Viae Romanae Belgicae
Fietsen op Romeinse heirbanen
Tongeren, Bavay en Velzeke, twee Romeinse steden en een nederzetting die in de vorm van een grote driehoek verbonden zijn door in het landschap herkenbare heirbaantracés. Aanleiding en uitdaging tot confrontatie met de eeuwenoude Romeinse heirwegen.
De door Archeologen betitelde Via Belgica, de meest noordelijk gelegen oost-west gerichte Romeinse primaire heirbaan, verbond Boulogne-sur-Mer met Keulen. De door ons benoemde Via Flandriensis volgt het tracé van enkele in Vlaanderen gelegen secundaire heirbanen (diverticula) ten noorden van de Via Belgica. Tussen Bavay (Bagacum Nerviorum) en de Vicus van Velzeke (Felsicum) liep een heirbaan die de benaming Viae Romanae (Romeinse wegen) kreeg. Drie Romeinse heirbaantrajecten die we in een grote driehoek met elkaar verbinden tot één sluitende fietsronde.
|
Onze Viae Romanae Belgicae, de route die deze voormalige heirbanen zo getrouw mogelijk volgt, is 430 km lang. Waar het tracé van de oude heirbaan ontbreekt, ingenomen is door een drukke nationale verkeersweg of een met de fiets onberijdbaar pad, is gezocht naar een fietsvriendelijk alternatief zo dicht mogelijk in de buurt van het tracé van de voormalige heirbaan. De slecht-weer-variante van 438 km biedt een verhard alternatief voor de slechtere onverharde stroken. Enkele onverharde of half verharde wegen zijn op dit traject doch behouden vanwege een historisch in het landschap zichtbaar aspect. Bij de toeristische route van 467 km is dat idem dito het geval maar wijkt deze ook uit naar enkele bijzondere bijkomende bezienswaardigheden. Ze vermijdt eveneens enkele fietspaden langs drukker bereden secundaire verkeerswegen op het traject van de voormalige Romeinse heirbaan.
Verklarende woordenlijst
Burgus: kleine vierkante versterking die bemand werd door ca. 160 soldaten
Castellum: fort voor ca. 500 soldaten
Castrum: legerplaats voor één of twee legioenen van respectievelijk 5500 of 11000 soldaten
Civitas: soort arrondissement met zelfstandig bestuur en politieke grenzen naar Romeins model
Diverticulum: secundaire heirbaan, verbindingsweg van ca. 4 m breed
Itinerarium: reisroute, reisboek
Limes: noordgrens van het Romeinse Rijk van de Noordzee via de Rijn en de Donau naar Constantinopel aan de Zwarte Zee
Mansio: wachtpost/bevoorradingspost
Municipium: stad met bestuursrecht met beperkt Romeins burgerrecht
Tumulus: grafheuvel
Via: primaire heirbaan van ca. 7 m breed
Vicus: niet-militaire nederzetting, zonder stadsrechten
Burgus: kleine vierkante versterking die bemand werd door ca. 160 soldaten
Castellum: fort voor ca. 500 soldaten
Castrum: legerplaats voor één of twee legioenen van respectievelijk 5500 of 11000 soldaten
Civitas: soort arrondissement met zelfstandig bestuur en politieke grenzen naar Romeins model
Diverticulum: secundaire heirbaan, verbindingsweg van ca. 4 m breed
Itinerarium: reisroute, reisboek
Limes: noordgrens van het Romeinse Rijk van de Noordzee via de Rijn en de Donau naar Constantinopel aan de Zwarte Zee
Mansio: wachtpost/bevoorradingspost
Municipium: stad met bestuursrecht met beperkt Romeins burgerrecht
Tumulus: grafheuvel
Via: primaire heirbaan van ca. 7 m breed
Vicus: niet-militaire nederzetting, zonder stadsrechten
Municipium Tungrorum
In 57 v. Chr. begonnen de Romeinen hun veroveringstochten in Gallië en richtten in 54 v. Chr. een kamp op in Tongeren (Atuatuca Tungrorum). De Eburonen, een Keltische stam onder leiding van Ambiorix, slachten door een list ca. 9000 Romeinen af. Als wraak maakt de Romeinse keizer Julius Caesar jacht op de Eburonen. Ambiorix kan doch ontsnappen en zoekt zijn toevlucht in het Ardense woud waar hij spoorloos verdwijnt. Onder Keizer Trajanus (98-117 n. Chr. werd Atuatuca Tungrorum een citivas (hoofdplaats), de Civitas Tungrorum, en verwierf ze de status municipium (stad met bestuursrecht met beperkt Romeins burgerrecht). Ze was tevens garnizoens- en bevoorradingsplaatsom om de troepen langs de Rijn, de grens met Germania (Limes), te bevoorraden. De stad bezat een tempelcomplex, termen, een forum en werd omringd door een 4544 m lange muur met 22 torens. Na plundertochten van Germaanse volkeren in de 3e E, kreeg de stad een kleinere beter te verdedigen muur (2680 m). Na de Romeinse periode was de handelsstad eeuwenlang het mikpunt van invallen en verwoestingen. In de 13e E kreeg de stad een middeleeuwse muur. Deze hield stand tot Lodewijk XIV in 1677 tijdens de Frans-Nederlandse oorlog (1672-1679) de stadsmuren liet opblazen en de stad in brand stak.
