Ardeche
Over de spoorwegen van de kleine trein in de Ardèche
Bij de Ardèche denken we aan een wilde onstuimige natuur van bergen en diep ingesneden ‘Gorges’ met loodrechte rotsen en kleine zandstrandjes. Een paradijs voor kajakkers, rotsklimmers, wandelaars en mountainbikers. Kleine afgedankte spoorwegen krijgen een nieuwe bestemming die ook gewone fietsers al dan niet in gezinsverband toelaat deze ongerepte natuur kan ontdekken.
Fietsen op maat Tijdens een zoektocht naar fietsmogelijkheden in de Ardèche vallen we op een fietsarrangement aangeboden door de reisorganisatie voor actieve reizen Safran Tours. Een agentschap dat uitpakt met een waaier aan fietsreizen maar ook met enkele wandel-, kano- en andere actieve reizen verdeelt over Frankrijk. |
Zij organiseren meerdaagse tochten op maat van de aanvrager. De Ardèche is ons bekend als een ruig landschap en wij zijn dan ook verwonderd dat wij een arrangement aantreffen voor zowel fietsende gezinnen als sportievere fietsers. De fietsroute heeft als basis het gezinsparcours aangepast met extra lussen voor de meereisende fietser. Het basispakket is daarbij aan te passen naar de noden van het fietsgezelschap. Het fietsarrangement ‘Les anciennes voies du petit train’ was het pilootarrangement van de reisorganisatie. Na meerdere jaren zijn budgetten en subsidies vrijgemaakt om de volledige Voie Verte door de vallei van de Eyrieux fietsvriendelijk te maken. Deze zomer zijn de balustrades vernieuwd en weldra volgt de verbetering van het wegdek.
Via internet nemen we contact met het agentschap. We melden dat we met de TGV aanreizen naar Valence en dat we drie dagen willen fietsen. Enkele weken later krijgen we per post een map toegestuurd met een routeboekje en A4-kleurenkopies van stafkaarten met ingetekende route. Het routeboekje is op naam en vermeldt praktische gegeven zoals telefoonnummers voor technische assistentie onderweg in geval van pech of nood, informatie over de verschillende moeilijkheidsniveaus van de etappes en een handleiding om een band te plakken. Iedere etappe staat volledig uitgeschreven inclusief kilometeraanduiding en hoogteprofiel. Uiteraard ook informatie over de door hun gekozen overnachtingen. Raadgevingen betreffende inkopen voor een picknick en informatie over het transport naar de feitelijke vertrekplaats waar we nog op terug komen.
Via internet nemen we contact met het agentschap. We melden dat we met de TGV aanreizen naar Valence en dat we drie dagen willen fietsen. Enkele weken later krijgen we per post een map toegestuurd met een routeboekje en A4-kleurenkopies van stafkaarten met ingetekende route. Het routeboekje is op naam en vermeldt praktische gegeven zoals telefoonnummers voor technische assistentie onderweg in geval van pech of nood, informatie over de verschillende moeilijkheidsniveaus van de etappes en een handleiding om een band te plakken. Iedere etappe staat volledig uitgeschreven inclusief kilometeraanduiding en hoogteprofiel. Uiteraard ook informatie over de door hun gekozen overnachtingen. Raadgevingen betreffende inkopen voor een picknick en informatie over het transport naar de feitelijke vertrekplaats waar we nog op terug komen.
Tournon-sur-Rhône
We hebben onze treintickets al maanden op voorhand aangekocht waardoor we van sterk gereduceerde prijzen genieten. Kijk je echt geduldig uit naar aanbiedingen op de TGV, kan je met wat geluk promoties vinden aan € 25 of 50. Vanuit Brussel sporen we in minder dan vier uur naar Valence-TGV. Een taxi is voor ons geregeld. De taximaatschappij ‘Payan’ waar Safran mee samenwerkt bezit een taxibusje waar twee fietsen in kunnen, maar ook een grote aanhangwagen waarop fietsenrekken gemonteerd zijn voor tien fietsen. Natuurlijk kan je ook met de fiets naar Tournon-sur-Rhône dat ongeveer 20 km verwijderd ligt. Kom je met de auto dan kan je deze aan € 4,50 in een garage van onze uitvalbasis het hotel Les Azalées, niet ver van het station van Tournon.
