Champagne
Een landschap met label 'Brut'
Belgen lusten champagne en Champagne lust Belgen. Als relatief klein landje zijn de Belgen na de Fransen de grootste champagnedrinkers. Vlamingen koppelen vaak een korte vakantie aan champagne-inkoop. Leuk initiatief, maar met de fiets ontdek je pas echt de Champagne. Champgane, bruisend goud Appellation d’Origine Contrôlée Champagne! Uitsluitend mousserende wijnen uit de champagnestreek hebben het recht de naam Champagne te dragen. Aan de productie van champagne gaat een lange traditie vooraf. De unieke smaak van echte champagne is enkel te bekomen met de teelt van druiven op de typische kalkgronden van de Champagnestreek. Tegenwoordig vinden we vijf champagneregio’s terug: Montagne de Reims, Côte des Blancs, Côte de Sézannes, Vallée de Marne en Aube. Daarbij speelt de klimaatgrens tussen het Atlantische en het continentale klimaat een grote rol. Het twistgebied tussen beide klimaatgordels geeft een specifiek karakter aan de druiven. Iedere champagne heeft zijn specifieke smaak. Door selectieve assemblage van crus, druivensoorten en diverse wijnjaren bekomen de champagnehuizen de karakteristieke smaak voor hun favoriete champagne. De toevoeging van oudere bewaarde wijnen zorgt dus ieder jaar opnieuw voor die identieke kenmerkende toets. Een laatste factor die een rol speelt voor een geslaagd eindproduct is de traditie van de wijngaard. |
Voor het bereiden van champagne teelt men in deze regio vooral drie druivensoorten: Chardonnay, Pinot Noir en Pinot Meunier. Champagne die uitsluitend bestaat uit de witte druif Chardonnay, noemt Blanc de Blancs en is de meest voorkomende champagne van de Côte des Blancs. Een champagne uit de blauwe druiven Pinot Noir en Pinot Meunier heet Blanc de Noirs. Een champagne kan uit zowel één druivensoort als uit een mengeling van de drie druiven samengesteld zijn. Een champagne van puur Pinot Noir of een groot percentage ervan geeft een volle smaak met lange afdronk, een Blanc de Blancs is licht aromatisch en delicaat, toevoeging van Pinot Meunier geeft een fruitiger aroma. Champagne draagt vervolgens nog een kwalificatie, van hoog naar laag is dit: Grand Cru, Grand Cru Villages 100%, Premier Cru, Premier Cru Villages 90-99% en Unclassified Villages 80-89%. Bij aankoop van een champagne is het dus raadzaam op het etiket de samenstelling te raadplegen voor het gewenste boeket.
Het champagneproces geeft ook nog een basis voor enkele lekkere nevenproducten. Ratafia Champagne is een aperitief gemaakt van druivenmost van de champagneteelt met toevoeging van suiker en een neutraal smakende alcohol. De toevoeging van alcohol stopt het gistingsproces en het omzetten van suikers. De ratafia blijft hierdoor zoet van smaak met een alcoholpercentage tussen 16 en 22%. De beste Ratafia de Champagne wordt gemaakt met Marc de Champagne. Marc de Champagne verkrijgt men door het destilleren van de most die overblijft na de eerste persing van de druiven voor de Champagne. Daarna rijpt de Marc de Champagne gedurende minimum vijf jaar op eiken vaten. Een lekker alcoholrijk degustief, ook veel gebruikt in desserts, ijs en sorbets. En verder zijn er nog Coteau Champenois, Rosé des Riceys en Fine de Champagne.
Het champagneproces geeft ook nog een basis voor enkele lekkere nevenproducten. Ratafia Champagne is een aperitief gemaakt van druivenmost van de champagneteelt met toevoeging van suiker en een neutraal smakende alcohol. De toevoeging van alcohol stopt het gistingsproces en het omzetten van suikers. De ratafia blijft hierdoor zoet van smaak met een alcoholpercentage tussen 16 en 22%. De beste Ratafia de Champagne wordt gemaakt met Marc de Champagne. Marc de Champagne verkrijgt men door het destilleren van de most die overblijft na de eerste persing van de druiven voor de Champagne. Daarna rijpt de Marc de Champagne gedurende minimum vijf jaar op eiken vaten. Een lekker alcoholrijk degustief, ook veel gebruikt in desserts, ijs en sorbets. En verder zijn er nog Coteau Champenois, Rosé des Riceys en Fine de Champagne.
Reims: Romeins en Art Deco
Reims draagt een pak geschiedenis op zijn rug. De stad is genoemd naar de Keltische stam der Remi. Na de Romeinse verovering veranderde dit in Durocortorum, de hoofdstad van de provincie Gallia Belgica en het latere Belgica Secundo. De eerste bisschop zetelde in de 3de eeuw. De Vandalen in 407 en de Hunnen in 451 vernielden de stad die zich pas herstelde onder bisschop Remigius. Deze doopte in 496 de Frankische koning Clovis en zijn 3000 manschappen. Dit bracht een ware devote teweer; haast alle Franse koningen zijn tot in 1825 gekroond en gezalfd in Reims. De bouw van de imposante tweetoornige gotische kathedraal Notre-Dame startte in 1211. Tussen de twee machtige torens staat een immens roosvenster met een diameter van 12,5 meter, daaronder het portaal met een kleiner roosvenster. Let ook op de mooie wandtapijten, de gebrandschilderde ramen en de catechismus uitgebeeld in 2303 beeldjes. Langs de kathedraal bevindt zich het aartsbisschoppelijke Palais du Tau. De Place Royal met het standbeeld van Lodewijk XV, de Place du Forum met de Gallo-Romeinse cryptoportiek (galerij), de Place de l’Hôtel de Ville en de Place République met de Romeinse triomfboog Porte Mars liggen in één lijn achter elkaar. De voetgangerszone is rijk aan Art Deco façades met de langgerekte Place Drouet d’Erlon als uitschieter. Midden op het plein staat de fontein Subé. De vier standbeelden onderaan stellen de rivieren van de regio voor. De Saint-Jacques op het plein is niet alleen een pelgrimskerk maar wordt ook gebruikt voor concerten in het kader van de Flâneries musicales de Reims. Aan het einde ligt het Square Colbert aan de groene boulevard, een resem parken in lijn achter elkaar omgeven door een ringweg. Jean-Baptiste Colbert, een groot vernieuwer, is in 1619 geboren te Reims en was een zeer belangrijk politicus onder Lodewijk XIV, de Zonnekoning. De Romaanse basiliek en de abdij Saint-Remi in het Saint-Remi kwartier staan geklasseerd onder het werelderfgoed van UNESCO. De site doet dienst voor openluchtconcerten en als afsluiter voor de Flâneries musicales.
