Fortenfietsroute Luik - Maastricht
In nasleep van de Frans-Duitse Oorlog (1870-1871) ontwierp Brialmont in 1888 de fortengordel rond Luik. Die diende om de vijand buiten de stad te houden en de bruggen en industrie in de Maasvallei te beschermen. Op de fiets gaan we op zoek naar het verhaal van de strategische ligging van de forten rond Luik en Maastricht.
De fortengordel(s) van Luik
Een fort was een zelfstandig, gesloten, aan alle kanten verdedigbaar militair bouwwerk, uitgerust met zwaar geschut. In 1887 kreeg luitenant-generaal Henri Alexis Brialmont de opdracht voor het ontwerpen van fortengordels rond Antwerpen, Namen en Luik. De forten van Antwerpen dienden voor verdediging van de haven en indien nodig als nationaal schuiloord. De gordel rond Namen beschermde een belangrijk spoorwegknooppunt en schiep een verdediging tegen een mogelijk Franse aanval. De fortengordel rond Luik diende voor verdediging van het industriebekken aan de Maas en mogelijke Duitse agressie. De twaalf forten van de vesting Luik, met name Flémalle, Hollogne, Loncin, Lantin, Liers, Pontisse, Barchon, Évegnée, Fléron, Chaudfontaine, Embourg, Boncelles, werden allen gebouwd in 1888 en dit in enkele maanden tijd. Ze situeerden zich op maximaal 9 km van het stadscentrum. |
Tussen de beide Wereldoorlogen herzag België haar verdediging als gevolg van de gewijzigde internationale krachtsverhoudingen. Om de oostelijke defensie te vergroten bouwde men tussen 1935 en 1940 aan de oostzijde van Luik vier nieuwe forten, op een afstand van ongeveer 20 km van de binnenstad. Dit waren de Forten van Ében-Émael, Aubin-Neufchâteau, Battice en Tancrémont.
Klooster annex fort
In Luik vloeien Vesder, Ourthe en Maas samen en tussen Luik en Maastricht stromen Jeker, Voer en Berwinne in de Maas. Allemaal diep in het landschap ingesneden rivieren met steile valleihellingen. Vanwege de circulaire en strategische ligging van de forten rond Luik, op hoog gelegen plekken met open zicht in het landschap, betekent dat op deze fortenfietsroute al eens deftig geklommen dient te worden.
We verlaten het station van Luik-Guillemins richting de ‘Tour Paradis’, de Luikse wolkenkrabber’ aan de Maas. Hier steken we via de mooi klinkende ‘Passerelle-la-Belle-Liègeois’ de Maas over naar het Park van Boverie. Het fietspad loopt onder twee bruggen door, over muurpaadjes in de Maas. In de wijk Outremeuse, een eiland omringd door twee armen van de Maas, passeren we de jeugdherberg Georges Simenon. Nog enkele straten door en opnieuw de rivier over en we beginnen aan onze eerste klim naar het fort van Chartreuse. Deze is best pittig en een voorproefje van wat ons nog te wachten staat. De heuvel Mont Cornillon in Luik was sinds 1124 de locatie van een norbertijnenklooster. In 1360 namen kartuizers het klooster over. Het kartuizerklooster had door haar ligging op een heuvel een strategisch belang tijdens de Franse beschieting van Luik in 1691. De Kartuizers verlieten het klooster in 1793. In 1817 werd het huidige fort gebouwd in opdracht van koning Willem I der Nederlanden. Het fort is genoemd naar het onherbergzame Chartreuse, een bergmassief in de Franse Alpen, waar de Kartuizerorde in 1084 gesticht werd. Door de bouw van een nieuwe fortengordel rond Luik in 1888 verloor het fort zijn waarde. De vesting werd in 1891 als verdedigingswerk gedeclasseerd en omgevormd tot kazerne. Tijdens WO I en WO II wordt het Fort van Chartreuse na verovering door de Duitsers telkens gebruikt als gevangenis. Sinds 1980 is het fort verlaten en in verval geraakt. Tegenwoordig is dit verlaten fort populair bij urban explorers die er hun werk van gemaakt hebben in het fotograferen van verlaten vervallen gebouwen en plekken. Overal in het fort hebben graffitispuiters hun ding gedaan. Als we door een toegangstunnel van het fort fietsen, hebben we zicht op de dikte van de muren en de met elkaar verbonden identieke kazematten, van elkaar gescheiden door op één lijn liggende rondbogen.
In Luik vloeien Vesder, Ourthe en Maas samen en tussen Luik en Maastricht stromen Jeker, Voer en Berwinne in de Maas. Allemaal diep in het landschap ingesneden rivieren met steile valleihellingen. Vanwege de circulaire en strategische ligging van de forten rond Luik, op hoog gelegen plekken met open zicht in het landschap, betekent dat op deze fortenfietsroute al eens deftig geklommen dient te worden.