Tournon-sur-Rhône is een oude vestingstad met smalle straatjes en een voetgangerszone die toegankelijk is via de Portes des Mauves, slechts op enkele stappen van ons hotel verwijderd. In het verlengde ligt de Rue du Doux, tot in de 19de E een prestigieuze straat met residenties voor de Bourgeoisie en de officieren van de toenmalige garnizoenstad. Links en rechts liggen verborgen steegjes en pleintjes. Één dezer zijdelings van gelegen pleintjes is opgevat als één grote ‘trompe l’oeil’ met muurschilderingen van de achter de gebouwen verscholen heuvels en zogenaamde doorkijken op de wijnbergen. Op een rots langs de Rhône-oever ligt het 16de eeuwse kasteel, nu een museum over de geschiedenis van de stad. Aan de hoofdweg op de kade ligt de ene eetgelegenheid langs de andere. Een aanrader is de wijnbar ‘Carafes en Folie’, waar de jonge eigenaars naast het serveren van heerlijke hoogkwalitatieve haast kunstzinnige maaltijden uitbundig gepaste wijnen suggereren. Hier maken we kennis met de grands crus wijnen van de Ardèche: de witte Condrieu, de rode wijnen Cornas en Saint Joseph. De stad ligt tegen een steile wijnhelling waarin drie torens liggen met op eentje een reuzengroot Mariabeeld. De GR42, deels samenlopend met de Sentier des Tours, komt hier langs en klimt naar een oriëntatietafel boven op de rotsen. Le Jardin d’Eden is de in de helling verborgen tuin van het klooster van de Notre Dame de Tournon die eeuwenlang verboden terrein was en sinds kort opengesteld is voor het publiek. Een historische houten voetgangersbrug met slechts één grote peiler in het midden van de rivier die de brug via dikke stalen kabels draagt, verbindt Tournon met het op de andere oever gelegen Tain l’Hermitage. De Rhône vormt de grens tussen de Ardèche op de rechteroever en de Drôme op de linkeroever.
We hebben onze treintickets al maanden op voorhand aangekocht waardoor we van sterk gereduceerde prijzen genieten. Kijk je echt geduldig uit naar aanbiedingen op de TGV, kan je met wat geluk promoties vinden aan € 25 of 50. Vanuit Brussel sporen we in minder dan vier uur naar Valence-TGV. Een taxi is voor ons geregeld. De taximaatschappij ‘Payan’ waar Safran mee samenwerkt bezit een taxibusje waar twee fietsen in kunnen, maar ook een grote aanhangwagen waarop fietsenrekken gemonteerd zijn voor tien fietsen. Natuurlijk kan je ook met de fiets naar Tournon-sur-Rhône dat ongeveer 20 km verwijderd ligt. Kom je met de auto dan kan je deze aan € 4,50 in een garage van onze uitvalbasis het hotel Les Azalées, niet ver van het station van Tournon.