In 57 v. Chr. begonnen de Romeinen hun veroveringstochten in Gallië en richtten in 54 v. Chr. een kamp op in Tongeren (Atuatuca Tungrorum). De Eburonen, een Keltische stam onder leiding van Ambiorix, slachten door een list ca. 9000 Romeinen af. Als wraak maakt de Romeinse keizer Julius Caesar jacht op de Eburonen. Ambiorix kan doch ontsnappen en zoekt zijn toevlucht in het Ardense woud waar hij spoorloos verdwijnt. Onder Keizer Trajanus (98-117 n. Chr. werd Atuatuca Tungrorum een citivas (hoofdplaats), de Civitas Tungrorum, en verwierf ze de status municipium (stad met bestuursrecht met beperkt Romeins burgerrecht). Ze was tevens garnizoens- en bevoorradingsplaatsom om de troepen langs de Rijn, de grens met Germania (Limes), te bevoorraden. De stad bezat een tempelcomplex, termen, een forum en werd omringd door een 4544 m lange muur met 22 torens. Na plundertochten van Germaanse volkeren in de 3e E, kreeg de stad een kleinere beter te verdedigen muur (2680 m). Na de Romeinse periode was de handelsstad eeuwenlang het mikpunt van invallen en verwoestingen. In de 13e E kreeg de stad een middeleeuwse muur. Deze hield stand tot Lodewijk XIV in 1677 tijdens de Frans-Nederlandse oorlog (1672-1679) de stadsmuren liet opblazen en de stad in brand stak.
Verkeersweg Romeinse Kassei annex heirbaan
De N69, de zogenaamde Romeinse Kassei (Chaussée Romaine in Wallonië), is na Koninksem tot Braives vanwege het drukke verkeer ten zeerste af te raden voor fietsers. In Vlaanderen door het ontbreken van fietsstroken en de onoverzichtelijkheid van de weg. In Wallonië bezit deze fietsstroken maar is superdruk als toegangsweg naar de E42. De toegelaten snelheid is er 90 km per uur. In Waremme hebben zich vele bedrijven en handelszaken aan de weg gevestigd. De N69, blijft, eerst nog met, daarna zonder fietsstroken een drukke weg tot de kruising met de N64 (Hannut-Huy) in Braives. We wijken daarom uit op parallel lopende wegjes waarbij we telkens de Romeinse kassei naderen voor een zicht op de daar in de buurt liggende tumuli (Romeinse grafheuvels van Romeinen met aanzien). Zo zijn er die van Koninksem (2), Otrange, Oleye, Waremme, Celles en Omal (5). Er zijn er nog enkelen, maar die zitten in bosjes verdoken en zo onttrokken aan het oog. Na de kruising met de N64 (Hannut-Huy) in Braives is de N69 na het plaatsen van verkeersremmers en een maximum snelheid van 50 km tot de kruising met de N80 (Naamse Steenweg) onzes inzien geschikt om te fietsen. Let wel, het is nog altijd een doorgangsweg zonder fietsstroken. Ook hier is uitwijken naar parallel lopende verkavelingswegen mogelijk. Na de kruising met de N80 verloopt het Romeinse tracé over landelijke verbindings- en betonnen verkavelingswegen.
De N69, de zogenaamde Romeinse Kassei (Chaussée Romaine in Wallonië), is na Koninksem tot Braives vanwege het drukke verkeer ten zeerste af te raden voor fietsers. In Vlaanderen door het ontbreken van fietsstroken en de onoverzichtelijkheid van de weg. In Wallonië bezit deze fietsstroken maar is superdruk als toegangsweg naar de E42. De toegelaten snelheid is er 90 km per uur. In Waremme hebben zich vele bedrijven en handelszaken aan de weg gevestigd. De N69, blijft, eerst nog met, daarna zonder fietsstroken een drukke weg tot de kruising met de N64 (Hannut-Huy) in Braives. We wijken daarom uit op parallel lopende wegjes waarbij we telkens de Romeinse kassei naderen voor een zicht op de daar in de buurt liggende tumuli (Romeinse grafheuvels van Romeinen met aanzien). Zo zijn er die van Koninksem (2), Otrange, Oleye, Waremme, Celles en Omal (5). Er zijn er nog enkelen, maar die zitten in bosjes verdoken en zo onttrokken aan het oog. Na de kruising met de N64 (Hannut-Huy) in Braives is de N69 na het plaatsen van verkeersremmers en een maximum snelheid van 50 km tot de kruising met de N80 (Naamse Steenweg) onzes inzien geschikt om te fietsen. Let wel, het is nog altijd een doorgangsweg zonder fietsstroken. Ook hier is uitwijken naar parallel lopende verkavelingswegen mogelijk. Na de kruising met de N80 verloopt het Romeinse tracé over landelijke verbindings- en betonnen verkavelingswegen.