We verlaten het station van Luik-Guillemins richting de ‘Tour Paradis’, de Luikse wolkenkrabber’ aan de Maas. Hier steken we via de mooi klinkende ‘Passerelle-la-Belle-Liègeois’ de Maas over naar het Park van Boverie. Het fietspad loopt onder twee bruggen door, over muurpaadjes in de Maas. In de wijk Outremeuse, een eiland omringd door twee armen van de Maas, passeren we de jeugdherberg Georges Simenon. Nog enkele straten door en opnieuw de rivier over en we beginnen aan onze eerste klim naar het fort van Chartreuse. Deze is best pittig en een voorproefje van wat ons nog te wachten staat. De heuvel Mont Cornillon in Luik was sinds 1124 de locatie van een norbertijnenklooster. In 1360 namen kartuizers het klooster over. Het kartuizerklooster had door haar ligging op een heuvel een strategisch belang tijdens de Franse beschieting van Luik in 1691. De Kartuizers verlieten het klooster in 1793. In 1817 werd het huidige fort gebouwd in opdracht van koning Willem I der Nederlanden. Het fort is genoemd naar het onherbergzame Chartreuse, een bergmassief in de Franse Alpen, waar de Kartuizerorde in 1084 gesticht werd. Door de bouw van een nieuwe fortengordel rond Luik in 1888 verloor het fort zijn waarde. De vesting werd in 1891 als verdedigingswerk gedeclasseerd en omgevormd tot kazerne. Tijdens WO I en WO II wordt het Fort van Chartreuse na verovering door de Duitsers telkens gebruikt als gevangenis. Sinds 1980 is het fort verlaten en in verval geraakt. Tegenwoordig is dit verlaten fort populair bij urban explorers die er hun werk van gemaakt hebben in het fotograferen van verlaten vervallen gebouwen en plekken. Overal in het fort hebben graffitispuiters hun ding gedaan. Als we door een toegangstunnel van het fort fietsen, hebben we zicht op de dikte van de muren en de met elkaar verbonden identieke kazematten, van elkaar gescheiden door op één lijn liggende rondbogen.
Op en neer
We dalen naar de Ourthe waarlangs we via de Ravel de agglomeratie Luik verlaten. Tot Tilff, de start- en aankomstplaats van de wielertoeristenversie van ‘La Doyenne’ of hier dus ‘Tilff-Bastogne-Tilff’. Een rit gekenmerkt door het vele en venijnig klimwerk van begin tot einde. Dat geld ook voor onze rit, onze tweede klim naar de universiteit van Sart-Tilman, de grootste universiteit van Luik, is er eentje in twee trappen. De tweede nog steiler en langer dan de eerste. We fietsen over de fietspaden doorheen de campus, naar de aangrenzende gemeente Boncelles. De locatie van ons eerste fort van de eerste gordel. Forten van dit type hebben slechts één toegang. Deze is smal door hoge muren ingebed en rechtdoor rechtaan. Links en rechts van de toegangspoort bevonden zich, voor de vijand buiten zicht, verstoken geschutstellingen. De poort gaf toegang tot een hier driehoekige droge gracht omsloten door meters hoge dikke betonnen muren. In gelijkaardige forten met een grotere artilleriecapaciteit was dit een vierkantige gracht. In de muur achter de toegangspoort was er nog een geschutstelling met zwaar geschut. Je reinste zelfmoord was het om langs hier het fort te benaderen. Aan het fortmuseum staan enkele tanks uit WO II, gewoon langs de straat geparkeerd (www.musee-fortdeboncelles.com). De Ravel ‘Bois de Marchandise’ loopt door een mooie bosstrook naar Seraing, wat ooit het middelpunt was van de zware metaalindustrie langs de Luikse Maas. Waar ooit slecht riekende ongezonde zwaveldampen over huizen en auto’s neerstreken, fiets je nu door een totaal gerenoveerd hip centrum met aandacht voor mens en fietser. Na een fikse ingreep, te danken aan de oversteek van de Eurovelo 19 Maasfietsroute, kunnen we nu relatief veilig de zwaar bereden Maasbrug over. De Maas beneden, het fort van Flemalle ginds boven op de andere oever. De derde klim is werkelijk buiten categorie, eentje van een andere planeet. Eerst trekt ie nog gezapig naar boven tot we naar links draaien waar ons 350 m wacht aan 18% tot 22%. Een equivalent aan de Keutenberg uit de Amstel Gold Race. De beloning is een wijds zicht op de Maasvallei. Het fort bezit een unicum met een geitenkudde die vaak op de geschutskoepels ligt te rusten. Op bepaalde weekenddagen is zowel een klassiek als virtueel bezoek (VR’40 experience tour) mogelijk (fortdeflemalle.wixsite.com/fortdeflemalle).
We dalen naar de Ourthe waarlangs we via de Ravel de agglomeratie Luik verlaten. Tot Tilff, de start- en aankomstplaats van de wielertoeristenversie van ‘La Doyenne’ of hier dus ‘Tilff-Bastogne-Tilff’. Een rit gekenmerkt door het vele en venijnig klimwerk van begin tot einde. Dat geld ook voor onze rit, onze tweede klim naar de universiteit van Sart-Tilman, de grootste universiteit van Luik, is er eentje in twee trappen. De tweede nog steiler en langer dan de eerste. We fietsen over de fietspaden doorheen de campus, naar de aangrenzende gemeente Boncelles. De locatie van ons eerste fort van de eerste gordel. Forten van dit type hebben slechts één toegang. Deze is smal door hoge muren ingebed en rechtdoor rechtaan. Links en rechts van de toegangspoort bevonden zich, voor de vijand buiten zicht, verstoken geschutstellingen. De poort gaf toegang tot een hier driehoekige droge gracht omsloten door meters hoge dikke betonnen muren. In gelijkaardige forten met een grotere artilleriecapaciteit was dit een vierkantige gracht. In de muur achter de toegangspoort was er nog een geschutstelling met zwaar geschut. Je reinste zelfmoord was het om langs hier het fort te benaderen. Aan het fortmuseum staan enkele tanks uit WO II, gewoon langs de straat geparkeerd (www.musee-fortdeboncelles.com). De Ravel ‘Bois de Marchandise’ loopt door een mooie bosstrook naar Seraing, wat ooit het middelpunt was van de zware metaalindustrie langs de Luikse Maas. Waar ooit slecht riekende ongezonde zwaveldampen over huizen en auto’s neerstreken, fiets je nu door een totaal gerenoveerd hip centrum met aandacht voor mens en fietser. Na een fikse ingreep, te danken aan de oversteek van de Eurovelo 19 Maasfietsroute, kunnen we nu relatief veilig de zwaar bereden Maasbrug over. De Maas beneden, het fort van Flemalle ginds boven op de andere oever. De derde klim is werkelijk buiten categorie, eentje van een andere planeet. Eerst trekt ie nog gezapig naar boven tot we naar links draaien waar ons 350 m wacht aan 18% tot 22%. Een equivalent aan de Keutenberg uit de Amstel Gold Race. De beloning is een wijds zicht op de Maasvallei. Het fort bezit een unicum met een geitenkudde die vaak op de geschutskoepels ligt te rusten. Op bepaalde weekenddagen is zowel een klassiek als virtueel bezoek (VR’40 experience tour) mogelijk (fortdeflemalle.wixsite.com/fortdeflemalle).