Tournon-sur-Rhône is een oude vestingstad met smalle straatjes en een voetgangerszone die toegankelijk is via de Portes des Mauves, slechts op enkele stappen van ons hotel verwijderd. In het verlengde ligt de Rue du Doux, tot in de 19de E een prestigieuze straat met residenties voor de Bourgeoisie en de officieren van de toenmalige garnizoenstad. Links en rechts liggen verborgen steegjes en pleintjes. Één dezer zijdelings van gelegen pleintjes is opgevat als één grote ‘trompe l’oeil’ met muurschilderingen van de achter de gebouwen verscholen heuvels en zogenaamde doorkijken op de wijnbergen. Op een rots langs de Rhône-oever ligt het 16de eeuwse kasteel, nu een museum over de geschiedenis van de stad. Aan de hoofdweg op de kade ligt de ene eetgelegenheid langs de andere. Een aanrader is de wijnbar ‘Carafes en Folie’, waar de jonge eigenaars naast het serveren van heerlijke hoogkwalitatieve haast kunstzinnige maaltijden uitbundig gepaste wijnen suggereren. Hier maken we kennis met de grands crus wijnen van de Ardèche: de witte Condrieu, de rode wijnen Cornas en Saint Joseph. De stad ligt tegen een steile wijnhelling waarin drie torens liggen met op eentje een reuzengroot Mariabeeld. De GR42, deels samenlopend met de Sentier des Tours, komt hier langs en klimt naar een oriëntatietafel boven op de rotsen. Le Jardin d’Eden is de in de helling verborgen tuin van het klooster van de Notre Dame de Tournon die eeuwenlang verboden terrein was en sinds kort opengesteld is voor het publiek. Een historische houten voetgangersbrug met slechts één grote peiler in het midden van de rivier die de brug via dikke stalen kabels draagt, verbindt Tournon met het op de andere oever gelegen Tain l’Hermitage. De Rhône vormt de grens tussen de Ardèche op de rechteroever en de Drôme op de linkeroever.
Hoebel de boebel
’s Morgens haalt een taxi ons, de fietsen en onze bagage op aan ons hotel. Via de vallei van de Doux, een zijrivier van de Rhône, met zicht op indrukwekkende Gorges rijden we naar Lamastre, de poort naar het Parc Naturel des Mont d’Ardèche. Vanaf 2010 is gunstiger fietstransport voorzien met het daarvoor speciaal terug in gebruik nemen van de oude spoorlijn tussen Tournon en Lamastre. De 30 km over de niet al te lastige kronkelende weg met de fiets naar boven rijden is natuurlijk een andere mogelijkheid. De rit van Lamastre naar St-Cierge-sous-le-Cheylard bedraagt volgens ons routeboekje slechts 19 km. Belachelijk korte afstand is onze eerste gedachte, maar daar komen we nog op terug. Het is marktdag en we nemen onze tijd om te vertrekken. Onze bagage laten we achter in het toerismebureau op de markt. Een taxi komt deze naar verluidt later ophalen. Aan het einde van het stadje zien we de oude spoorwegbedding die in de vallei ligt van de Sumene, een zijriviertje van de Doux. Al snel begrijpen we dat 19 km over deze steenslagweg met op de eerste 11 km spoorweg meerdere met dikke keien bezaaide tracés geen wandelingetje betekent. In tegendeel, de eerste 11 km gaan dan ook nog bergop tot we in St-Prix via een 300 meter lange tunnel de waterscheiding overschrijden. De geleidelijke klim met een stijgingspercentage van circa twee procent, blijft continue in de smalle vallei waar we over mooie viaducten enkele zijriviertjes overbruggen. Net voor de tunnel waarvan sprake ligt het aardige dorpje Saint-Prix. Hiervoor moeten we wel het vals plat van de spoorweg verlaten voor de met groter verval begeleidende weg. Aan de dorpingang langs enkele zitbanken staan melkkannen. Tijdens onze picknick stopt een tankwagen die de temperatuur van de melk meet en enkele tests uitvoert voor hij de melk opzuigt via een grote buis. Steil omhoog gaat het door smalle straatjes, voorbij aan het kerkje en dan terug de spoorweg op richting tunnel. De tunnel maakt een bocht en erin is het pikdonker. Zelfs met fietslicht is de oneffen bodem een hachelijke bedoening. We komen er ongeschonden doorheen en fietsen enige tijd tussen rotswanden en er volgen nog enkele kleinere tunnels. Maar daarna krijgen we fantastische dieptezichten. De spoorweg maakt een enorme bocht en daar beneden zien we het viaduct waar we straks overheen moeten. Beneden in de vallei ligt een groot stuwmeer, het bassin d’Eyrieux, met aan het begin, van onze positie gezien het einde, de industriestad Cheylard. We zijn tot bijna aan het meer afgedaald. Rechts boven op de heuvelkam ligt ons einddoel voor vandaag, het dorpje St-Cierge-sous-le-Cheylard. Dikke twee kilometer klimmen we over de kronkelende weg naar boven. De beloning is een oude site aan de voet van de rots Le Ranc Courbier met een superbe panoramisch zicht op de het meer met achteraan Cheylard, de spoorviaducten, de weg, de loofbossen, kastanjes, vijgen, perziken en de bergen. Ons logement de rustieke herberg, Auberge Le Champêtre, ligt tegenover het kerkje De mensen leven hier op het ritme van de spoorweg in de vallei, de spoorweg waar nu geen trein meer rijdt.