Reims draagt een pak geschiedenis op zijn rug. De stad is genoemd naar de Keltische stam der Remi. Na de Romeinse verovering veranderde dit in Durocortorum, de hoofdstad van de provincie Gallia Belgica en het latere Belgica Secundo. De eerste bisschop zetelde in de 3de eeuw. De Vandalen in 407 en de Hunnen in 451 vernielden de stad die zich pas herstelde onder bisschop Remigius. Deze doopte in 496 de Frankische koning Clovis en zijn 3000 manschappen. Dit bracht een ware devote teweer; haast alle Franse koningen zijn tot in 1825 gekroond en gezalfd in Reims. De bouw van de imposante tweetoornige gotische kathedraal Notre-Dame startte in 1211. Tussen de twee machtige torens staat een immens roosvenster met een diameter van 12,5 meter, daaronder het portaal met een kleiner roosvenster. Let ook op de mooie wandtapijten, de gebrandschilderde ramen en de catechismus uitgebeeld in 2303 beeldjes. Langs de kathedraal bevindt zich het aartsbisschoppelijke Palais du Tau. De Place Royal met het standbeeld van Lodewijk XV, de Place du Forum met de Gallo-Romeinse cryptoportiek (galerij), de Place de l’Hôtel de Ville en de Place République met de Romeinse triomfboog Porte Mars liggen in één lijn achter elkaar. De voetgangerszone is rijk aan Art Deco façades met de langgerekte Place Drouet d’Erlon als uitschieter. Midden op het plein staat de fontein Subé. De vier standbeelden onderaan stellen de rivieren van de regio voor. De Saint-Jacques op het plein is niet alleen een pelgrimskerk maar wordt ook gebruikt voor concerten in het kader van de Flâneries musicales de Reims. Aan het einde ligt het Square Colbert aan de groene boulevard, een resem parken in lijn achter elkaar omgeven door een ringweg. Jean-Baptiste Colbert, een groot vernieuwer, is in 1619 geboren te Reims en was een zeer belangrijk politicus onder Lodewijk XIV, de Zonnekoning. De Romaanse basiliek en de abdij Saint-Remi in het Saint-Remi kwartier staan geklasseerd onder het werelderfgoed van UNESCO. De site doet dienst voor openluchtconcerten en als afsluiter voor de Flâneries musicales.
Whisky Champagne en Gros Gris
Onze fietstocht door de Champagne doorkruist vier van de vijf nog bestaande champagnegebieden tussen de drie Champagnesteden Reims, Épernay en Sézanne. Op onze eerste tocht van Reims naar Épernay maken we kennis met de Montagne de Reims en een stukje van de Vallée du Marne. De vertalingen Reimse bergen en Marnevallei geeft al een idee wat ons te wachten staat. Wijndruiven gedijen nu eenmaal op kalkrijke zonnige, windgeschutte heuvels. We verlaten Reims via de Coulée Verte, een geasfalteerd jaagpad langs het kanaal Aisne-Marne dwars door Reims. We verlaten het jaagpad richting Cormontreuil, een kwartier met schoolgemeenschappen en grote winkelcentra. Een dubbel fietspad onder een arboretum van bomen leidt ons doorheen het kwartier. Nog even het verkeer trotseren en we fietsen tussen de wijngaarden langzaam omhoog naar Rilly-la-Montagne. Het champagnelandschap heeft een typisch uiterlijk; in de vlakte velden, op de hellingen wijndruiven tot tegen de bosrand die als een toupetje over de heuvelkop getrokken is. Intussen fietsen we op de Route touristique du Champagne, een autoroute tussen Reims en Sézanne die voor een groot deel autoluw is. Op onze driedaagse maken we meerdere malen gebruik van deze toeristische route. De wijndorpjes Rilly-la-Montagne, Chigny-les-Roses, Ludes, Mailly-Champagne, Verzenay en Verzy liggen allen aan deze op en neer deinende weg net onder de bosrand. In ieder dorp treffen we aanwijzingsborden aan naar talrijke wijnproducenten. Verzenay ligt tussen twee uitlopers van de heuvelrug, dit vraagt om een extra inspanning. Op de eerste staat een oude windmolen langs een landgoed midden. Op de tweede staat een vuurtoren, de Phare de Verzenay. Een houten loopbrug loopt van de parking over een wijngaard richting vuurtoren met in het aanpalende gebouw het museum van de Champagne. We verlaten nu de toeristische route via een forse klim het woud in. De weg door het bos tussen Verzy en Louvois tel ik bij het rariteitenkabinet. We klimmen naar de Faux de Verzy in het woud. Dit zijn lage onnatuurlijk kronkelende miniatuurbeuken. Fietsen in het woud is in feite verboden maar de parking des Faux en de parking les Pins zijn verbonden door een bosweg en -pad met mooie grindlaag. Langs de route staan enkele rustbanken, de gekrulde miniatuurbomen zijn afgezet door een één meterhoge open schutting. Een lange steile afdaling volgt. Het gehucht Vertuelle duikt verrassend snel op. Goed opletten, je bent zo voorbij het hofdierentuintje, het kasteel en een groot paneel met een everzwijn. Achter het bord met ‘Whisky Champagne’ loopt een lange dreef het bos in, de toegang naar de distillatie Guillon. “Whisky en champagne, valt dat wel te combineren” vragen wij ons af? Maar het handelt hier om een echte whiskystokerij, puur malt whisky uit de Champagne. Champagne Rouge van Bouzy klinkt al ietsje meer vertrouwelijk. Het is middag en we wijken even uit naar Ambonnay voor een streekmenu in de gezellige Auberge Saint-Vincent. De champagne van de lokale producent Jean Moreau is één der betere uit het gamma die wij degusteren op onze driedaagse. Even later staan wij aan de Ferme des Escargots de grand crus. Boomgaardslakken, Gros Gris, … of dikke grijze die oorspronkelijk uit Noord-Afrika komen. Vanaf mei verhuizen tienduizenden slakken vanuit hun bakken in het verwarmd winterverblijf naar de slakkentuinen. Op rekken in plastieken doosjes zijn vele eitjes opgeslagen. 300000 slakken zullen dit jaar op vele borden terecht komen. Een proefsessie maakt deel uit van ons bezoek. We fietsen door de wijngaarden naar de Marne. Over het jaagpad bereiken we in Ay de weg naar Épernay. Een fietsstrook leidt ons veilig naar de stad van de grote champagnehuizen.
