Dolomietenronde (Italië)
Mijn voorliefde voor de Dolomieten en een gesprek met de outdoor reisorganisator FUNActive Tours op de fiets- en wandelbeurs in Gent maakt dat we enkele maanden later op de nachttrein zitten richting Italië.
De filosofie
Ik zag een rondje Dolomieten voor ogen, zij boden de Dolomietenronde aan. Weliswaar voor E-bikes, met langere afstanden dan gewoonlijke fietsreizen. Volgens mij het ideale concept voor de ‘Op Weg’-fietser, een meerdaagse langeafstandsroute met aanspreekvolle etappes. Een fietsavontuur dat zijn start bij ons in België kent. Op de fiets gaat het naar Aachen om daar de trein te nemen naar Köln. Daar vertrekt de nachttrein naar Innsbrück. Om 10 uur staan we op de Brennerpas. Klaar voor de afdaling naar Klausen, het stadje in het Eisacktal dat al enkele malen als uitvalbasis diende bij eerdere |
bezoeken aan Zuid-Tirol.
Startplaats van de reisorganisator FUNActive Tours is Niederdorf bij Toblach, waar fietsende en wandelende vakantiegangers de avond voor vertrek alle documenten ontvangen en een uitgebreide briefing krijgen. Wij verkiezen te vertrekken boven op de Brennerpas, waardoor we een extra etappe toevoegen en feitelijk de eerste etappe van Niederdorf naar Klausen als laatste fietsen. Sonja op haar nieuwe E-bike, ik op mijn oude vertrouwde trekkingfiets.
Startplaats van de reisorganisator FUNActive Tours is Niederdorf bij Toblach, waar fietsende en wandelende vakantiegangers de avond voor vertrek alle documenten ontvangen en een uitgebreide briefing krijgen. Wij verkiezen te vertrekken boven op de Brennerpas, waardoor we een extra etappe toevoegen en feitelijk de eerste etappe van Niederdorf naar Klausen als laatste fietsen. Sonja op haar nieuwe E-bike, ik op mijn oude vertrouwde trekkingfiets.
De Dolomieten
De Dolomieten maken deel uit van de Zuidelijke Kalkalpen. Kenmerkend voor de Dolomieten zijn de steile rotswanden en pieken waarvan vele de drieduizend meter grens overschrijden. Het gebergte is genoemd naar het mineraal en gesteente dolomiet, vernoemd naar de Franse geoloog Déodat de Dolomieu. In het gebied van de Dolomieten worden drie talen gesproken; Duits, Italiaans en Ladinisch. Tot 1918 liep de Oostenrijks- Italiaanse staatsgrens dwars door de Dolomieten. Het noorden hoorde toe aan het Oostenrijkse Tirol en het zuiden tot het Italiaanse Veneto. Aan het eind van WO I wordt Tirol in twee gedeeld. De grens ligt dan op de Brenner, de waterscheiding van de Donau en de Po. Noord- en Oost-Tirol blijven Oostenrijks. Italië krijgt de zuidelijke helft van het Duitstalige (Südtirol) en het Italiaanstalige deel van Tirol (Trentino). Het gebied wordt door Benito Mussolini geïtalianiseerd. De Duitssprekende bevolking vormt een minderheid en wordt als zodanig behandeld. Zuid-Tirol noemt voortaan Alto Adige. De Dolomieten zijn vanaf nu volledig Italiaans gebergte.
De Dolomieten maken deel uit van de Zuidelijke Kalkalpen. Kenmerkend voor de Dolomieten zijn de steile rotswanden en pieken waarvan vele de drieduizend meter grens overschrijden. Het gebergte is genoemd naar het mineraal en gesteente dolomiet, vernoemd naar de Franse geoloog Déodat de Dolomieu. In het gebied van de Dolomieten worden drie talen gesproken; Duits, Italiaans en Ladinisch. Tot 1918 liep de Oostenrijks- Italiaanse staatsgrens dwars door de Dolomieten. Het noorden hoorde toe aan het Oostenrijkse Tirol en het zuiden tot het Italiaanse Veneto. Aan het eind van WO I wordt Tirol in twee gedeeld. De grens ligt dan op de Brenner, de waterscheiding van de Donau en de Po. Noord- en Oost-Tirol blijven Oostenrijks. Italië krijgt de zuidelijke helft van het Duitstalige (Südtirol) en het Italiaanstalige deel van Tirol (Trentino). Het gebied wordt door Benito Mussolini geïtalianiseerd. De Duitssprekende bevolking vormt een minderheid en wordt als zodanig behandeld. Zuid-Tirol noemt voortaan Alto Adige. De Dolomieten zijn vanaf nu volledig Italiaans gebergte.