’s Morgens haalt een taxi ons, de fietsen en onze bagage op aan ons hotel. Via de vallei van de Doux, een zijrivier van de Rhône, met zicht op indrukwekkende Gorges rijden we naar Lamastre, de poort naar het Parc Naturel des Mont d’Ardèche. Vanaf 2010 is gunstiger fietstransport voorzien met het daarvoor speciaal terug in gebruik nemen van de oude spoorlijn tussen Tournon en Lamastre. De 30 km over de niet al te lastige kronkelende weg met de fiets naar boven rijden is natuurlijk een andere mogelijkheid. De rit van Lamastre naar St-Cierge-sous-le-Cheylard bedraagt volgens ons routeboekje slechts 19 km. Belachelijk korte afstand is onze eerste gedachte, maar daar komen we nog op terug. Het is marktdag en we nemen onze tijd om te vertrekken. Onze bagage laten we achter in het toerismebureau op de markt. Een taxi komt deze naar verluidt later ophalen. Aan het einde van het stadje zien we de oude spoorwegbedding die in de vallei ligt van de Sumene, een zijriviertje van de Doux. Al snel begrijpen we dat 19 km over deze steenslagweg met op de eerste 11 km spoorweg meerdere met dikke keien bezaaide tracés geen wandelingetje betekent. In tegendeel, de eerste 11 km gaan dan ook nog bergop tot we in St-Prix via een 300 meter lange tunnel de waterscheiding overschrijden. De geleidelijke klim met een stijgingspercentage van circa twee procent, blijft continue in de smalle vallei waar we over mooie viaducten enkele zijriviertjes overbruggen. Net voor de tunnel waarvan sprake ligt het aardige dorpje Saint-Prix. Hiervoor moeten we wel het vals plat van de spoorweg verlaten voor de met groter verval begeleidende weg. Aan de dorpingang langs enkele zitbanken staan melkkannen. Tijdens onze picknick stopt een tankwagen die de temperatuur van de melk meet en enkele tests uitvoert voor hij de melk opzuigt via een grote buis. Steil omhoog gaat het door smalle straatjes, voorbij aan het kerkje en dan terug de spoorweg op richting tunnel. De tunnel maakt een bocht en erin is het pikdonker. Zelfs met fietslicht is de oneffen bodem een hachelijke bedoening. We komen er ongeschonden doorheen en fietsen enige tijd tussen rotswanden en er volgen nog enkele kleinere tunnels. Maar daarna krijgen we fantastische dieptezichten. De spoorweg maakt een enorme bocht en daar beneden zien we het viaduct waar we straks overheen moeten. Beneden in de vallei ligt een groot stuwmeer, het bassin d’Eyrieux, met aan het begin, van onze positie gezien het einde, de industriestad Cheylard. We zijn tot bijna aan het meer afgedaald. Rechts boven op de heuvelkam ligt ons einddoel voor vandaag, het dorpje St-Cierge-sous-le-Cheylard. Dikke twee kilometer klimmen we over de kronkelende weg naar boven. De beloning is een oude site aan de voet van de rots Le Ranc Courbier met een superbe panoramisch zicht op de het meer met achteraan Cheylard, de spoorviaducten, de weg, de loofbossen, kastanjes, vijgen, perziken en de bergen. Ons logement de rustieke herberg, Auberge Le Champêtre, ligt tegenover het kerkje De mensen leven hier op het ritme van de spoorweg in de vallei, de spoorweg waar nu geen trein meer rijdt.