Onze fietstocht door de Champagne doorkruist vier van de vijf nog bestaande champagnegebieden tussen de drie Champagnesteden Reims, Épernay en Sézanne. Op onze eerste tocht van Reims naar Épernay maken we kennis met de Montagne de Reims en een stukje van de Vallée du Marne. De vertalingen Reimse bergen en Marnevallei geeft al een idee wat ons te wachten staat. Wijndruiven gedijen nu eenmaal op kalkrijke zonnige, windgeschutte heuvels. We verlaten Reims via de Coulée Verte, een geasfalteerd jaagpad langs het kanaal Aisne-Marne dwars door Reims. We verlaten het jaagpad richting Cormontreuil, een kwartier met schoolgemeenschappen en grote winkelcentra. Een dubbel fietspad onder een arboretum van bomen leidt ons doorheen het kwartier. Nog even het verkeer trotseren en we fietsen tussen de wijngaarden langzaam omhoog naar Rilly-la-Montagne. Het champagnelandschap heeft een typisch uiterlijk; in de vlakte velden, op de hellingen wijndruiven tot tegen de bosrand die als een toupetje over de heuvelkop getrokken is. Intussen fietsen we op de Route touristique du Champagne, een autoroute tussen Reims en Sézanne die voor een groot deel autoluw is. Op onze driedaagse maken we meerdere malen gebruik van deze toeristische route. De wijndorpjes Rilly-la-Montagne, Chigny-les-Roses, Ludes, Mailly-Champagne, Verzenay en Verzy liggen allen aan deze op en neer deinende weg net onder de bosrand. In ieder dorp treffen we aanwijzingsborden aan naar talrijke wijnproducenten. Verzenay ligt tussen twee uitlopers van de heuvelrug, dit vraagt om een extra inspanning. Op de eerste staat een oude windmolen langs een landgoed midden. Op de tweede staat een vuurtoren, de Phare de Verzenay. Een houten loopbrug loopt van de parking over een wijngaard richting vuurtoren met in het aanpalende gebouw het museum van de Champagne. We verlaten nu de toeristische route via een forse klim het woud in. De weg door het bos tussen Verzy en Louvois tel ik bij het rariteitenkabinet. We klimmen naar de Faux de Verzy in het woud. Dit zijn lage onnatuurlijk kronkelende miniatuurbeuken. Fietsen in het woud is in feite verboden maar de parking des Faux en de parking les Pins zijn verbonden door een bosweg en -pad met mooie grindlaag. Langs de route staan enkele rustbanken, de gekrulde miniatuurbomen zijn afgezet door een één meterhoge open schutting. Een lange steile afdaling volgt. Het gehucht Vertuelle duikt verrassend snel op. Goed opletten, je bent zo voorbij het hofdierentuintje, het kasteel en een groot paneel met een everzwijn. Achter het bord met ‘Whisky Champagne’ loopt een lange dreef het bos in, de toegang naar de distillatie Guillon. “Whisky en champagne, valt dat wel te combineren” vragen wij ons af? Maar het handelt hier om een echte whiskystokerij, puur malt whisky uit de Champagne. Champagne Rouge van Bouzy klinkt al ietsje meer vertrouwelijk. Het is middag en we wijken even uit naar Ambonnay voor een streekmenu in de gezellige Auberge Saint-Vincent. De champagne van de lokale producent Jean Moreau is één der betere uit het gamma die wij degusteren op onze driedaagse. Even later staan wij aan de Ferme des Escargots de grand crus. Boomgaardslakken, Gros Gris, … of dikke grijze die oorspronkelijk uit Noord-Afrika komen. Vanaf mei verhuizen tienduizenden slakken vanuit hun bakken in het verwarmd winterverblijf naar de slakkentuinen. Op rekken in plastieken doosjes zijn vele eitjes opgeslagen. 300000 slakken zullen dit jaar op vele borden terecht komen. Een proefsessie maakt deel uit van ons bezoek. We fietsen door de wijngaarden naar de Marne. Over het jaagpad bereiken we in Ay de weg naar Épernay. Een fietsstrook leidt ons veilig naar de stad van de grote champagnehuizen.

Épernay, champagne met de grote ‘C’
Tijdens een verblijf van Victor Hugo in augustus 1838 sprak hij volgende woorden: "Epernay est la ville du vin de champagne, rien de plus, rien de moins !" De tijd heeft daar niets aan veranderd, Épernay is nog altijd de hoofdstad van de champagne gelegen in het hart van de Champagne, zowat halverwege tussen Reims en Sézanne. 30000 ha wijngaarden omgeven de stad. Goed voor een productie van tweehonderd miljoen flessen per jaar, opgeslagen in 110 km wijnkelders. De stad ontvangt elk jaar ongeveer 450000 toeristen waarvan de helft buitenlanders. De champagnestreken Côte des Blancs en de Marnevallei liggen in de onmiddellijke nabijheid. De parel van de stad is de Avenue de Champagne waar alle grote champagnehuizen ondergebracht zijn in 19de eeuwse gebouwen in renaissance of klassieke stijl. Om als groot champagnemerk in aanmerking te komen moeten de champagnehuizen aan tien criteria, drie algemene en zeven specifieke, voldoen. De Avenue staat sinds 1994 geklasseerd als één van de honderd gerenommeerde gastronomische plaatsen in Frankrijk. In mei 2009 kreeg de straat een volledige oplapbeurt met kleine kasseitjes. Op de klinkerstoepen is nu een fietsstrook afgebakend door klinknagels. ’s Avonds projecteren speciaal daarvoor ontworpen lantaarns op de stoepen de logo’s van de champagnehuizen. Volgende gerenommeerde champagnehuizen tref je aan op de avenue: Moët et Chandon, Pierrier Jouët, De Venoge, Vrancken, Besserat de Bellefon, Esterlin, Pol Roger, Vrancken Demoiselle, Boizel, De Castellane, Martel en Mercier. De meest attractieve bezienswaardigheden zijn de wijnkelders van Mercier met zijn panoramische lift en het bezoek aan de 18 km lange galerijen met een laser gestuurde treintje en de 63 meter hoge toren van de Castellane, het hoogste punt van de stad. Deze geeft een uitzicht over de spoorwegen en de oude gebouwen van Union Champenoise. Vanaf de twee bovenste etages heb je een prachtige panoramisch uitzicht, hiervoor moet je wel 237 trappen overwinnen. Het ouderlijke huis van de familie Mercier gaat tegenwoordig door het leven als het prestigieuze hotel La Villa Eugène. Geen kamer is identiek, ontbijten doen we in de voormalige oranjerie met zicht op tuin en zwembad. Een aanrader is een bezoek aan het lokaal ‘C comme Champagne’ waar het mogelijk is om champagne te proeven en aan de hand van foto’s de regio te leren kennen. Meer dan 350 champagnes van kleinere producenten uit alle champagnestreken zijn in dit unieke lokaal verzameld en te koop aangeboden aan de prijs die je op het eigendom betaalt. In de aard van een vinotheek is dit een soort champagnetheek.