Het wild romantische Eisacktal
We sporen van Köln tot op de Brenner mits slechts één overstap. De trein loopt het station van Brenner(o) binnen. Het is een oud station met een ondertunneling via trappen tussen de perrons. Na wat tillen en sleuren met fietsen en bagage staan we aan de start van de Eisacktal-fietsweg, ook wel Brennerfietsweg genoemd. Deze loopt van de Brennerpas naar Bozen (Bolzano). De afdaling begint met een prachtig aangelegd en adembenemend mooi fietspad op het oude spoorwegtraject tussen Brenner en Sterzing. Bij iedere tunnel staat een bordje met de lengte van de tunnel. Gossengas, het eerste stadje dat we tegenkomen, ligt beneden aan één van de zovele autowegviaducten. Tijd voor een eerste koffie- annex theepauze. Een infopaal geeft uitleg over de fietsroute en de regio. Links van de vallei hebben we zicht op de bergtoppen van de Dax Alpen met de Dax Spitze (2845 m) als hoogste. Door de stadspoort de ‘Zwölferturm’ rijden we de voetgangerszone van Sterzing binnen. De toren draagt deze naam omdat iedere dag om twaalf uur de klok luidt. Aan de zuidkant van de stad opent zich het dal. Links op een rots staat het kasteel Sprechenstein en voor ons aan de oever van de rivier het kasteel Reifenstein. Een rustmoment, maar al gauw worden Eisack, autoweg, oude hoofdweg, spoorweg en fietspad opnieuw geprakt in een smalle kloof. Af en toe gaat het een pittig hellinkje hoog maar overwegend blijven we dalen. Door het alsmaar versmallende dal tot het fort Franzenfeste. Het naar Keizer Frans II vernoemde fort bestond uit een beneden- en bovenfort die door een onderaardse trap met elkaar verbonden waren. Opzet was om Oostenrijk te verdedigen tegen aanvallen vanuit het zuiden.
We sporen van Köln tot op de Brenner mits slechts één overstap. De trein loopt het station van Brenner(o) binnen. Het is een oud station met een ondertunneling via trappen tussen de perrons. Na wat tillen en sleuren met fietsen en bagage staan we aan de start van de Eisacktal-fietsweg, ook wel Brennerfietsweg genoemd. Deze loopt van de Brennerpas naar Bozen (Bolzano). De afdaling begint met een prachtig aangelegd en adembenemend mooi fietspad op het oude spoorwegtraject tussen Brenner en Sterzing. Bij iedere tunnel staat een bordje met de lengte van de tunnel. Gossengas, het eerste stadje dat we tegenkomen, ligt beneden aan één van de zovele autowegviaducten. Tijd voor een eerste koffie- annex theepauze. Een infopaal geeft uitleg over de fietsroute en de regio. Links van de vallei hebben we zicht op de bergtoppen van de Dax Alpen met de Dax Spitze (2845 m) als hoogste. Door de stadspoort de ‘Zwölferturm’ rijden we de voetgangerszone van Sterzing binnen. De toren draagt deze naam omdat iedere dag om twaalf uur de klok luidt. Aan de zuidkant van de stad opent zich het dal. Links op een rots staat het kasteel Sprechenstein en voor ons aan de oever van de rivier het kasteel Reifenstein. Een rustmoment, maar al gauw worden Eisack, autoweg, oude hoofdweg, spoorweg en fietspad opnieuw geprakt in een smalle kloof. Af en toe gaat het een pittig hellinkje hoog maar overwegend blijven we dalen. Door het alsmaar versmallende dal tot het fort Franzenfeste. Het naar Keizer Frans II vernoemde fort bestond uit een beneden- en bovenfort die door een onderaardse trap met elkaar verbonden waren. Opzet was om Oostenrijk te verdedigen tegen aanvallen vanuit het zuiden.
Het fort sluit de vallei af van de dalketel gevormd door de samensmelting van de valleien Eisacktal en Pustertal. De volledig omsloten heuvelvlakte bezit een microklimaat dat ideaal is voor de druiventeelt. Middenin ligt het grootste kloostercomplex van Tirol. Het Augustijner-kanunniken Klooster Neustift in Vahrn en behoort tot de meest opmerkelijke bezienswaardigheden van het Eisacktal. We kunnen er vrij met onze fietsen binnenrijden en werpen een blik op de sierlijke barokkerk en de frescorijke kloostergang. Brixen, de oudste stad van Südtirol sluit de vlakte. De vierkantig omsloten stadsbouw van het oude centrum dateert uit 1039. We rijden de stad binnen via de Michaelspoort onder de Witte toren. De sierlijke smalle straten erin bezitten arcades. De overdekte in de voorgevels verwerkte wandelpassages bieden bescherming tegen zon en regen. Middenin ligt een rechthoekig marktplein dat in twee luiken opgebouwd is, een geestelijke helft met zijn kerken en een burgerlijke met stadhuis, bibliotheek en burgerhuizen.