De plateauforten
Gestaag gaat het nog enige tijd omhoog naar het vliegveld van Bierset. We moeten daar een dikke kilometer over een toegangsweg naar de luchthaven fietsen en zijn wat geducht voor het verkeer, maar het is zondag en het valt best mee. Er is de mogelijk uit te wijken naar de parkeerterrein van het vliegveld en een betonnen wandelstrook. De gebruikelijke verzonken toegang tot het fort van Hollogne is niet meer in gebruik en aan het oog onttrokken door overwoekerende en ondoordringbaar struikgewas. De ‘nieuwe’ toegangsweg aangebracht in een hoek van het in een bosje verstoken driehoekig fort bevindt zich net achter het Park Inn Liège Airport hotel. Het fort is afgesloten door een metalen hek en biedt een mooie inkijk op de droge gracht en zijn betonnen blokken (www.fortdehollogneliege.be). We hebben intussen de rand van het Haspengouws plateau bereikt. Hier liggen achtereenvolgens de forten van Loncin, Lantin en Liers. Loncin is het enige fort dat, op maandag na, dagelijks individueel zowel klassiek als scénografisch met audiogids te bezoeken valt (www.fortdeloncin.be). Het fort van Lantin wordt slechts op bepaalde tijdstippen opengesteld (fortdelantin.be). Het fort van Liers toont een vervallen indruk en op het terrein is nu een bedrijf actief. We dalen af in de Jekervallei. De Jeker werd bij de bouw van het Albertkanaal er onderdoor geleid. Tussen Jeker en kanaal zit het Fort van Ében-Émael gekneld. Het was een uniek gelegen en uitstekend bewapend sperfort, met 17 ondergronds met elkaar verbonden bunkers (www.fort-eben-emael.be). De Tweede Wereldoorlog begon voor België op 10 mei 1940 met de aanval op de bruggen van Vroenhoven, Veldwezelt, Kanne en op het fort van Ében-Émael. Met één gecoördineerde Duitse verrassingsaanval met zweefvliegtuigen overmeesterden ze in 10 dagen het oninneembare geachte fort.
Gestaag gaat het nog enige tijd omhoog naar het vliegveld van Bierset. We moeten daar een dikke kilometer over een toegangsweg naar de luchthaven fietsen en zijn wat geducht voor het verkeer, maar het is zondag en het valt best mee. Er is de mogelijk uit te wijken naar de parkeerterrein van het vliegveld en een betonnen wandelstrook. De gebruikelijke verzonken toegang tot het fort van Hollogne is niet meer in gebruik en aan het oog onttrokken door overwoekerende en ondoordringbaar struikgewas. De ‘nieuwe’ toegangsweg aangebracht in een hoek van het in een bosje verstoken driehoekig fort bevindt zich net achter het Park Inn Liège Airport hotel. Het fort is afgesloten door een metalen hek en biedt een mooie inkijk op de droge gracht en zijn betonnen blokken (www.fortdehollogneliege.be). We hebben intussen de rand van het Haspengouws plateau bereikt. Hier liggen achtereenvolgens de forten van Loncin, Lantin en Liers. Loncin is het enige fort dat, op maandag na, dagelijks individueel zowel klassiek als scénografisch met audiogids te bezoeken valt (www.fortdeloncin.be). Het fort van Lantin wordt slechts op bepaalde tijdstippen opengesteld (fortdelantin.be). Het fort van Liers toont een vervallen indruk en op het terrein is nu een bedrijf actief. We dalen af in de Jekervallei. De Jeker werd bij de bouw van het Albertkanaal er onderdoor geleid. Tussen Jeker en kanaal zit het Fort van Ében-Émael gekneld. Het was een uniek gelegen en uitstekend bewapend sperfort, met 17 ondergronds met elkaar verbonden bunkers (www.fort-eben-emael.be). De Tweede Wereldoorlog begon voor België op 10 mei 1940 met de aanval op de bruggen van Vroenhoven, Veldwezelt, Kanne en op het fort van Ében-Émael. Met één gecoördineerde Duitse verrassingsaanval met zweefvliegtuigen overmeesterden ze in 10 dagen het oninneembare geachte fort.