Tijdens een verblijf van Victor Hugo in augustus 1838 sprak hij volgende woorden: "Epernay est la ville du vin de champagne, rien de plus, rien de moins !" De tijd heeft daar niets aan veranderd, Épernay is nog altijd de hoofdstad van de champagne gelegen in het hart van de Champagne, zowat halverwege tussen Reims en Sézanne. 30000 ha wijngaarden omgeven de stad. Goed voor een productie van tweehonderd miljoen flessen per jaar, opgeslagen in 110 km wijnkelders. De stad ontvangt elk jaar ongeveer 450000 toeristen waarvan de helft buitenlanders. De champagnestreken Côte des Blancs en de Marnevallei liggen in de onmiddellijke nabijheid. De parel van de stad is de Avenue de Champagne waar alle grote champagnehuizen ondergebracht zijn in 19de eeuwse gebouwen in renaissance of klassieke stijl. Om als groot champagnemerk in aanmerking te komen moeten de champagnehuizen aan tien criteria, drie algemene en zeven specifieke, voldoen. De Avenue staat sinds 1994 geklasseerd als één van de honderd gerenommeerde gastronomische plaatsen in Frankrijk. In mei 2009 kreeg de straat een volledige oplapbeurt met kleine kasseitjes. Op de klinkerstoepen is nu een fietsstrook afgebakend door klinknagels. ’s Avonds projecteren speciaal daarvoor ontworpen lantaarns op de stoepen de logo’s van de champagnehuizen. Volgende gerenommeerde champagnehuizen tref je aan op de avenue: Moët et Chandon, Pierrier Jouët, De Venoge, Vrancken, Besserat de Bellefon, Esterlin, Pol Roger, Vrancken Demoiselle, Boizel, De Castellane, Martel en Mercier. De meest attractieve bezienswaardigheden zijn de wijnkelders van Mercier met zijn panoramische lift en het bezoek aan de 18 km lange galerijen met een laser gestuurde treintje en de 63 meter hoge toren van de Castellane, het hoogste punt van de stad. Deze geeft een uitzicht over de spoorwegen en de oude gebouwen van Union Champenoise. Vanaf de twee bovenste etages heb je een prachtige panoramisch uitzicht, hiervoor moet je wel 237 trappen overwinnen. Het ouderlijke huis van de familie Mercier gaat tegenwoordig door het leven als het prestigieuze hotel La Villa Eugène. Geen kamer is identiek, ontbijten doen we in de voormalige oranjerie met zicht op tuin en zwembad. Een aanrader is een bezoek aan het lokaal ‘C comme Champagne’ waar het mogelijk is om champagne te proeven en aan de hand van foto’s de regio te leren kennen. Meer dan 350 champagnes van kleinere producenten uit alle champagnestreken zijn in dit unieke lokaal verzameld en te koop aangeboden aan de prijs die je op het eigendom betaalt. In de aard van een vinotheek is dit een soort champagnetheek.
Dom Pérignon
Hautvillers ligt tegen de bosrand genesteld in de heuvel ten noorden van Épernay en de Marne. In de klim ernaartoe passeren we de meest prestigieuze wijngaarden van gerenommeerde champagnehuizen zoals Moët & Chandon, Vieux Clicquot, … Het toerismebureau van Hautvillers geeft een stadswandeling uit met uitleg over alle gebouwen van betekenis. Aan een muur hangt volgend ochtendgebed: “Geef mij gezondheid voor lange tijd, geef mij werk maar niet te vaak, geef mij liefde af en toe, maar geef mij champagne … voor altijd!” In de abdijkerk rusten de beenderen van Dom Pérignon, de monnik die hier als eerste champagne bottelde. Dom Pérignon is nu een Cuvee de Prestige, de beste champagne van het champagnehuis Moët & Chandon. Dom Pérignon produceert men enkel in de allerbeste jaren met druiven van eenzelfde jaar. Achter de kerk loopt een wegje langs de abdijmuur, net in de bosrand, naar een picknickzone met een hemels panorama op Crumières, de Marne en de omliggende wijngaarden. Het eigenlijke belvédère ligt een beetje lager op het kruispunt met de eigenlijke doorgangsweg die vanuit het dorp komt. In vrije val gaat het tussen de wijngaarden naar beneden. We moeten hard in de remmen voor onze middaglunch in ‘Le Caveau’, een knus restaurant in een gewelfde kelder. Op de oever van de Marne staan metalen plaatsculpturen van Eric Sleziak met betrekking tot de wijnteelt. Langs de autoweg op onze heenreis doorheen de Franse Ardennen naar Reims kwamen we al een werk van hem tegen, een enorm beeld van een uit de kluiten gewassen everzwijn. Cumières is de startplaats voor een mincruise met een nagebootste mississippiboot van Champagne Vallée om de wijngaarden te ontdekken vanaf de Marne. Het jaagpad is hier nog een aardeweg, maar ik verkies hem boven de straat. In feite is het gebruik van jaagpaden in Frankrijk verboden omwille van de verantwoordelijkheid bij ongevallen, maar wij zijn verre van niet de enigen die ze gebruiken. Na de brug over de Marne in Damery volgt een lange rechte laan. Wij klimmen via een kleine wegje door de wijngaarden de vallei uit. We moeten tot op het bot gaan om boven te geraken. In het bos gaat het na een paar natuurvijvers terug naar beneden richting Saint-Martin-d’Ablois met haar barokke klokkentoren. De D11 is een bredere weg die een lange rechte lijn door het woud trekt met een ietsje meer verkeer. Wij hebben het gevoel op een oneindig lang vals plat te fietsen tot de weg plots een valleitje induikt. De weg versmalt bij de eerste huizen van Orbais l’Abbaye, een kleurrijk romantisch geheel van pastelkleurige rijhuizen, de indrukwekkende gotische abdijkerk en de verschillende watermolens. We klimmen het dorp uit en ruilen onze hoofdweg voor kleine landelijke asfaltwegen. Bos maakt plaats voor kilometerslange geurende geelbloemige koolzaadvelden. In het veld verwijst een roestige oude wegwijzer uit de jaren stilletjes naar Fromentières en via het aardige dorpje Bannay bereiken we Talus-Saint-Prix, een minuscuul champagnedorpje in de vallei van de Petit Moulin. Aan de gebouwen te zien heeft de tijd hier precies stilgestaan, dit is pure nostalgie. Tegenover een visvijver ligt de Abbaye des Reclus, een der eerste cisterciënzer abdijen gegrond door St-Bernard in 1142. De vleugel met de sacristie, de kapittelzaal en een gevangenencel zijn nog deels intact en worden momenteel gerestaureerd. In een nevengebouw is een mooie gîte ondergebracht die in schril contrast staat met het middeleeuwse pelgrimsonderkomen er tegenover. We vervolgen onze route over kleine asfaltwegjes doorheen gele koolzaadvelden en piepkleine dorpjes naar Sézanne.