De Ardèche van de Gorges
We starten uiteraard met de twee kilometer van gisteren, maar nu in vrije val naar beneden. Het hoort een leuke dag te worden, altijd in de vallei over de spoorweg met de stroming mee en dus bergaf. En wat een luxe, de eerste tien kilometer zijn geasfalteerd of van degelijke kwaliteit grind. De natuur is wondermooi, steile rotsen, aan één kant de verkeersweg, aan de andere kant de oude spoorweg op peilers tegen de wand aangeplakt en waarop wij ons bevinden. Het is oktober en we genieten al twee dagen van een zachte zuidenwind. Boven op de rotswanden staan kastanjebomen en bij momenten rijden we letterlijk over een bruin tapijt van kastanjebolsters. De spoorweg door de ruige vallei van de Eyrieux is als Voie Verte geklasseerd en hiervoor zijn subsidies vrijgemaakt om de hem als toeristische route uit te bouwen. De 14 laatste kilometers beneden in de vallei zijn al klaar, maar hier hogerop hebben ze nog pas de oude relingen vervangen en de spoorwegbedding heraangevuld met keien. Dat maakt dat enkele gedeelten momenteel zeer onaangenaam fietsen zijn, maar bij het verschijnen van dit artikel waarschijnlijk in een veel betere staat verkeren. De vallei versmalt en we fietsen de wildromantische Gorges de l’Eyrieux binnen. Dit is de Ardèche ten toppen uit. De rotsen bezitten niet de grootsheid van de Gorges de l’Ardèches die je best met een kajak afvaart, het zou hier trouwens ook niet kunnen van het te ondiepe water, maar doorheen deze Gorges kan je wel fietsen. Aan het einde ligt het station van het middeleeuwse stadje Chalencon. Erachter ligt het oude Hôtel de la Gare, de vensters bedekt met vaalblauwe luiken. Aan de spoorwegrand staat een oude watersilo voor de vroegere stoomlocomotieven van water te voorzien. Hier zijn een vijftal picknickbanken geplaatst, de ideale plaats om te lunchen. Het eigenlijke middeleeuwse centrum van Chalencon ligt 300 m boven de vallei. Er volgt een majestueuze driekoppige rotswand. Op de rotsblokken aan de spoorwegrand liggen bruine salamanders te zonnen, zich weinig storend aan onze aangapende blikken. Na een tunneltje komen we in St-Saveur-de-Montagut, een ietwat groter stadje met alle voorzieningen. Vanaf hier is de vallei iets minder rotsig en hebben de vroegere bewoners en herders smalle terrassen aangelegd om de bodem te bewerken. De Voie Verte is vanaf nu lekker berijdbaar. We logeren in de knusse chambres d’hôtes de la Combe Noire, uitgebaat door een Nederlands echtpaar dat 13 jaar terug dit goed aankocht. Recent hebben ze een mooi zwembad aangelegd en overal in de omgeving van het huis vinden we gezellige hoekjes met tafeltjes en stoelen. Zij hebben enkele Noorse en Franse vrienden uitgenodigd voor een gezellig avondje. Een wijnquiz onder de vorm van wijn proeven uit geblindeerde flessen vindt plaats in de grandioze wijnkelder die de heer des huizes heeft aangelegd. Achteraf eten we lokale specialiteiten en ledigen de flessen die geopend zijn tijdens onze fameuze wijntest. Mijn score: twee op acht, het kon slechter.