Mergel en cement
Van het fort fietsen we langs het Albertkanaal naar de brug van Vroenhoven. In woord, geluid, foto en film brengt het museum ‘De brug’ het volledige verhaal van het oorlogsbegin op 10, 11 en 12 mei 1940 in Zuidoost-Limburg. Aanpalend ligt de brasserie ‘Onder de brug’ waar het genieten is van een drankje of hapje op het hoog boven het kanaal uitstekend terras. Over het jaagpad langs de overzijde van het kanaal fietsen we terug naar Kanne en dan door de kanaaldoorsteek van de Sint-Pietersberg. In de loodrechte mergelwand ontwaren we aan de overkant het uiteinde van één der onderaardse gangen van het Fort van Ében-Émael met langs de versterkte metalen deur een geschutstelling. Bovenop de mergelwand staat een geschutskoepel. De imponerende sluizen van Lanaye maken een verbinding tussen het Albertkanaal en de Maas, die we volgen richting Maastricht. Na de voormalige cementfabriek ‘ENCI’ nemen we de steile toegangsweg naar het buitengoed Slavante, een brasserie met opnieuw een fantastisch terras, ditmaal met dieptezicht op de Maas. Velen stoppen hier om even op adem te komen, want het tweede deel van onze vierde klim de Zonneberg omhoog is weeral letterlijk gezegd … adembenemend. Net als de beloning, een glazen uitzichtplatform met huiveringwekkend dieptezicht op de aan natuur teruggegeven ENCI-groeve.
Van het fort fietsen we langs het Albertkanaal naar de brug van Vroenhoven. In woord, geluid, foto en film brengt het museum ‘De brug’ het volledige verhaal van het oorlogsbegin op 10, 11 en 12 mei 1940 in Zuidoost-Limburg. Aanpalend ligt de brasserie ‘Onder de brug’ waar het genieten is van een drankje of hapje op het hoog boven het kanaal uitstekend terras. Over het jaagpad langs de overzijde van het kanaal fietsen we terug naar Kanne en dan door de kanaaldoorsteek van de Sint-Pietersberg. In de loodrechte mergelwand ontwaren we aan de overkant het uiteinde van één der onderaardse gangen van het Fort van Ében-Émael met langs de versterkte metalen deur een geschutstelling. Bovenop de mergelwand staat een geschutskoepel. De imponerende sluizen van Lanaye maken een verbinding tussen het Albertkanaal en de Maas, die we volgen richting Maastricht. Na de voormalige cementfabriek ‘ENCI’ nemen we de steile toegangsweg naar het buitengoed Slavante, een brasserie met opnieuw een fantastisch terras, ditmaal met dieptezicht op de Maas. Velen stoppen hier om even op adem te komen, want het tweede deel van onze vierde klim de Zonneberg omhoog is weeral letterlijk gezegd … adembenemend. Net als de beloning, een glazen uitzichtplatform met huiveringwekkend dieptezicht op de aan natuur teruggegeven ENCI-groeve.
De vestingstad Maastricht
De Romeinen waren de eerste die hier een vesting, een castellum, bouwden. Hoewel Maastricht niet bekend staat als vestingstad is het uniek als het gaat om de aanwezige vestingwerken. Vanaf de 16e E werden vanwege de destijds ontstane zwaardere artillerievuurkracht buiten de stadsmuren buitenwerken aangelegd die de vijandelijke beschietingen op afstand moesten houden. De resten van deze vestingwerken ter verdediging van de stad Maastricht zijn opgenomen in het Frontenpark en het Waldeckpark, ook wel ‘kazematten’ genoemd. Waar thans het Waldeckpark ligt, sneuvelde op 25 juni 1673 Charles de Batz de Castelmore, beter bekend als de musketier D'Artagnan, tijdens het Beleg van Maastricht. Naar aanleiding van dit beleg werd hier in 1688-90 ter versterking van de buitenwerken aan de zuidwestzijde van de stad het bastion Waldeck aangelegd. Van 1770-80 werd de buitenwand van de droge gracht versterkt met een contrescarp, een talud aan de buitenzijde van de gracht, bekleed met een muur van gemetselde baksteen met op regelmatige afstanden mergelblokken in kettingverband. Achter deze muur bevindt zich een caponnière, een langgerekte, gebogen kazemat met schietgaten van waaruit een vijand die zich in de droge gracht waagde, van achteren beschoten kon worden. De caponnière is door gangen verbonden met het ondergrondse gangenstelsel van Maastricht.
Het Frontenpark is een stads- en natuurpark aan de westrand van het centrum van Maastricht. Vanouds bestaan deze vestingwerken uit een hoger gelegen deel met droge grachten, de ‘Hoge Fronten’, en een laag gelegen deel met natte grachten, de ‘Lage Fronten’. Het park is vrij toegankelijk voor wandelaars. Van de Hoge Fronten is bovengronds ruim een derde bewaard gebleven. Het 11 km lange netwerk van ondergrondse verdedigingswerken is nog min of meer intact. De Lage Fronten behoorden tot de 'natte' buitenwerken van Maastricht, met grachten die gevuld waren met water.
Het Fort Sint Pieter kwam tot stand in 1701-02 op de noordflank van de Sint-Pietersberg in Maastricht. Het vijfhoekig fort werd gebouwd ter verdediging van de zuidelijke vestingmuren van Maastricht nadat de Fransen in 1673 de Sint-Pietersberg hadden ingenomen om van hieraf met kanonnen bressen te slaan in de zuidelijke vestingmuren. Vandaag is het bouwwerk een toeristische attractie.