Het fietspad zet zijn weg verder over de oever van de Eisack. Die loopt nu in een bredere bedding maar is nog steeds een ruige, wilde rivier met vele stoomversnellingen. Rechts van ons liggen wijngaarden op steile hellingen met daarin pittoreske kerkjes van leuke dorpjes als Feldthurns en Verdings.
Klausen (Chiusa)
Klausen is sind 2002 opgenomen in de vereniging van mooiste historische steden van Italië. De noordelijke stadspoort Säbenicher Tor geeft toegang tot de smalle hoofdstraat van het middeleeuwse stadscentrum. Het centrum is volledig voetgangerszone. De kleine oudstad ligt tegen de rivier gebouwd en heeft enkele mooie verborgen hoekjes en leuke horecalokaaltjes waaronder enkele vinotheken en een kleine stadsbierbrouwerij. Boven het centrum op een solitaire rots ligt de Akropolis van Südtirol, het imposante klooster Säben. Het stadje ademt een gezellige sfeer. Het is dan ook niet de eerste keer dat we er te gast zijn. www.klausen.it
Klausen is sind 2002 opgenomen in de vereniging van mooiste historische steden van Italië. De noordelijke stadspoort Säbenicher Tor geeft toegang tot de smalle hoofdstraat van het middeleeuwse stadscentrum. Het centrum is volledig voetgangerszone. De kleine oudstad ligt tegen de rivier gebouwd en heeft enkele mooie verborgen hoekjes en leuke horecalokaaltjes waaronder enkele vinotheken en een kleine stadsbierbrouwerij. Boven het centrum op een solitaire rots ligt de Akropolis van Südtirol, het imposante klooster Säben. Het stadje ademt een gezellige sfeer. Het is dan ook niet de eerste keer dat we er te gast zijn. www.klausen.it
Kunst- en fruitvallei
In dalende lijn gaat het richting Bozen (Bolzano). Het fietspad is al even constructief aangelegd als de autoweg. Pijlers, bruggen en tunneltjes volgen elkaar op. In een chicane van de rivier hebben we een heerlijke terugblik op het door wijngaarden omgeven klooster Säben. Na de volgende bocht ligt de Trostburg, een mooi voorbeeld van ridderlijke bouwkunst. De Eisack blijft onstuimig, de betonwerken verrassend genoeg ook. Fietspad, autowegen en spoorweg lijken bij momenten in elkaar te vlechten. Van Blumau tot Bozen hebben kunstenaars hun kunstzinnigheid de vrije loop gelaten op de zogenaamde kunstmijl aan de hand van sculpturen, zuilen, vlaggen, tekeningen en graffiti.
De provinciehoofdstad Bolzano, gelegen te midden van wijngaarden en fruitbomen met op de achtergrond de Dolomietenmassieven, is alpien en mediterraan tegelijk. Het hart van de stad is de Piazza Walther. Rond het plein liggen de domkerk en de historische stadskern. Via de mooie Lauben met zijn vele boetiekjes onder de arcadebogen lopen we met de fiets aan de hand in de richting van het Museo Archeologico dell'Alto Adige, ook wel bekend als Ötzi-museum.
In dalende lijn gaat het richting Bozen (Bolzano). Het fietspad is al even constructief aangelegd als de autoweg. Pijlers, bruggen en tunneltjes volgen elkaar op. In een chicane van de rivier hebben we een heerlijke terugblik op het door wijngaarden omgeven klooster Säben. Na de volgende bocht ligt de Trostburg, een mooi voorbeeld van ridderlijke bouwkunst. De Eisack blijft onstuimig, de betonwerken verrassend genoeg ook. Fietspad, autowegen en spoorweg lijken bij momenten in elkaar te vlechten. Van Blumau tot Bozen hebben kunstenaars hun kunstzinnigheid de vrije loop gelaten op de zogenaamde kunstmijl aan de hand van sculpturen, zuilen, vlaggen, tekeningen en graffiti.
De provinciehoofdstad Bolzano, gelegen te midden van wijngaarden en fruitbomen met op de achtergrond de Dolomietenmassieven, is alpien en mediterraan tegelijk. Het hart van de stad is de Piazza Walther. Rond het plein liggen de domkerk en de historische stadskern. Via de mooie Lauben met zijn vele boetiekjes onder de arcadebogen lopen we met de fiets aan de hand in de richting van het Museo Archeologico dell'Alto Adige, ook wel bekend als Ötzi-museum.
