08600 Givet, tel: +33 3 24 42 38 50, www.hotel-val-st-hilaire.com
INFO:
Agence de Développement Touristique Ardennes, 24 Place Ducale, BP 419, 08107 Charleville-Mézières, www.ardennes.com
Val d’Ardenne Tourisme, Rue du Château, F-08320 Vireux-Wallerand, tel: +33 3 24 42 92 42, www.valdardennetourisme.com
Comité Départemental du Tourisme de la Meuse, 33 Rue des Grangettes, F- 55000 Bar le Duc tel: + 33 3 29 45 78 40, www.tourisme-meuse.com
La route de la biére et ses saveurs (autoroute): www.visitardenne.com/all-access/fr/circuits/la-route-de-la-biere-et-ses-saveurs