De Romeinen waren de eerste die hier een vesting, een castellum, bouwden. Hoewel Maastricht niet bekend staat als vestingstad is het uniek als het gaat om de aanwezige vestingwerken. Vanaf de 16e E werden vanwege de destijds ontstane zwaardere artillerievuurkracht buiten de stadsmuren buitenwerken aangelegd die de vijandelijke beschietingen op afstand moesten houden. De resten van deze vestingwerken ter verdediging van de stad Maastricht zijn opgenomen in het Frontenpark en het Waldeckpark, ook wel ‘kazematten’ genoemd. Waar thans het Waldeckpark ligt, sneuvelde op 25 juni 1673 Charles de Batz de Castelmore, beter bekend als de musketier D'Artagnan, tijdens het Beleg van Maastricht. Naar aanleiding van dit beleg werd hier in 1688-90 ter versterking van de buitenwerken aan de zuidwestzijde van de stad het bastion Waldeck aangelegd. Van 1770-80 werd de buitenwand van de droge gracht versterkt met een contrescarp, een talud aan de buitenzijde van de gracht, bekleed met een muur van gemetselde baksteen met op regelmatige afstanden mergelblokken in kettingverband. Achter deze muur bevindt zich een caponnière, een langgerekte, gebogen kazemat met schietgaten van waaruit een vijand die zich in de droge gracht waagde, van achteren beschoten kon worden. De caponnière is door gangen verbonden met het ondergrondse gangenstelsel van Maastricht.
Het Frontenpark is een stads- en natuurpark aan de westrand van het centrum van Maastricht. Vanouds bestaan deze vestingwerken uit een hoger gelegen deel met droge grachten, de ‘Hoge Fronten’, en een laag gelegen deel met natte grachten, de ‘Lage Fronten’. Het park is vrij toegankelijk voor wandelaars. Van de Hoge Fronten is bovengronds ruim een derde bewaard gebleven. Het 11 km lange netwerk van ondergrondse verdedigingswerken is nog min of meer intact. De Lage Fronten behoorden tot de 'natte' buitenwerken van Maastricht, met grachten die gevuld waren met water.
Het Fort Sint Pieter kwam tot stand in 1701-02 op de noordflank van de Sint-Pietersberg in Maastricht. Het vijfhoekig fort werd gebouwd ter verdediging van de zuidelijke vestingmuren van Maastricht nadat de Fransen in 1673 de Sint-Pietersberg hadden ingenomen om van hieraf met kanonnen bressen te slaan in de zuidelijke vestingmuren. Vandaag is het bouwwerk een toeristische attractie.
Het andere Maastricht
Het Bassin is in de jaren 1824-26 gegraven op de plek waar tot de inname van Maastricht door de Franse revolutionairen de Commanderij Nieuwen Biesen van de ridders van de Duitse Orde lag. De haven was het sluitstuk van de 123 km lange Zuid-Willemsvaart, waarvan de aanleg in 1817 was gestart. Het Bassin verbond het kanaal via een sluis met de rivier de Maas. De verbinding tussen het Bassin en de Zuid-Willemsvaart, dwars door de gordel van vestingwerken van Maastricht, was gecompliceerd en vormde een hindernis voor het scheepvaartverkeer. Vanaf 1850 was het Bassin tevens verbonden met het in dat jaar geopende Kanaal Luik-Maastricht. De hoge en lage kades, de kademuren met trappen en werfkelders, het havenmeestershuisje en de hellingbaan van het Bassin dateren uit deze periode. Nu zijn meerdere werfkelders aan het verstoken Bassin hippe horecazaken met in de zomer uitnodigende terrasjes aan het water. We fietsen langs de Maas naar de Helpoort, dat het vestingmuseum Maastricht huisvest. Via de Hoge Brug, een voetgangers- en fietsbrug, steken we de Maas over en nemen de fietssnelweg naar het middeleeuwse Eijsden met zijn witgeschilderde huisjes en kasseistraten. We nemen een kijkje bij het grootse kasteel van Eijsden in typisch Maaslandse steil en gaan dan op zoek naar het Fort van Navagne, ook aangeduid als de Elvenschans. Het was een koninklijk fort in Moelingen (België) op de grens met Eijsden (Nederland) en had een strategische positie aan de Maas. Het fort diende in de 17e E als Spaanse uitvalsbasis voor de belegering van Maastricht en werd in de 18e E gebruikt om tol te heffen op de Maasvaart. Onze zoektocht eindigt bij de grenspaal met op Belgische zijde een info zuil en op Nederlandse zijde de Roestige Archeo vindplaatsplaat, kenmerkend voor de Nederlands Limburgse Archeoroute (archeoroutelimburg.nl).
Het Bassin is in de jaren 1824-26 gegraven op de plek waar tot de inname van Maastricht door de Franse revolutionairen de Commanderij Nieuwen Biesen van de ridders van de Duitse Orde lag. De haven was het sluitstuk van de 123 km lange Zuid-Willemsvaart, waarvan de aanleg in 1817 was gestart. Het Bassin verbond het kanaal via een sluis met de rivier de Maas. De verbinding tussen het Bassin en de Zuid-Willemsvaart, dwars door de gordel van vestingwerken van Maastricht, was gecompliceerd en vormde een hindernis voor het scheepvaartverkeer. Vanaf 1850 was het Bassin tevens verbonden met het in dat jaar geopende Kanaal Luik-Maastricht. De hoge en lage kades, de kademuren met trappen en werfkelders, het havenmeestershuisje en de hellingbaan van het Bassin dateren uit deze periode. Nu zijn meerdere werfkelders aan het verstoken Bassin hippe horecazaken met in de zomer uitnodigende terrasjes aan het water. We fietsen langs de Maas naar de Helpoort, dat het vestingmuseum Maastricht huisvest. Via de Hoge Brug, een voetgangers- en fietsbrug, steken we de Maas over en nemen de fietssnelweg naar het middeleeuwse Eijsden met zijn witgeschilderde huisjes en kasseistraten. We nemen een kijkje bij het grootse kasteel van Eijsden in typisch Maaslandse steil en gaan dan op zoek naar het Fort van Navagne, ook aangeduid als de Elvenschans. Het was een koninklijk fort in Moelingen (België) op de grens met Eijsden (Nederland) en had een strategische positie aan de Maas. Het fort diende in de 17e E als Spaanse uitvalsbasis voor de belegering van Maastricht en werd in de 18e E gebruikt om tol te heffen op de Maasvaart. Onze zoektocht eindigt bij de grenspaal met op Belgische zijde een info zuil en op Nederlandse zijde de Roestige Archeo vindplaatsplaat, kenmerkend voor de Nederlands Limburgse Archeoroute (archeoroutelimburg.nl).