Hautvillers ligt tegen de bosrand genesteld in de heuvel ten noorden van Épernay en de Marne. In de klim ernaartoe passeren we de meest prestigieuze wijngaarden van gerenommeerde champagnehuizen zoals Moët & Chandon, Vieux Clicquot, … Het toerismebureau van Hautvillers geeft een stadswandeling uit met uitleg over alle gebouwen van betekenis. Aan een muur hangt volgend ochtendgebed: “Geef mij gezondheid voor lange tijd, geef mij werk maar niet te vaak, geef mij liefde af en toe, maar geef mij champagne … voor altijd!” In de abdijkerk rusten de beenderen van Dom Pérignon, de monnik die hier als eerste champagne bottelde. Dom Pérignon is nu een Cuvee de Prestige, de beste champagne van het champagnehuis Moët & Chandon. Dom Pérignon produceert men enkel in de allerbeste jaren met druiven van eenzelfde jaar. Achter de kerk loopt een wegje langs de abdijmuur, net in de bosrand, naar een picknickzone met een hemels panorama op Crumières, de Marne en de omliggende wijngaarden. Het eigenlijke belvédère ligt een beetje lager op het kruispunt met de eigenlijke doorgangsweg die vanuit het dorp komt. In vrije val gaat het tussen de wijngaarden naar beneden. We moeten hard in de remmen voor onze middaglunch in ‘Le Caveau’, een knus restaurant in een gewelfde kelder. Op de oever van de Marne staan metalen plaatsculpturen van Eric Sleziak met betrekking tot de wijnteelt. Langs de autoweg op onze heenreis doorheen de Franse Ardennen naar Reims kwamen we al een werk van hem tegen, een enorm beeld van een uit de kluiten gewassen everzwijn. Cumières is de startplaats voor een mincruise met een nagebootste mississippiboot van Champagne Vallée om de wijngaarden te ontdekken vanaf de Marne. Het jaagpad is hier nog een aardeweg, maar ik verkies hem boven de straat. In feite is het gebruik van jaagpaden in Frankrijk verboden omwille van de verantwoordelijkheid bij ongevallen, maar wij zijn verre van niet de enigen die ze gebruiken. Na de brug over de Marne in Damery volgt een lange rechte laan. Wij klimmen via een kleine wegje door de wijngaarden de vallei uit. We moeten tot op het bot gaan om boven te geraken. In het bos gaat het na een paar natuurvijvers terug naar beneden richting Saint-Martin-d’Ablois met haar barokke klokkentoren. De D11 is een bredere weg die een lange rechte lijn door het woud trekt met een ietsje meer verkeer. Wij hebben het gevoel op een oneindig lang vals plat te fietsen tot de weg plots een valleitje induikt. De weg versmalt bij de eerste huizen van Orbais l’Abbaye, een kleurrijk romantisch geheel van pastelkleurige rijhuizen, de indrukwekkende gotische abdijkerk en de verschillende watermolens. We klimmen het dorp uit en ruilen onze hoofdweg voor kleine landelijke asfaltwegen. Bos maakt plaats voor kilometerslange geurende geelbloemige koolzaadvelden. In het veld verwijst een roestige oude wegwijzer uit de jaren stilletjes naar Fromentières en via het aardige dorpje Bannay bereiken we Talus-Saint-Prix, een minuscuul champagnedorpje in de vallei van de Petit Moulin. Aan de gebouwen te zien heeft de tijd hier precies stilgestaan, dit is pure nostalgie. Tegenover een visvijver ligt de Abbaye des Reclus, een der eerste cisterciënzer abdijen gegrond door St-Bernard in 1142. De vleugel met de sacristie, de kapittelzaal en een gevangenencel zijn nog deels intact en worden momenteel gerestaureerd. In een nevengebouw is een mooie gîte ondergebracht die in schril contrast staat met het middeleeuwse pelgrimsonderkomen er tegenover. We vervolgen onze route over kleine asfaltwegjes doorheen gele koolzaadvelden en piepkleine dorpjes naar Sézanne.

Sézanne, middeleeuwse steegjes
De 42 m hoge toren van de kerk Saint Denis domineert de stad. Het oude stadscentrum bezit nog vele, deels verborgen, steegjes. Omheen de historische stadskern langs de oude stadsmuren loopt een groengordel. Je wandelt op de wallen, de ‘Mails’, van de voormalige 12de eeuwse versterkingen tussen een dubbele rij bomen met in het noorden zicht op de wijnbergen. De noordoostelijke hoek van deze omwalling is van een uitzonderlijke schoonheid. Je wandelt langs de stadsmuur onder kastanjebomen met aan de buitenkant kegelvormig geschoren taxussen. Achter de stadsmuur liggen middeleeuwse gebouwen van gegoede burgers met achter het dodenmonument ter herdenking van de gesneuvelden in de oorlog 1870-71 de oude woonburcht van de Graven van Champagne en de Hertogen van Orleans, later omgevormd tot rechtzaal. In het oostelijk deel staat nog een echte Franse markthal en op een zijgevel van een patriciërswoning hangt een groot zonne-uurwerk. Wie van kunst houdt, vindt zijn gading in het oude college. Tegen een zijgevel op de binnenkoer hangen levensgrote fotodoeken over het schoolleven in vervlogen tijden.
De 42 m hoge toren van de kerk Saint Denis domineert de stad. Het oude stadscentrum bezit nog vele, deels verborgen, steegjes. Omheen de historische stadskern langs de oude stadsmuren loopt een groengordel. Je wandelt op de wallen, de ‘Mails’, van de voormalige 12de eeuwse versterkingen tussen een dubbele rij bomen met in het noorden zicht op de wijnbergen. De noordoostelijke hoek van deze omwalling is van een uitzonderlijke schoonheid. Je wandelt langs de stadsmuur onder kastanjebomen met aan de buitenkant kegelvormig geschoren taxussen. Achter de stadsmuur liggen middeleeuwse gebouwen van gegoede burgers met achter het dodenmonument ter herdenking van de gesneuvelden in de oorlog 1870-71 de oude woonburcht van de Graven van Champagne en de Hertogen van Orleans, later omgevormd tot rechtzaal. In het oostelijk deel staat nog een echte Franse markthal en op een zijgevel van een patriciërswoning hangt een groot zonne-uurwerk. Wie van kunst houdt, vindt zijn gading in het oude college. Tegen een zijgevel op de binnenkoer hangen levensgrote fotodoeken over het schoolleven in vervlogen tijden.