Aan de samenvloeiing van de Eisack met de Etsch ligt het slot Sigmundskron. De Adige stroomt over een afstand van 410 kilometer eerst richting Trento en buigt na Verona zuidoostelijk af naar de Adriatische Zee. In het noordelijke overwegend Duitstalige gebied van de provincie Alto Adige/Südtirol draagt de rivier de naam Etsch. Wij volgen over 60 km de rivier die in een enkele kilometers brede valleivlakte het berglandschap doorklieft. Een zeer imponerend traject, een 60 km lange fruitplantage doorsneden door de rivier met daarlangs een tweesporig fietspad. Dit alles afgebakend met steile rotswanden.
De fietsroute Via Claudia Augusta maakt gebruik van dit pad en zal tot op de hoogvlakte van Tesino onze begeleider zijn. De antieke Romeinse route Via Claudia Augusta Altinate verbond Augusta Vindelicum, het hedendaagse Augsburg in Duitsland, met de Romeinse havenstad Altino nabij Venetië. We wisselen hiermee het Duitstalige Südtirol in voor het Italiaanstalige Trentino.
De fietsroute Via Claudia Augusta maakt gebruik van dit pad en zal tot op de hoogvlakte van Tesino onze begeleider zijn. De antieke Romeinse route Via Claudia Augusta Altinate verbond Augusta Vindelicum, het hedendaagse Augsburg in Duitsland, met de Romeinse havenstad Altino nabij Venetië. We wisselen hiermee het Duitstalige Südtirol in voor het Italiaanstalige Trentino.
Italiaanse en Midden-Europese cultuur ontmoeten elkaar in de kunststad Trento. De Stad van het Concilie (1545 - 1563) bezit een uniek erfgoed aan monumenten van beide culturen. Het concilie, door de Paus samengeroepen, had tot doel de rol van de Kerk te benadrukken. Het formuleerde de opvattingen en de dogma's die de inhoud van het katholieke geloof bepaalden. Ten tijde vond het concilie met opzet zo noordelijk in Italië plaats om calvinistische en lutherse waarnemers in staat te stellen aanwezig te zijn. Het Castello del Buonconsiglio was eeuwenlang de woonplaats van de prins-bisschoppen van Trento. De kerken van het Concilie en de Dom omsluiten een prachtig plein met daarop een schitterende neptunusfontein. De huizen in de omliggende straten vertonen resten van fraaie fresco's.
De hoogvlakte van Tesino
De Via Claudia Augusta maakt een enorme lus om de vallei uit te klimmen. Vanwege de lengte van de huidige rit, kiezen we voor de korte pijn en klimmen rechtstreeks de vallei uit met enkele stukken tussen 9 en 11% stijging en zelfs één kort stukje aan 14%. Eenmaal op de hoogvlakte gaat het een tijdje op en neer over kleine asfalt- en grindwegen. De Via Claudia Augusta loopt verder door de heuvels naar het kuuroord Levico Therme. Maar wij verkiezen af te dalen in de vallei naar Pergine Valsugana. Boven de stad ligt het kasteel Pergine, een complex met muren: de middeleeuwse, ter verdediging en een renaissance ter bescherming van de woongebouwen. We fietsen naar het Caldonazzomeer, het grootste meer van Valsugana, waar we de Via del Brenta opzoeken. Dit fietspad van Valsugana verbindt het Caldonazzomeer in Trentino met Bassano del Grappa in Veneto. Het is een ongelooflijk vlakke en bijzonder mooi traject en zeer in trek bij fietsers. Langs het pad zijn er diverse Bicigrills, leuke afspanningen waar fietsers terecht kunnen voor een hapje en een drankje.
De bewegwijzering gaat naar de andere oever, maar voor ons op deze oever ligt een kraaknieuw fietspad. Niet traceerbaar op mijn GPS, maar mijn instinct zegt dat beide routes terug samen komen. Een wijze beslissing want het nieuwe tracé steekt via een mooie fietsbrug de Gringno over die enkele meters verder in de Brenta vloeit. Langs de oever blijkt een betonnen dijk een relict uit WO I te zijn.