We starten uiteraard met de twee kilometer van gisteren, maar nu in vrije val naar beneden. Het hoort een leuke dag te worden, altijd in de vallei over de spoorweg met de stroming mee en dus bergaf. En wat een luxe, de eerste tien kilometer zijn geasfalteerd of van degelijke kwaliteit grind. De natuur is wondermooi, steile rotsen, aan één kant de verkeersweg, aan de andere kant de oude spoorweg op peilers tegen de wand aangeplakt en waarop wij ons bevinden. Het is oktober en we genieten al twee dagen van een zachte zuidenwind. Boven op de rotswanden staan kastanjebomen en bij momenten rijden we letterlijk over een bruin tapijt van kastanjebolsters. De spoorweg door de ruige vallei van de Eyrieux is als Voie Verte geklasseerd en hiervoor zijn subsidies vrijgemaakt om de hem als toeristische route uit te bouwen. De 14 laatste kilometers beneden in de vallei zijn al klaar, maar hier hogerop hebben ze nog pas de oude relingen vervangen en de spoorwegbedding heraangevuld met keien. Dat maakt dat enkele gedeelten momenteel zeer onaangenaam fietsen zijn, maar bij het verschijnen van dit artikel waarschijnlijk in een veel betere staat verkeren. De vallei versmalt en we fietsen de wildromantische Gorges de l’Eyrieux binnen. Dit is de Ardèche ten toppen uit. De rotsen bezitten niet de grootsheid van de Gorges de l’Ardèches die je best met een kajak afvaart, het zou hier trouwens ook niet kunnen van het te ondiepe water, maar doorheen deze Gorges kan je wel fietsen. Aan het einde ligt het station van het middeleeuwse stadje Chalencon. Erachter ligt het oude Hôtel de la Gare, de vensters bedekt met vaalblauwe luiken. Aan de spoorwegrand staat een oude watersilo voor de vroegere stoomlocomotieven van water te voorzien. Hier zijn een vijftal picknickbanken geplaatst, de ideale plaats om te lunchen. Het eigenlijke middeleeuwse centrum van Chalencon ligt 300 m boven de vallei. Er volgt een majestueuze driekoppige rotswand. Op de rotsblokken aan de spoorwegrand liggen bruine salamanders te zonnen, zich weinig storend aan onze aangapende blikken. Na een tunneltje komen we in St-Saveur-de-Montagut, een ietwat groter stadje met alle voorzieningen. Vanaf hier is de vallei iets minder rotsig en hebben de vroegere bewoners en herders smalle terrassen aangelegd om de bodem te bewerken. De Voie Verte is vanaf nu lekker berijdbaar. We logeren in de knusse chambres d’hôtes de la Combe Noire, uitgebaat door een Nederlands echtpaar dat 13 jaar terug dit goed aankocht. Recent hebben ze een mooi zwembad aangelegd en overal in de omgeving van het huis vinden we gezellige hoekjes met tafeltjes en stoelen. Zij hebben enkele Noorse en Franse vrienden uitgenodigd voor een gezellig avondje. Een wijnquiz onder de vorm van wijn proeven uit geblindeerde flessen vindt plaats in de grandioze wijnkelder die de heer des huizes heeft aangelegd. Achteraf eten we lokale specialiteiten en ledigen de flessen die geopend zijn tijdens onze fameuze wijntest. Mijn score: twee op acht, het kon slechter.