Bizarre monumenten
We beginnen onze derde rit opnieuw met een klim en laveren daarna een tijdje op de rand van een plateau met zicht op een immense vlakte. De D39 brengt ons rechtstreeks naar de Côte des Blancs, ware er niet dat ene uiterst bizarre oorlogsmonument. Op de plateaurand in Mondemont-Montgrivroux, boven de moerasvelden van St-Gond, rijst op een groene site met kapel en kasteel een 35 m hoog rood rotsblok de lucht in. Lokalen noemen hem wel eens lachwekkend ‘la carotte’, vanwege zijn kleur en bizarre vorm. Nu volgen kilometers rechte wegen door open veld waar de wind vrij spel heeft en die vandaag uiteraard lichtjes tegen zit. Het eerste dorp van de Côte des Blancs dat we tegen komen noemt Bergères-Les-Vertus. Rechts van ons ligt de Mont Aimé, een alleenstaande restant van een oud bergmassief. Op de bergkoepel bevond zich achtereenvolgens een neolithische site, een Romeinse post en een statige vesting gebouwd door Blanche de Navarre, moeder van Thibault IV, Graaf van Champagne. De heuvel geeft een mooi panorama op de Côte des Blancs. De Route Touristique du Champagne volgt tussen Bergères-Les-Vertus, Vertus en Le Mesnil-sur-Oger de ietwat drukkere maar vlakke D9, maar wij verkiezen de op en neer deinende panoramische asfaltwegjes door de wijngaarden te gebruiken. Vertus was de geboorteplaats van Eustache Deschamps, een 14de eeuwse dichter. De Porte Baudet is een overblijfsel van de omwalling uit die periode. Het is een knus stadje met oude huizen en fonteinen. Ik stop bij een rotonde met een oude auto erop, bekleed met fleurige bloemen. Het feest van 1 mei is blijkbaar reden om alles in de bloemen te zetten, hopend dat de ijsheiligen binnenkort hun gram niet halen. De D10 vanaf Le Mesnil-sur-Oger is opnieuw een rustige weg. Oger is omwille van zijn fonteinen, wasplaatsen en windhanen erkend als één der mooiste dorpen van Frankrijk. Het dorp won de gouden medaille in de wedstrijd “l’Entente Florale Européenne” in 2005. We fietsen door de poort van Champagne Jean Milan het erf op. Rechts tegen de muur staan champagneflessen met alle denkbare inhouden. Links in de stal is een klein wijnmuseumpje ondergebracht. Op een verhoogd overdekt terras met enkele tafeltjes nemen enkele Vlaamse champagneliefhebbers deel aan een proefsessie. Dit is de Champagne beleven zoals het hoort, in alle rust bij de producent zelf. De altijd schenkende reuzenchampagnefles staat symbool voor het volgende wijndorp Avize. Voor het gemak nemen we de D19, een landelijke verbinding over de vlakte tussen de Côte de Blancs, de Marne en de Montagne de Reims. Vanuit Tours-sur-Marne gaat het naar Bouzy en Ambonnay, in tegengestelde richting als op de eerste fietsdag. De weg naar Trépail klimt opnieuw de wijnbergen in, naar Villers-Marmery volgt dan een fikse afdaling. In een bocht zien we links boven Verzy liggen met op een vooruitstekende heuvel de Phare de Verzenay. We fietsen de steile helling niet op maar nemen rechtdoor het kleine asfaltwegje doorheen de wijngaarden onder de vuurtoren door. Dit wegje deint ook wel op en neer, maar is toch minder zwaar als de weg door de wijndorpen tegen de bosrand. De windmolen Verzenay laten we eveneens links boven ons liggen. Dit wegje is blijkbaar in trek bij lokale fietsers, een goede keuze dus. Uiteindelijk gaan we de wijnhelling omlaag, een overgang van frisgroene wijnranken naar citroengeel koolzaad. Vanaf Sillery fietsen we over het jaagpad langs het kanaal terug naar Reims, eerst nog onverhard maar al gauw op nieuw asfalt. Niet meer lang en de geasfalteerde Coulée Verte reikt tot hier. Feestdag, 1 mei en zonnig weer! Op de Coulée Verte heerst een enorme drukte van wandelaars, fietsers en skaters. Bij een brug in Reims staat zelfs een fietsverhuurder die hier een gat in de markt in ziet. Jaagpaden en voormalige spoorwegen in gebruik door langzaam verkeer, ook Frankrijk gaat er voor.
We beginnen onze derde rit opnieuw met een klim en laveren daarna een tijdje op de rand van een plateau met zicht op een immense vlakte. De D39 brengt ons rechtstreeks naar de Côte des Blancs, ware er niet dat ene uiterst bizarre oorlogsmonument. Op de plateaurand in Mondemont-Montgrivroux, boven de moerasvelden van St-Gond, rijst op een groene site met kapel en kasteel een 35 m hoog rood rotsblok de lucht in. Lokalen noemen hem wel eens lachwekkend ‘la carotte’, vanwege zijn kleur en bizarre vorm. Nu volgen kilometers rechte wegen door open veld waar de wind vrij spel heeft en die vandaag uiteraard lichtjes tegen zit. Het eerste dorp van de Côte des Blancs dat we tegen komen noemt Bergères-Les-Vertus. Rechts van ons ligt de Mont Aimé, een alleenstaande restant van een oud bergmassief. Op de bergkoepel bevond zich achtereenvolgens een neolithische site, een Romeinse post en een statige vesting gebouwd door Blanche de Navarre, moeder van Thibault IV, Graaf van Champagne. De heuvel geeft een mooi panorama op de Côte des Blancs. De Route Touristique du Champagne volgt tussen Bergères-Les-Vertus, Vertus en Le Mesnil-sur-Oger de ietwat drukkere maar vlakke D9, maar wij verkiezen de op en neer deinende panoramische asfaltwegjes door de wijngaarden te gebruiken. Vertus was de geboorteplaats van Eustache Deschamps, een 14de eeuwse dichter. De Porte Baudet is een overblijfsel