De Via Claudia Augusta maakt een enorme lus om de vallei uit te klimmen. Vanwege de lengte van de huidige rit, kiezen we voor de korte pijn en klimmen rechtstreeks de vallei uit met enkele stukken tussen 9 en 11% stijging en zelfs één kort stukje aan 14%. Eenmaal op de hoogvlakte gaat het een tijdje op en neer over kleine asfalt- en grindwegen. De Via Claudia Augusta loopt verder door de heuvels naar het kuuroord Levico Therme. Maar wij verkiezen af te dalen in de vallei naar Pergine Valsugana. Boven de stad ligt het kasteel Pergine, een complex met muren: de middeleeuwse, ter verdediging en een renaissance ter bescherming van de woongebouwen. We fietsen naar het Caldonazzomeer, het grootste meer van Valsugana, waar we de Via del Brenta opzoeken. Dit fietspad van Valsugana verbindt het Caldonazzomeer in Trentino met Bassano del Grappa in Veneto. Het is een ongelooflijk vlakke en bijzonder mooi traject en zeer in trek bij fietsers. Langs het pad zijn er diverse Bicigrills, leuke afspanningen waar fietsers terecht kunnen voor een hapje en een drankje.
De bewegwijzering gaat naar de andere oever, maar voor ons op deze oever ligt een kraaknieuw fietspad. Niet traceerbaar op mijn GPS, maar mijn instinct zegt dat beide routes terug samen komen. Een wijze beslissing want het nieuwe tracé steekt via een mooie fietsbrug de Gringno over die enkele meters verder in de Brenta vloeit. Langs de oever blijkt een betonnen dijk een relict uit WO I te zijn.
Een verdedigingswal met schietgaten van waaruit de Oostenrijkers de Italianen beschoten. Acht haarspeldbochten leiden voorbij aan het Forte Leone Cima Campo naar opnieuw een hoger gelegen dal, dat van de Cismon. Na het meer van Corlo wisselen we naar de vallei van de Stizzon.
Feltre ligt aan deze rivier die enkele kilometers verder samenstroomt met de Piave. De oude bovenstad, is volledig omgeven door vestingmuren. Het Piazza Maggiore ligt er middenin. Eraan liggen het stadhuis, het Palazzo della Ragione en het Teatro della Sena. Op het plein staat een zuil met daarop de leeuw van Venetië. Karakteristiek voor de stad zijn de arcadegalerijen.
Feltre ligt aan deze rivier die enkele kilometers verder samenstroomt met de Piave. De oude bovenstad, is volledig omgeven door vestingmuren. Het Piazza Maggiore ligt er middenin. Eraan liggen het stadhuis, het Palazzo della Ragione en het Teatro della Sena. Op het plein staat een zuil met daarop de leeuw van Venetië. Karakteristiek voor de stad zijn de arcadegalerijen.
De vallei van de Piave
Alle wegen leiden naar Rome, maar menige fietswegen leiden naar Belluno door de vallei van de Piave. De Ciclabile delle Dolomiti loopt aan de voeten van het dolomietenmassief. De Via Claudia Augusta loopt wat zuidelijker door de heuvels om daarna de vallei op te zoeken. De Tour Valbelluna Belluno – Feltre zoekt dadelijk de vallei op. Via de eerste fietsen we naar de voet van de bergen om via de Via Claudia Augusta naar de derde te fietsen met Belluno als doel. Het is de hoofdstad van de gelijknamige provincie Belluno in de regio Veneto. De stad ligt op een verhoging boven het punt waar het beekje Ardo en de rivier Piave samenstromen in het zuidelijkste deel van de Dolomieten. Ten zuiden van Belluno ligt de berggroep Nevegal (1761 m), een geliefd ski- en mountainbikegebied. Het Nationaal Park Dolomiti Bellunesi strekt zich ten noorden van de stad uit. We logeren in een buiten de stad hoger gelegen villa. Vanaf het terras hebben we zicht op beide bergketens.
Alle wegen leiden naar Rome, maar menige fietswegen leiden naar Belluno door de vallei van de Piave. De Ciclabile delle Dolomiti loopt aan de voeten van het dolomietenmassief. De Via Claudia Augusta loopt wat zuidelijker door de heuvels om daarna de vallei op te zoeken. De Tour Valbelluna Belluno – Feltre zoekt dadelijk de vallei op. Via de eerste fietsen we naar de voet van de bergen om via de Via Claudia Augusta naar de derde te fietsen met Belluno als doel. Het is de hoofdstad van de gelijknamige provincie Belluno in de regio Veneto. De stad ligt op een verhoging boven het punt waar het beekje Ardo en de rivier Piave samenstromen in het zuidelijkste deel van de Dolomieten. Ten zuiden van Belluno ligt de berggroep Nevegal (1761 m), een geliefd ski- en mountainbikegebied. Het Nationaal Park Dolomiti Bellunesi strekt zich ten noorden van de stad uit. We logeren in een buiten de stad hoger gelegen villa. Vanaf het terras hebben we zicht op beide bergketens.