De Côtes du Rhône
Het eerstvolgende dorp is Les Ollières-sur-Eyrieux. Op het einde van het dorp waar we terug de spoorweg op kunnen staan de deuren van een leuk met klimop begroeid café-restaurant open. Drinken we nog een theetje? Vanaf Les Ollières-sur-Eyrieux verbreedt de vallei. De hemel is onheilspellend donker, een groot contrast met de vorige dagen maar de temperatuur van 25° blijft gelukkig behouden. Nu het fietspad goed berijdbaar is trekken de hemelsluizen open. In de kortste keren zien we de valleihellingen zelfs niet meer. In St-Laurant-du-Pape verlaten we de spoorweg en nemen de weg naar het middeleeuwse Beauchastel, dat bij de monding in de Rhône in de heuvelflank ligt. Oude smalle straatjes liggen steil in de helling aan de voet van de donjon. Normaal beschrijft ons routeboekje een route over het balkon van de Rhône waarvoor we in het totaal 600 hoogtemeters moeten overwinnen. Maar door de hevige regen in de bergen lijkt ons dit zowel nutteloos als waanzin. We besluiten langs de Rhône te blijven en trachten de in project verkerende fietsroute Lemans-Middellandse Zee te volgen zoals deze op de fietskaart La Drôme à vélo staat ingetekend, een kaart die ik op mijn eerste dag zag liggen en mijn interesse trok. Waarschijnlijk minder spectaculair als de route door de bergen, maar in deze omstandigheden wel te verkiezen en uiteraard vlak. We willen over het jaagpad fietsen maar gezien dit net als de spoorweg met dikke keien bezaaid is, zien we daar wijselijk zeer snel van af. 150000 jaar geschiedenis zijn te bezichtigen in twee prehistorische grotten te Soyons. Het weer klaart in de vallei wat op en een schraal zonnetje komt zelfs af en toe piepen. Zo krijgen we toch nog zicht op de wijnhellingen aan beide zijden van de rivier. In Valence wisselen we van oever en zoeken na een passage door de smalle straten van de voetgangerszone rondom de kathedraal met meerdere mooie 16de eeuwse huizen, het jaagpad op. We volgen eerst het hier goed berijdbare grindpad en daarna een weg met fietsstrook over een riviereiland. We komen voorbij een Europees gocartcircuit en steken terug over naar de linkeroever, deeluitmakend van de Drôme. Hier merken we verscheidene genummerde fietsroutes op van La Drôme à vélo. In Tain l’Hermitage betreden we de voetgangersbrug een soort fietssluis. Voor ons ligt Tournon-sur-Rhône met zijn kasteel aan de voet van de wijnhelling met zijn drie torens.
Het eerstvolgende dorp is Les Ollières-sur-Eyrieux. Op het einde van het dorp waar we terug de spoorweg op kunnen staan de deuren van een leuk met klimop begroeid café-restaurant open. Drinken we nog een theetje? Vanaf Les Ollières-sur-Eyrieux verbreedt de vallei. De hemel is onheilspellend donker, een groot contrast met de vorige dagen maar de temperatuur van 25° blijft gelukkig behouden. Nu het fietspad goed berijdbaar is trekken de hemelsluizen open. In de kortste keren zien we de valleihellingen zelfs niet meer. In St-Laurant-du-Pape verlaten we de spoorweg en nemen de weg naar het middeleeuwse Beauchastel, dat bij de monding in de Rhône in de heuvelflank ligt. Oude smalle straatjes liggen steil in de helling aan de voet van de donjon. Normaal beschrijft ons routeboekje een route over het balkon van de Rhône waarvoor we in het totaal 600 hoogtemeters moeten overwinnen. Maar door de hevige regen in de bergen lijkt ons dit zowel nutteloos als waanzin. We besluiten langs de Rhône te blijven en trachten de in project verkerende fietsroute Lemans-Middellandse Zee te volgen zoals deze op de fietskaart La Drôme à vélo staat ingetekend, een kaart die ik op mijn eerste dag zag liggen en mijn interesse trok. Waarschijnlijk minder spectaculair als de route door de bergen, maar in deze omstandigheden wel te verkiezen en uiteraard vlak. We willen over het jaagpad fietsen maar gezien dit net als de spoorweg met dikke keien bezaaid is, zien we daar wijselijk zeer snel van af. 150000 jaar geschiedenis zijn te bezichtigen in twee prehistorische grotten te Soyons. Het weer klaart in de vallei wat op en een schraal zonnetje komt zelfs af en toe piepen. Zo krijgen we toch nog zicht op de wijnhellingen aan beide zijden van de rivier. In Valence wisselen we van oever en zoeken na een passage door de smalle straten van de voetgangerszone rondom de kathedraal met meerdere mooie 16de eeuwse huizen, het jaagpad op. We volgen eerst het hier goed berijdbare grindpad en daarna een weg met fietsstrook over een riviereiland. We komen voorbij een Europees gocartcircuit en steken terug over naar de linkeroever, deeluitmakend van de Drôme. Hier merken we verscheidene genummerde fietsroutes op van La Drôme à vélo. In Tain l’Hermitage betreden we de voetgangersbrug een soort fietssluis. Voor ons ligt Tournon-sur-Rhône met zijn kasteel aan de voet van de wijnhelling met zijn drie torens.