van de omwalling uit die periode. Het is een knus stadje met oude huizen en fonteinen. Ik stop bij een rotonde met een oude auto erop, bekleed met fleurige bloemen. Het feest van 1 mei is blijkbaar reden om alles in de bloemen te zetten, hopend dat de ijsheiligen binnenkort hun gram niet halen. De D10 vanaf Le Mesnil-sur-Oger is opnieuw een rustige weg. Oger is omwille van zijn fonteinen, wasplaatsen en windhanen erkend als één der mooiste dorpen van Frankrijk. Het dorp won de gouden medaille in de wedstrijd “l’Entente Florale Européenne” in 2005. We fietsen door de poort van Champagne Jean Milan het erf op. Rechts tegen de muur staan champagneflessen met alle denkbare inhouden. Links in de stal is een klein wijnmuseumpje ondergebracht. Op een verhoogd overdekt terras met enkele tafeltjes nemen enkele Vlaamse champagneliefhebbers deel aan een proefsessie. Dit is de Champagne beleven zoals het hoort, in alle rust bij de producent zelf. De altijd schenkende reuzenchampagnefles staat symbool voor het volgende wijndorp Avize. Voor het gemak nemen we de D19, een landelijke verbinding over de vlakte tussen de Côte de Blancs, de Marne en de Montagne de Reims. Vanuit Tours-sur-Marne gaat het naar Bouzy en Ambonnay, in tegengestelde richting als op de eerste fietsdag. De weg naar Trépail klimt opnieuw de wijnbergen in, naar Villers-Marmery volgt dan een fikse afdaling. In een bocht zien we links boven Verzy liggen met op een vooruitstekende heuvel de Phare de Verzenay. We fietsen de steile helling niet op maar nemen rechtdoor het kleine asfaltwegje doorheen de wijngaarden onder de vuurtoren door. Dit wegje deint ook wel op en neer, maar is toch minder zwaar als de weg door de wijndorpen tegen de bosrand. De windmolen Verzenay laten we eveneens links boven ons liggen. Dit wegje is blijkbaar in trek bij lokale fietsers, een goede keuze dus. Uiteindelijk gaan we de wijnhelling omlaag, een overgang van frisgroene wijnranken naar citroengeel koolzaad. Vanaf Sillery fietsen we over het jaagpad langs het kanaal terug naar Reims, eerst nog onverhard maar al gauw op nieuw asfalt. Niet meer lang en de geasfalteerde Coulée Verte reikt tot hier. Feestdag, 1 mei en zonnig weer! Op de Coulée Verte heerst een enorme drukte van wandelaars, fietsers en skaters. Bij een brug in Reims staat zelfs een fietsverhuurder die hier een gat in de markt in ziet. Jaagpaden en voormalige spoorwegen in gebruik door langzaam verkeer, ook Frankrijk gaat er voor.
Steekkaart
SITUERING: Ten zuiden van de Franse Ardennen
AFSTAND: 235 km
ROUTE: Reims – Épernay – Sézanne – Reims
BEWEGWIJZERING: geen, enkele malen volgen we de ‘Route touristique du Champagne’
ROUTE:
Etappe 1: Reims – Épernay = 65 km
Reims – Coulée Verte - D8 - Cormontreuil - D9E1 – Montbré - D9E1/D409 – Rilly-la-Montagne – D26 – Chigny-les-Roses, Ludes, Mailly-Champagne, Verzenay, Verzy – richting Louvois – D34/weg naar Bouzy – D19 – Tours-sur-Marne – D1 – Bisseuil – jaagpad kanaal – Ay – D201 - Épernay
Etappe 2: Épernay – Sézanne = 82 km
Épernay – D386 – Dizy, Hautvillers – richting Belvédère en Crumières – jaagpad langs Marne tot Damery – D22 – Vauciennes – Saint-Martin-d’Ablois – Orbais-l’Abbaye – (!) D42 slechts 100 m dan rechts kleine weg naar Bièvre en Fromentières – rechtdoor aanhouden naar Bannay en Talus-Saint-Prix – rechtsaf naar Corfélix - (!) D14 slechts 300 m dan rechts kleine weg naar Charleville – D447e – Lachy – D346 – Moeurs-Verdey – N4 kruisen, kleine weg naar links – op einde 2 x links naar Sézanne
Etappe 3: Sézanne – Reims = 93 km
Sézanne – D39 – Broyes – D45 – Montdement-Montgivroux, Reuves – D44 – Broussy-le-Petit, Le Mesnil – D39 - Broussy-le-Grand, Bannes, Aulnizeux, Coligny, Bergères-les-Vertus – lokaal wegje door wijngaarden naar Vertus – idem naar Le Mesnil-sur-Oger – D10 – Oger, Avize – D19 – Flavigny, Les Itstres-et-Bury, Athis, Tours-sur-Marne, Bouzy, Ambonnay – D26 – Trépail, Villers Marmery – in bocht voor klim naar Verzy rechtdoor wegje door wijngaarden – altijd rechtdoor tot – D308 – Sillery – D8 – jaagpad/Coulée Verte langs kanaal – Reims
GPS-TRACKS: www.routeyou.com/route/view/88270/randonnee-a-velo-champagne-reims-epernay.fr
www.routeyou.com/route/view/88277/cycling-route-champagne-epernay-sezanne.en
www.routeyou.com/route/view/88428/randonnee-a-velo-champagne-sezanne-reims.fr
VERVOER:
Met de auto: Luik E25 – E411 – N97 Bouillon of Namen E411 – N97 Bouillon
Met de trein: Luik – Brussel – Parijs (Thalys of TGV); Parijs – Reims (TGV) of Luik/Brussel – Lille Flandres – Parijs – Reims met gewone treinen
LOGIES:
Auberge Saint-Vincent: Rue Saint-Vincent 1, F-51150 Ambonnay, tel: +33 3-26 57 01 98, info@auberge-st-vincent.com, www.auberge-st-vincent.com
Hôtel La Villa Eugène, avenue de Champagne 82-84, F-51200 Épernay, tel: +33 3-26 32 44 76, info@villa-eugene.com, www.villa-eugene.com
Hôtel Le Thibault IV: Place de la République 2, F-51130 Vertus, tel: +33 3-26 52 01 24, hotelthibault@wanadoo.fr, www.hotelthibault.com
Champagne Jean Milan, Rue d’Avize 6, F-51190 Oger, tel: +33 3-26 57 50 09, info@champagne-milan.com, www.champagne-milan.com
La Croix d'or, Rue Notre-Dame 53, F-51120 Sézanne, tel: +33 3-26 80 61 10, jcdufour51@wanadoo.fr, contact@hotel-lacroixdor.fr, www.lacroixdor-sezanne.fr
Jeugdherberg in Reims