De 220 km lange Piave ontspringt in de noordoostelijke Dolomieten nabij Sappada in de provincie Belluno. Hij stroomt via de bergdalen Cadore en Valbelluna naar het heuvellandschap van Trevisio en zo naar de Adriatische Zee. Het is een korte etappe, maar de laatste 8 km moeten we 500 meter stijgen naar Pieve di Cadore. Voor we de slotklim aanvangen gaat het alsmaar op en neer in de vallei van de Piave. Ook al fietsen we stroomopwaarts, hebben we niet het gevoel dat we hoogtemeters winnen.
Een enkele meters brede kloof geeft zicht op de honderden meters hoger gelegen tussen twee bergwanden opgetrokken Vajontdam. In de in 1960 in gebruik genomen stuwdam stortte op 9 oktober 1963 maar liefst 350 miljoen m³ rots in het stuwmeer, waardoor een honderden meters hoge vloedgolf over de dam schoot en het in het dal gelegen Longarone compleet vernielde. Circa 2000 mensen kwamen bij deze ramp om het leven.
Een superbe fietspad leidt door het vernauwde dal naar de slotklim. In twee trappen onderbroken door een vals plat gaat het naar Pieve di Cadore. Met een gemiddelde stijging van 7% gaat het naar boven. Een wielertoerist steekt ons moeizaam voorbij. Op het vals plat kijkt hij met verontrustende blik om de haverklap achteruit naar die twee volgepakte fietsen die op hem naderen. Ik denk dat hij blij was toen wij de eerst volgende een splitsing de andere kant uit reden. Zo vlot als het voorheen omhoog ging, zo puffend zijn de laatste onderhalve kilometer tot het centrum van Pieve di Cadora. Van 11% tot 14% met alle bagage aan de fiets is geen sinecure. De laatste meters naar boven zwoegend valt mijn oog op een oude bergwoning met houten buitentrap en overloop. Mensen lopen aan en af, onze curiositeit is gewekt. Het is het geboortehuis van Titiaan (1487-1576), één van de belangrijkste kunstschilders van de renaissance. Titiaans oeuvre omvat vooral portretten, mythologische en religieuze werken. Een portret is ook het uitzicht van ons balkon op het stuwmeer van Cadore.
Een enkele meters brede kloof geeft zicht op de honderden meters hoger gelegen tussen twee bergwanden opgetrokken Vajontdam. In de in 1960 in gebruik genomen stuwdam stortte op 9 oktober 1963 maar liefst 350 miljoen m³ rots in het stuwmeer, waardoor een honderden meters hoge vloedgolf over de dam schoot en het in het dal gelegen Longarone compleet vernielde. Circa 2000 mensen kwamen bij deze ramp om het leven.
Een superbe fietspad leidt door het vernauwde dal naar de slotklim. In twee trappen onderbroken door een vals plat gaat het naar Pieve di Cadore. Met een gemiddelde stijging van 7% gaat het naar boven. Een wielertoerist steekt ons moeizaam voorbij. Op het vals plat kijkt hij met verontrustende blik om de haverklap achteruit naar die twee volgepakte fietsen die op hem naderen. Ik denk dat hij blij was toen wij de eerst volgende een splitsing de andere kant uit reden. Zo vlot als het voorheen omhoog ging, zo puffend zijn de laatste onderhalve kilometer tot het centrum van Pieve di Cadora. Van 11% tot 14% met alle bagage aan de fiets is geen sinecure. De laatste meters naar boven zwoegend valt mijn oog op een oude bergwoning met houten buitentrap en overloop. Mensen lopen aan en af, onze curiositeit is gewekt. Het is het geboortehuis van Titiaan (1487-1576), één van de belangrijkste kunstschilders van de renaissance. Titiaans oeuvre omvat vooral portretten, mythologische en religieuze werken. Een portret is ook het uitzicht van ons balkon op het stuwmeer van Cadore.
Als een trein de pas over
De Lunga Via delle Dolomiti is een fietsroute op de voormalige Dolomietenspoorweg tussen Calalzo di Cadore, Cortina D’Ampezzo en Toblach. Het was één van de vier spoorwegovergangen door de Alpen die met gering hoogtepercentage over een pas liepen. Op een kleine onderbreking na, waar de route over enkele grindpaden loopt, gaat omhoog aan 2% à 3% waarbij we zonder het te beseffen over 42 km maar liefst 700 hoogtemeter overwinnen. Cortina d'Ampezzo is een plaats in de Italiaanse regio Veneto in de provincie Belluno, op de grens met Südtirol. Na de wapenstilstand van 4 november 1918, die een einde maakte aan WO I, wordt Anpezo door het Italiaanse leger bezet. Het Verdrag van Saint-Germain van 1919 bedeelt de stad aan Italië toe. Omdat de Ladiners zich niet als Italianen, maar als taalkundige minderheid binnen Oostenrijk zien, worden ze getroffen door de italianiseringspolitiek van Italië. Daarbij wordt Anpezo ook nog eens losgemaakt van Zuid-Tirol en bij de provincie Belluno gevoegd. Sindsdien draagt ze de naam Cortina d´Ampezzo. De plaats ligt in een brede bergkom in het dal van de rivier de Boite. Deze bergkom, de Conca di Cortina, wordt omgeven door indrukwekkende bergmassieven met links de in het oog vallende Tofana groep, rechts de Monte Cristallo en de Pomagagnon. Cortina d'Ampezzo is het grootste centrum in dit deel van de Dolomieten en een gerenommeerd skigebied.