Het Land van Herve
Klim nummer vijf biedt zich aan, naar het Fort van Aubin-Neufchâteau (fort-aubin-neufchateau.be). Ten aanzien van de vorigen een gemakkelijkere klim die nog even stevig aantrekt naar het einde toe. Aan de toegangsweg naar het fort staat een Amerikaanse tank M46 Patton. De loop gericht naar het zuiden, richting het kratervormige landschap wat we kennen als het Land van Herve. Één van de vele bijzonder mooie uitzichten die ons wachten op onze route tussen de forten van de tweede verdedigingsgordel. Op de steile afdaling naar de Abdij van Val-Dieu moeten we flink in de remmen gaan voor enkele haakse bochten. Het terras van de brasserie Casse-Croûte op de binnenplaats van de abdij is opnieuw zo een terras waar we niet aan voorbij kunnen. Zeker sinds het bier Val-Dieu terug in de abdij gebrouwen wordt. De kortere hellingen met kleiner stijgingspercentage die we nu om de haverklap voorgeschoteld krijgen, aanzien we vanwege de mindere of veel kortere krachtinspanningen, niet als serieuze klim. Na zo’n eerste hellinkje, bereiken we het spoorwegfietspad ‘Lijn 38’ dat ook in gebruik is door EuroVelo 3. Het loopt pal aan het Fort van Battice voorbij waar we een prachtige inkijk hebben op de droge gracht en de betonblokken. We zijn nu aan de zuidzijde van de ketel van het land van Herve beland met weeral een alles overziend zicht. Ditmaal met het grote kruis van Charneux als baken op een heuvel midden in het keteldal. Heuvel af, heuvel op en dan naar beneden naar het historische dorpje Soiron, één van de mooiere dorpjes in Wallonië. Bij het binnenrijden passeren we aan het kasteel van Soiron en bij het buitenrijden brengt klim zes ons bij het kasteel van Sclassin. In vrije val en prachtige Vesderdalblik gaat het tot beneden in de vallei naar Pepinster.
Klim nummer vijf biedt zich aan, naar het Fort van Aubin-Neufchâteau (fort-aubin-neufchateau.be). Ten aanzien van de vorigen een gemakkelijkere klim die nog even stevig aantrekt naar het einde toe. Aan de toegangsweg naar het fort staat een Amerikaanse tank M46 Patton. De loop gericht naar het zuiden, richting het kratervormige landschap wat we kennen als het Land van Herve. Één van de vele bijzonder mooie uitzichten die ons wachten op onze route tussen de forten van de tweede verdedigingsgordel. Op de steile afdaling naar de Abdij van Val-Dieu moeten we flink in de remmen gaan voor enkele haakse bochten. Het terras van de brasserie Casse-Croûte op de binnenplaats van de abdij is opnieuw zo een terras waar we niet aan voorbij kunnen. Zeker sinds het bier Val-Dieu terug in de abdij gebrouwen wordt. De kortere hellingen met kleiner stijgingspercentage die we nu om de haverklap voorgeschoteld krijgen, aanzien we vanwege de mindere of veel kortere krachtinspanningen, niet als serieuze klim. Na zo’n eerste hellinkje, bereiken we het spoorwegfietspad ‘Lijn 38’ dat ook in gebruik is door EuroVelo 3. Het loopt pal aan het Fort van Battice voorbij waar we een prachtige inkijk hebben op de droge gracht en de betonblokken. We zijn nu aan de zuidzijde van de ketel van het land van Herve beland met weeral een alles overziend zicht. Ditmaal met het grote kruis van Charneux als baken op een heuvel midden in het keteldal. Heuvel af, heuvel op en dan naar beneden naar het historische dorpje Soiron, één van de mooiere dorpjes in Wallonië. Bij het binnenrijden passeren we aan het kasteel van Soiron en bij het buitenrijden brengt klim zes ons bij het kasteel van Sclassin. In vrije val en prachtige Vesderdalblik gaat het tot beneden in de vallei naar Pepinster.
Handen en geest zuiveren
De spoorweg loopt door de tunnel, maar wij gaan eroverheen. Klim zeven brengt ons bij de verkeersweg N666. Deze gaat voorbij het Fort van Tancremont (www.fort-de-tancremont.be) naar Louveigné. In het verlengde van het fort ligt het fortmuseum met 3 tanks ervoor, een kapel en een bakkerij die gekend is om zijn omvangrijke lekkere taarten. Wie ze hier niet eet, krijgt nog een herkansing in Banneux. Want hier verlaten we de N666 waar al bij al de verkeersdrukte gering was. Voor wie het wil kan voorbij Tancrement rechts van de weg op een minder comfortabel rijdend verhoogd geasfalteerd pad uitwijken. Banneux is het grootste bedevaartoord in Wallonië en halt houden bij het Mariabeeld hoort erbij. Is het niet om de zonden van je handen te wassen in het gewijde bronwater of een kaars te branden in één van de kapellen dan is het om de drinkbus te vullen aan de kraantjesmuur ... met gewijd water.