Praktische fiche:
ARRANGEMENT: ‘Les anciennes voies du petit train’ = 4 dagen/3 nachten - 5 dagen/4 nachten - 8 dagen/7 nachten
Agence de voyages Safran, Les Cascades, F-26400 Mirabel et Blacons, tel: +33 4 75 25 78 78, +33 4 75 25 78 77, [email protected], www.safrantours.com
AFSTAND: 125 km
Etappe 1: Lamastre - St-Cierge-sous-le-Cheylard = 22 km; duur = 2:45 uur
Etappe 2: St-Cierge-sous-le-Cheylard - Les Ollières-sur-Eyrieux = 33 km ; duur 3:30 uur
Etappe 3: Ollières-sur-Eyrieux - Tournon-sur-Rhône = 60 km via de Rhône; 70 km via het balkon van de Rhône
AFSTAND: 125 km
VERVOER:
Met de auto: Autoroute de Soleil tot Valence = A31/A6/A7; afrit 13; D532 naar Tain l’Hermitage; brug over naar Tournon-sur-Rhône = 815 km (vanuit Brussel)
Met de trein: TGV Brussel-Zuid – Valence TGV; duur 3:40 uur
ETEN en DRINKEN: Carafes en Folie, 56 Avenue Maréchal Foch +33 4 75 08 19 52, www.carafes-en-folie.com
KAART en GIDS: inbegrepen in het arrangement
LOGIES en INFO: Ardèche Tourisme, Agence de Développement Touristique de l’Ardèche, 4 Cours du Palais, F-07000 Privas, tel: +33 4 75 64 04 66, [email protected], www.ardeche-guide.co
ARRANGEMENT: ‘Les anciennes voies du petit train’ = 4 dagen/3 nachten - 5 dagen/4 nachten - 8 dagen/7 nachten
Agence de voyages Safran, Les Cascades, F-26400 Mirabel et Blacons, tel: +33 4 75 25 78 78, +33 4 75 25 78 77, [email protected], www.safrantours.com
AFSTAND: 125 km
Etappe 1: Lamastre - St-Cierge-sous-le-Cheylard = 22 km; duur = 2:45 uur
Etappe 2: St-Cierge-sous-le-Cheylard - Les Ollières-sur-Eyrieux = 33 km ; duur 3:30 uur
Etappe 3: Ollières-sur-Eyrieux - Tournon-sur-Rhône = 60 km via de Rhône; 70 km via het balkon van de Rhône
AFSTAND: 125 km
VERVOER:
Met de auto: Autoroute de Soleil tot Valence = A31/A6/A7; afrit 13; D532 naar Tain l’Hermitage; brug over naar Tournon-sur-Rhône = 815 km (vanuit Brussel)
Met de trein: TGV Brussel-Zuid – Valence TGV; duur 3:40 uur
ETEN en DRINKEN: Carafes en Folie, 56 Avenue Maréchal Foch +33 4 75 08 19 52, www.carafes-en-folie.com
KAART en GIDS: inbegrepen in het arrangement
LOGIES en INFO: Ardèche Tourisme, Agence de Développement Touristique de l’Ardèche, 4 Cours du Palais, F-07000 Privas, tel: +33 4 75 64 04 66, [email protected], www.ardeche-guide.co