De Lunga Via delle Dolomiti is een fietsroute op de voormalige Dolomietenspoorweg tussen Calalzo di Cadore, Cortina D’Ampezzo en Toblach. Het was één van de vier spoorwegovergangen door de Alpen die met gering hoogtepercentage over een pas liepen. Op een kleine onderbreking na, waar de route over enkele grindpaden loopt, gaat omhoog aan 2% à 3% waarbij we zonder het te beseffen over 42 km maar liefst 700 hoogtemeter overwinnen. Cortina d'Ampezzo is een plaats in de Italiaanse regio Veneto in de provincie Belluno, op de grens met Südtirol. Na de wapenstilstand van 4 november 1918, die een einde maakte aan WO I, wordt Anpezo door het Italiaanse leger bezet. Het Verdrag van Saint-Germain van 1919 bedeelt de stad aan Italië toe. Omdat de Ladiners zich niet als Italianen, maar als taalkundige minderheid binnen Oostenrijk zien, worden ze getroffen door de italianiseringspolitiek van Italië. Daarbij wordt Anpezo ook nog eens losgemaakt van Zuid-Tirol en bij de provincie Belluno gevoegd. Sindsdien draagt ze de naam Cortina d´Ampezzo. De plaats ligt in een brede bergkom in het dal van de rivier de Boite. Deze bergkom, de Conca di Cortina, wordt omgeven door indrukwekkende bergmassieven met links de in het oog vallende Tofana groep, rechts de Monte Cristallo en de Pomagagnon. Cortina d'Ampezzo is het grootste centrum in dit deel van de Dolomieten en een gerenommeerd skigebied.
Het contrast met het drukke Cortina d'Ampezzo kan niet groter. Enkele kilometers verder de pas omhoog bij de aanvang van een bos maakt het gladde asfalt plaats voor stoffig wit fijn grind. Families met kinderen zijn hoog gereden tot bij één van de twee verlaten stationnetjes met picknickspulletjes. Na het bos komen we in een onwezenlijk landschap. Witgrijs kleurige bergen alom, met een enorme rotswand op onze rechter zijde. Grind op onze weg, grind in de rivierbedding links beneden in de vallei waardoor een kronkelend riviertje zijn weg zoekt. De doortocht van een oude tunnel en een brug over een ravijn maken een einde aan dit imponerend berglandschap. We fietsen nu in een hoger gelegen deel van de vallei tot op de Passo Cimabanche [1540 m]. De pas maakt de grens van Veneto met Zuid-Tirol. De berghut is de ontmoetingsplaats van fietsers uit Cortina d'Ampezzo en Toblach.
Zowat halverwege de Passo Cimabanche en Toblach houden we halt bij de Drei Zinnen Blick. De drie Zinnen zijn drie markante naast elkaar liggende bergobelisken, Große Zinne [2999 m], Westliche Zinne [2973 m] en de Kleine Zinne [2857 m], die symbool staan voor de Dolomieten. Modderstromen en aardverschuivingen ten gevolge van hevige onweders richtten hier enkele weken terug enorme ravage aan. De modder is weg, maar metershoog steenpuin is achtergebleven in de vallei.
Het Pustertal
Toblach (1210 m), betekent starten op het hoogste punt van de Pustertal-Radweg, op de waterscheiding tussen Rienz en Drau. De start is veelbelovend. Een idyllisch almenlandschap met typische stalletjes, een asfaltbaantje doorheen wilde bloemenweiden en een roze fiets die je de weg wijst naar een restaurant met gastenkamer. Langs de route staan grote panelen met routeoverzicht en hoogtegrafiek van de Pustertal-Radweg die ons verteld dat we overwegend dalen. De fietsroute loopt aan het centrum van Bruneck (Brunico) voorbij. Maar achter de stadspoorten ontdekken we een levendig stadje met smalle straatjes en pleintjes met leuke terrasjes. Boven de stad ligt het dominante slot Bruneck. St. Lorenzen valt op door zijn drie kerktorens in rij en de ruïne Michelsburg.