De spoorweg loopt door de tunnel, maar wij gaan eroverheen. Klim zeven brengt ons bij de verkeersweg N666. Deze gaat voorbij het Fort van Tancremont (www.fort-de-tancremont.be) naar Louveigné. In het verlengde van het fort ligt het fortmuseum met 3 tanks ervoor, een kapel en een bakkerij die gekend is om zijn omvangrijke lekkere taarten. Wie ze hier niet eet, krijgt nog een herkansing in Banneux. Want hier verlaten we de N666 waar al bij al de verkeersdrukte gering was. Voor wie het wil kan voorbij Tancrement rechts van de weg op een minder comfortabel rijdend verhoogd geasfalteerd pad uitwijken. Banneux is het grootste bedevaartoord in Wallonië en halt houden bij het Mariabeeld hoort erbij. Is het niet om de zonden van je handen te wassen in het gewijde bronwater of een kaars te branden in één van de kapellen dan is het om de drinkbus te vullen aan de kraantjesmuur ... met gewijd water.
Het hoffelijkheidspad
Beaufays ligt op de waterscheiding tussen Vesder en Ourthe. Het is één van de luxueuzere gemeentes rond Luik met enkele residentiële villawijken. Tussen de Priorij van Beaufays en het Fort van Embourg loopt door de gemeente een recent aangelegd pad voor langzaam verkeer, voorbij aan een wijngaard met heerlijk zicht op het dal van de Vesder en de mijnterrils van Luik. Blauwe borden met opschrift ‘Soyons Courtois’ manen aan tot hoffelijkheid ten aanzien van andere trage gebruikers. Opmerkelijk ongewoon zijn de trapsgewijze overgangen naast de voetgangerstrappen om de ingang van het fort te bereiken. Het heeft weg van een ‘Buckelpiste’ voor skiërs. Op de overzijde van de vallei ligt het Fort van Chaudfontaine met daarnaast de over het dal uitrijzende Basiliek van Chêvremont. Het Fort is omgevormd tot een avonturenfort, een soort Fort Boyard voor families en teambuilding (fortaventurechaudfontaine.com). Om er te geraken zijn we bij klim acht beland met beloning een onovertrefbaar belvedère op de Luikse agglomeratie.
Beaufays ligt op de waterscheiding tussen Vesder en Ourthe. Het is één van de luxueuzere gemeentes rond Luik met enkele residentiële villawijken. Tussen de Priorij van Beaufays en het Fort van Embourg loopt door de gemeente een recent aangelegd pad voor langzaam verkeer, voorbij aan een wijngaard met heerlijk zicht op het dal van de Vesder en de mijnterrils van Luik. Blauwe borden met opschrift ‘Soyons Courtois’ manen aan tot hoffelijkheid ten aanzien van andere trage gebruikers. Opmerkelijk ongewoon zijn de trapsgewijze overgangen naast de voetgangerstrappen om de ingang van het fort te bereiken. Het heeft weg van een ‘Buckelpiste’ voor skiërs. Op de overzijde van de vallei ligt het Fort van Chaudfontaine met daarnaast de over het dal uitrijzende Basiliek van Chêvremont. Het Fort is omgevormd tot een avonturenfort, een soort Fort Boyard voor families en teambuilding (fortaventurechaudfontaine.com). Om er te geraken zijn we bij klim acht beland met beloning een onovertrefbaar belvedère op de Luikse agglomeratie.
De Maasvallei
We blijven nu een tijdje op de hoogte. Van het fort van Fléron rest enkel nog een muurtje en een herdenkingsmonument en in het Fort van Évegnée is net als in Liers een bedrijf actief. Het volgende in lijn is het fort van Barchon dat op bepaalde dagen wel te bezichtigen valt (www.fortbarchon.be). We volgen de fietswijzers naar Visé. Er volgen enkele gravelpaden met mooi zicht op de schachttoren en terril van de voormalige mijn van Blegny. In Argenteau steken we de Maas over en vervolgen deze over het jaagpad richting Luik. Tot klim negen, de laatste, naar het fort van Pontisse dat in gebruik is als stalling van alles en nog wat van de aangrenzende boerderij.
We blijven nu een tijdje op de hoogte. Van het fort van Fléron rest enkel nog een muurtje en een herdenkingsmonument en in het Fort van Évegnée is net als in Liers een bedrijf actief. Het volgende in lijn is het fort van Barchon dat op bepaalde dagen wel te bezichtigen valt (www.fortbarchon.be). We volgen de fietswijzers naar Visé. Er volgen enkele gravelpaden met mooi zicht op de schachttoren en terril van de voormalige mijn van Blegny. In Argenteau steken we de Maas over en vervolgen deze over het jaagpad richting Luik. Tot klim negen, de laatste, naar het fort van Pontisse dat in gebruik is als stalling van alles en nog wat van de aangrenzende boerderij.
De Citadel
In 1684 herbouwt prins-bisschop Maximiliaan Hendrik van Beieren de door hem in 1650 gebouwde citadel van Luik nadat deze in 1676 gesloopt was door de Fransen. Tijdens de Spaanse Successieoorlog (1701) neemt Vauban de restauratie van de citadel in handen. In 1703 betalen de Luikenaren de prijs van hun neutraliteit in de oorlog tussen Frankrijk en Nederland. De Nederlanders voorzien in de periode 1707 tot 1711 de citadel van nieuwe bolwerken en in 1816 keurt koning Willem I opnieuw een reconstructieproject goed. Tijdens de revolutie in 1830 capituleert het Nederlandse garnizoen en het tweede bataljon van het Eerste Regiment van onafhankelijke België maakt zich meester van de citadel. In 1891 degradeert een koninklijk besluit de vestingwerken van de citadel. Luik krijgt vanwege de vooruitgang van de artillerievuurkracht een ring van twaalf forten rond Luik en de citadel krijgt een functie van huisvesting van troepen, interneringskampen en ziekenhuizen voor de geallieerde soldaten. In 1970 wordt op het binnenterrein een groot ziekenhuis gebouwd.