Campings in Épernay en Sézanne
TIPS GASTRONOMIE:
Auberge Saint-Vincent: Rue Saint-Vincent 1, F-51150 Ambonnay, tel: +33 3-26 57 01 98, info@auberge-st-vincent.com, www.auberge-st-vincent.com
La Table Kobus: Rue Dr Rousseau 3, F-51200 Épernay, tel: +33 3-26 51 53 53, http://latablekobus.com
Le Caveau: F-51480 Cumières, tel: +33 3-26 54 83 23, jc-rambach@lecaveau-cumieres.com, www.lecaveau-cumieres.com
Restaurant Le Thibault IV: Place de la République 2, F-51130 Vertus, tel: +33 3-26 52 01 24, hotelthibault@wanadoo.fr, www.hotelthibault.com
C comme Champagne, Rue Gambetta 8, F-51200 Épernay, tel: +33 3-26 32 09 55, contact@c-comme.fr, www.c-comme.fr
Champagne Jean Milan, Rue d’Avize 6, F-51190 Oger, tel: +33 3-26 57 50 09, info@champagne-milan.com, www.champagne-milan.com
KAART: La Marne La Champagne: schaal 1:250000
GIDS: Le Guide Découverte uitgegeven door het CDT de la Marne ; Tourisme & Vignoble van de reisgidsenreeks Petit Futé
INFO: Comité Départemental du Tourisme de la Marne, Rue Carnot 13 bis, F-51006 Châlons-en-Champagne Cedex, tel: +33 3-26 68 37 52, cdt51@tourisme-en-champagne.com, www.tourisme-en-champagne.com
INTERNET: www.reims-tourisme.com, www.ot-epernay.fr, www.sezanne-tourisme.fr, www.la-marnotherapie.com
SITUERING: Ten zuiden van de Franse Ardennen
AFSTAND: 235 km
ROUTE: Reims – Épernay – Sézanne – Reims
BEWEGWIJZERING: geen, enkele malen volgen we de ‘Route touristique du Champagne’
ROUTE:
Etappe 1: Reims – Épernay = 65 km
Reims – Coulée Verte - D8 - Cormontreuil - D9E1 – Montbré - D9E1/D409 – Rilly-la-Montagne – D26 – Chigny-les-Roses, Ludes, Mailly-Champagne, Verzenay, Verzy – richting Louvois – D34/weg naar Bouzy – D19 – Tours-sur-Marne – D1 – Bisseuil – jaagpad kanaal – Ay – D201 - Épernay
Etappe 2: Épernay – Sézanne = 82 km
Épernay – D386 – Dizy, Hautvillers – richting Belvédère en Crumières – jaagpad langs Marne tot Damery – D22 – Vauciennes – Saint-Martin-d’Ablois – Orbais-l’Abbaye – (!) D42 slechts 100 m dan rechts kleine weg naar Bièvre en Fromentières – rechtdoor aanhouden naar Bannay en Talus-Saint-Prix – rechtsaf naar Corfélix - (!) D14 slechts 300 m dan rechts kleine weg naar Charleville – D447e – Lachy – D346 – Moeurs-Verdey – N4 kruisen, kleine weg naar links – op einde 2 x links naar Sézanne
Etappe 3: Sézanne – Reims = 93 km
Sézanne – D39 – Broyes – D45 – Montdement-Montgivroux, Reuves – D44 – Broussy-le-Petit, Le Mesnil – D39 - Broussy-le-Grand, Bannes, Aulnizeux, Coligny, Bergères-les-Vertus – lokaal wegje door wijngaarden naar Vertus – idem naar Le Mesnil-sur-Oger – D10 – Oger, Avize – D19 – Flavigny, Les Itstres-et-Bury, Athis, Tours-sur-Marne, Bouzy, Ambonnay – D26 – Trépail, Villers Marmery – in bocht voor klim naar Verzy rechtdoor wegje door wijngaarden – altijd rechtdoor tot – D308 – Sillery – D8 – jaagpad/Coulée Verte langs kanaal – Reims
GPS-TRACKS: www.routeyou.com/route/view/88270/randonnee-a-velo-champagne-reims-epernay.fr
www.routeyou.com/route/view/88277/cycling-route-champagne-epernay-sezanne.en
www.routeyou.com/route/view/88428/randonnee-a-velo-champagne-sezanne-reims.fr
VERVOER:
Met de auto: Luik E25 – E411 – N97 Bouillon of Namen E411 – N97 Bouillon
Met de trein: Luik – Brussel – Parijs (Thalys of TGV); Parijs – Reims (TGV) of Luik/Brussel – Lille Flandres – Parijs – Reims met gewone treinen
LOGIES:
Auberge Saint-Vincent: Rue Saint-Vincent 1, F-51150 Ambonnay, tel: +33 3-26 57 01 98, info@auberge-st-vincent.com, www.auberge-st-vincent.com
Hôtel La Villa Eugène, avenue de Champagne 82-84, F-51200 Épernay, tel: +33 3-26 32 44 76, info@villa-eugene.com, www.villa-eugene.com
Hôtel Le Thibault IV: Place de la République 2, F-51130 Vertus, tel: +33 3-26 52 01 24, hotelthibault@wanadoo.fr, www.hotelthibault.com
Champagne Jean Milan, Rue d’Avize 6, F-51190 Oger, tel: +33 3-26 57 50 09, info@champagne-milan.com, www.champagne-milan.com
La Croix d'or, Rue Notre-Dame 53, F-51120 Sézanne, tel: +33 3-26 80 61 10, jcdufour51@wanadoo.fr, contact@hotel-lacroixdor.fr, www.lacroixdor-sezanne.fr
Jeugdherberg in Reims
Campings in Épernay en Sézanne
TIPS GASTRONOMIE:
Auberge Saint-Vincent: Rue Saint-Vincent 1, F-51150 Ambonnay, tel: +33 3-26 57 01 98, info@auberge-st-vincent.com, www.auberge-st-vincent.com
La Table Kobus: Rue Dr Rousseau 3, F-51200 Épernay, tel: +33 3-26 51 53 53, http://latablekobus.com
Le Caveau: F-51480 Cumières, tel: +33 3-26 54 83 23, jc-rambach@lecaveau-cumieres.com, www.lecaveau-cumieres.com
Restaurant Le Thibault IV: Place de la République 2, F-51130 Vertus, tel: +33 3-26 52 01 24, hotelthibault@wanadoo.fr, www.hotelthibault.com
C comme Champagne, Rue Gambetta 8, F-51200 Épernay, tel: +33 3-26 32 09 55, contact@c-comme.fr, www.c-comme.fr
Champagne Jean Milan, Rue d’Avize 6, F-51190 Oger, tel: +33 3-26 57 50 09, info@champagne-milan.com, www.champagne-milan.com
KAART: La Marne La Champagne: schaal 1:250000
GIDS: Le Guide Découverte uitgegeven door het CDT de la Marne ; Tourisme & Vignoble van de reisgidsenreeks Petit Futé
INFO: Comité Départemental du Tourisme de la Marne, Rue Carnot 13 bis, F-51006 Châlons-en-Champagne Cedex, tel: +33 3-26 68 37 52, cdt51@tourisme-en-champagne.com, www.tourisme-en-champagne.com
INTERNET: www.reims-tourisme.com, www.ot-epernay.fr, www.sezanne-tourisme.fr, www.la-marnotherapie.com