Toblach (1210 m), betekent starten op het hoogste punt van de Pustertal-Radweg, op de waterscheiding tussen Rienz en Drau. De start is veelbelovend. Een idyllisch almenlandschap met typische stalletjes, een asfaltbaantje doorheen wilde bloemenweiden en een roze fiets die je de weg wijst naar een restaurant met gastenkamer. Langs de route staan grote panelen met routeoverzicht en hoogtegrafiek van de Pustertal-Radweg die ons verteld dat we overwegend dalen. De fietsroute loopt aan het centrum van Bruneck (Brunico) voorbij. Maar achter de stadspoorten ontdekken we een levendig stadje met smalle straatjes en pleintjes met leuke terrasjes. Boven de stad ligt het dominante slot Bruneck. St. Lorenzen valt op door zijn drie kerktorens in rij en de ruïne Michelsburg.
We dalen gestaag tot we een vlakte bereiken met links en rechts immens hoge haast loodrechte valleiwanden die langzaam naar elkaar toe lopen. Tot we in een engte bij de Mühlbacher Klause komen, een rechthoekige haast onmogelijk te omzeilen verdedigingswerk dat in de loop van de eeuwen dienst deed als vesting, straatblokkade en tolburcht. Bij Mülbach fietsen we via een parallelwegje omheen het centrum en dan een helling hoog. Een groene alm op, hoog boven de rivier. Het uitzicht is zo overdonderend dat we er bij gaan zitten op één van de rustbanken. De samensmelting van het Pustertal en het Eisacktal staat bekend als een druk verkeersknooppunt, maar deskundig worden we afgeleid naar een zijweg richting Franzenfeste. We fietsen letterlijk doorheen de vesting om aan te sluiten op de Eisacktal-Radweg wat ons Dolomietenrondje afsluit. We eindigen vandaag in Klausen. Morgen nemen we de trein tot boven op de Brenner om dan naar Inssbruck te fietsen waar de nachttrein ons wacht.
PRAKTISCH
ROUTE: 502 km in 7 etappes
ETAPPES:
BEWEGWIJZERING: We volgden overwegend bewegwijzerde langeafstandsroute: Brennerradroute Brenner-Bozen → Via Claudia Augusta → La via del Brenta → fietsroute naar Feltre → Lunga Via delle Dolomiti → Lentiai Altino Praderadego/Via Claudia Augusta → Tour Valbelluna Belluno-Feltre → Lunga Via delle Dolomiti (I4) → Lunga Via delle Dolomiti (E1) → fietsroute naar Toblach → Pustertaler Radweg → Brennerradroute Brenner-Bozen
STREEKINFORMATIE: www.klausen.it, www.suedtirol.com, www.visittrentino.info/nl, www.dolomiti.it/de
Georganiseerde fietsreizen in Italië: www.funactive.info, www.italybike.info
ROUTE: 502 km in 7 etappes
ETAPPES:
- Brenner – Klausen (70 km) + 484 m - 1264 m (*)
- Klausen – Trento (96 km) + 430 m - 718 m (*)
- Trento – Feltre (93 km) + 967 m - 883 m (***; zeer zwaar in het begin; 5 km en 1,5 km lange zware klim 7→12 % in begin, 3 km lange klim na 67 km 7→3 %)
- Feltre – Belluno (45 km) + 597 m - 671 m (**; 1 km lange zware klim na 24 km 7→11 %)
- Belluno – Pieve di Cadore (49 km) + 919 m - 478 m (***; zwaar tegen het einde; 4,5 km lange zware klim na 41 km 6→9 %, 1,2 km zeer zware klim na 47,5 km 11→14 %)
- Pieve di Cadore – Niederdorf (Toblach) (68 km) + 917 m - 629 m (**)
- Niederdorf – Klausen (81 km) + 662 m - 1209 m (***; meerdere steile stukken bergop)
BEWEGWIJZERING: We volgden overwegend bewegwijzerde langeafstandsroute: Brennerradroute Brenner-Bozen → Via Claudia Augusta → La via del Brenta → fietsroute naar Feltre → Lunga Via delle Dolomiti → Lentiai Altino Praderadego/Via Claudia Augusta → Tour Valbelluna Belluno-Feltre → Lunga Via delle Dolomiti (I4) → Lunga Via delle Dolomiti (E1) → fietsroute naar Toblach → Pustertaler Radweg → Brennerradroute Brenner-Bozen
STREEKINFORMATIE: www.klausen.it, www.suedtirol.com, www.visittrentino.info/nl, www.dolomiti.it/de
Georganiseerde fietsreizen in Italië: www.funactive.info, www.italybike.info
Info georganiseerde fietsreis specifiek voor deze route: www.funactive.info/de/tour/rund-um-die-dolomiten