We fietsen omheen de citadel langs de muren van het oude fort met een laatste groots uitzicht. Ditmaal over het centrum van Luik en de Maas waar we, na een passage aan een militaire begraafplaats en toegang tot het vroegere fort in het Citadelpark, naar afdalen. We fietsen door het oude deel van de stad via enkele verstoken kleine steegjes en de 374 trappen tellende Montagne de Beuren naar de Maasoever. Bij de Maas gekomen, het kunstwerk ‘De Duiker’ op één lijn liggend met de Paradijstoren, beseffen we dat strijd bestreden is. Met 25 sites en negen klimmen buiten categorie op het palmares sluiten we deze fortengordel overwinnend af.
In 1684 herbouwt prins-bisschop Maximiliaan Hendrik van Beieren de door hem in 1650 gebouwde citadel van Luik nadat deze in 1676 gesloopt was door de Fransen. Tijdens de Spaanse Successieoorlog (1701) neemt Vauban de restauratie van de citadel in handen. In 1703 betalen de Luikenaren de prijs van hun neutraliteit in de oorlog tussen Frankrijk en Nederland. De Nederlanders voorzien in de periode 1707 tot 1711 de citadel van nieuwe bolwerken en in 1816 keurt koning Willem I opnieuw een reconstructieproject goed. Tijdens de revolutie in 1830 capituleert het Nederlandse garnizoen en het tweede bataljon van het Eerste Regiment van onafhankelijke België maakt zich meester van de citadel. In 1891 degradeert een koninklijk besluit de vestingwerken van de citadel. Luik krijgt vanwege de vooruitgang van de artillerievuurkracht een ring van twaalf forten rond Luik en de citadel krijgt een functie van huisvesting van troepen, interneringskampen en ziekenhuizen voor de geallieerde soldaten. In 1970 wordt op het binnenterrein een groot ziekenhuis gebouwd.
We fietsen omheen de citadel langs de muren van het oude fort met een laatste groots uitzicht. Ditmaal over het centrum van Luik en de Maas waar we, na een passage aan een militaire begraafplaats en toegang tot het vroegere fort in het Citadelpark, naar afdalen. We fietsen door het oude deel van de stad via enkele verstoken kleine steegjes en de 374 trappen tellende Montagne de Beuren naar de Maasoever. Bij de Maas gekomen, het kunstwerk ‘De Duiker’ op één lijn liggend met de Paradijstoren, beseffen we dat strijd bestreden is. Met 25 sites en negen klimmen buiten categorie op het palmares sluiten we deze fortengordel overwinnend af.
Praktisch
STARTPLAATS: Treinstation Guillemins in Luik
AFSTAND: 250 km
Uitgebreide routebeschrijving: https://guysfietsroutes.weebly.com/fortenfietsroute-maastricht-luik.html
3 ETAPPES:
1 Luik-Kanne 93,5 km
2 Kanne-Banneux 79,6 km
3 Banneux-Luik 76,5 km
4 ETAPPES:
1 Luik-Bierset (luchthaven) 43 km
2 Bierset-Maastricht 65,6 km
3 Maastricht-Banneux 64,4 km
4 Banneux-Luik 76,5 km
GPS-TRACKS:
https://guysfietsroutes.weebly.com/fortenfietsroute-maastricht-luik.html
3 ETAPPES:
www.routeyou.com/nl-be/route/view/11775284/fietsroute/fortenfietsroute-luik-kanne
www.routeyou.com/nl-be/route/view/11775304/fietsroute/fortenfietsroute-kanne-banneux
www.routeyou.com/nl/route/view/11775312/fietsroute/fortenfietsroute-banneux-luik
4 ETAPPES:
www.routeyou.com/nl-be/route/view/11775295/fietsroute/fortenfietsroute-luik-bierset
www.routeyou.com/nl-be/route/view/11775301/fietsroute/fortenfietsroute-bierset-maastricht
www.routeyou.com/nl-be/route/view/11775308/fietsroute/fortenfietsroute-maastricht-banneux
www.routeyou.com/nl/route/view/11775312/fietsroute/fortenfietsroute-banneux-luik
STARTPLAATS: Treinstation Guillemins in Luik
AFSTAND: 250 km
Uitgebreide routebeschrijving: https://guysfietsroutes.weebly.com/fortenfietsroute-maastricht-luik.html
3 ETAPPES:
1 Luik-Kanne 93,5 km
2 Kanne-Banneux 79,6 km
3 Banneux-Luik 76,5 km
4 ETAPPES:
1 Luik-Bierset (luchthaven) 43 km
2 Bierset-Maastricht 65,6 km
3 Maastricht-Banneux 64,4 km
4 Banneux-Luik 76,5 km
GPS-TRACKS:
https://guysfietsroutes.weebly.com/fortenfietsroute-maastricht-luik.html
3 ETAPPES:
www.routeyou.com/nl-be/route/view/11775284/fietsroute/fortenfietsroute-luik-kanne
www.routeyou.com/nl-be/route/view/11775304/fietsroute/fortenfietsroute-kanne-banneux
www.routeyou.com/nl/route/view/11775312/fietsroute/fortenfietsroute-banneux-luik
4 ETAPPES:
www.routeyou.com/nl-be/route/view/11775295/fietsroute/fortenfietsroute-luik-bierset
www.routeyou.com/nl-be/route/view/11775301/fietsroute/fortenfietsroute-bierset-maastricht
www.routeyou.com/nl-be/route/view/11775308/fietsroute/fortenfietsroute-maastricht-banneux
www.routeyou.com/nl/route/view/11775312/fietsroute/fortenfietsroute-banneux-luik