Romeinse nederzettingen
De sporen van de Vicus Perniciacum-Pernaco (Romeinse nederzetting op het grondgebied van Braives) voeren terug tot het laatste kwart van de 1e E v. Chr. waar de post (mansio) uitgroeide tot een baandorp. Graansilo's wezen op het belang van de landbouw. Na verwoesting door Germaanse invallen halfweg de 3e E, ontstaat in het centrum een kleine versterking. Deze burgus blijft in de 5e E verlaten achter na de aftocht van de Romeinen. Aan de kruising met de Route de Ramillies zijn over 10 ha sporen teruggevonden van de Vicus Taberna (Taviers). Een opgegraven stela (tablet of pilaar, met daarin een in reliëf gebeeldhouwde voorstelling en/of tekst) verwijst naar een cultusplaats, toegewijd aan Apollo. De inscriptie luidt: DEO APOL(lini) IANUARIUS DURIONIS (filius) PUTEUM EX IUSSU RESTITUIT L(ibens) M(erito) (Ter ere van de god Apollo, Ianuarius, zoon van Durio, heeft deze waterput hersteld op goddelijk verzoek, gaarne en met reden). Na verwoesting door Germaanse invallen halfweg de 3e E, wordt ook hier een burgus gebouwd die in de 5e E verlaten achterblijft na de aftocht van de Romeinen. Op het moment als wij erlangs fietsen zijn er opgravingen bezig. Één der archeologen wijst ons op een opgegraven bakoven en scherven van potten. Op de hier fietsbare, zij het enkele keren over met grind verharde, landwegen fietsen we opnieuw voorbij aan 4 tumuli. De laatste, die van Hottomont, is de breedste in België.
De sporen van de Vicus Perniciacum-Pernaco (Romeinse nederzetting op het grondgebied van Braives) voeren terug tot het laatste kwart van de 1e E v. Chr. waar de post (mansio) uitgroeide tot een baandorp. Graansilo's wezen op het belang van de landbouw. Na verwoesting door Germaanse invallen halfweg de 3e E, ontstaat in het centrum een kleine versterking. Deze burgus blijft in de 5e E verlaten achter na de aftocht van de Romeinen. Aan de kruising met de Route de Ramillies zijn over 10 ha sporen teruggevonden van de Vicus Taberna (Taviers). Een opgegraven stela (tablet of pilaar, met daarin een in reliëf gebeeldhouwde voorstelling en/of tekst) verwijst naar een cultusplaats, toegewijd aan Apollo. De inscriptie luidt: DEO APOL(lini) IANUARIUS DURIONIS (filius) PUTEUM EX IUSSU RESTITUIT L(ibens) M(erito) (Ter ere van de god Apollo, Ianuarius, zoon van Durio, heeft deze waterput hersteld op goddelijk verzoek, gaarne en met reden). Na verwoesting door Germaanse invallen halfweg de 3e E, wordt ook hier een burgus gebouwd die in de 5e E verlaten achterblijft na de aftocht van de Romeinen. Op het moment als wij erlangs fietsen zijn er opgravingen bezig. Één der archeologen wijst ons op een opgegraven bakoven en scherven van potten. Op de hier fietsbare, zij het enkele keren over met grind verharde, landwegen fietsen we opnieuw voorbij aan 4 tumuli. De laatste, die van Hottomont, is de breedste in België.
Chaussée Romaine verandert in Chaussée Brunehaut
In Hengouwen en Frankrijk draagt de heirbaan de naam “Chaussée Brunehaut”. Prinses Brunehaut was een Visigotische prinses in de 6e E die de Merovingse koning Sigebert I huwt, een kleinzoon van Clovis die op zijn beurt de zoon was van Merovech. De nazaten van deze eerste koning noemden de Merovingers. Na Clovis wordt het Frankische Rijk verdeeld in Frissi (Friesland), Austrasië (het gebied rond de Rijn tot Parijs en tot Zwitserland) en Neustrië (het huidige België tot Bretagne). Later komen er nog Bourgondië en Zuid-Gallië bij. Door haar huwelijk is Brunehaut koningin van Austratië. Het is een bloederige periode waar oorlogen, moord en vergiftiging hoogtij vieren. Waar hereniging en afscheiding der gebieden elkaar in ijltempo afwisselen. Op 80 jarige leeftijd vierendelen wilde paarden Brunehaut. Kunstenaars en dichtschrijvers vereeuwigen de verschrikkelijke herinneringen aan deze bloedmooie koningin. De lange rechtlijnige wegen door de Romeinen achtergelaten zijn eeuwen later tekenend voor het bijgeloof in de middeleeuwen en worden bestempeld als het werk van de duivel. De duivel en Brunehaut worden vereenzelvigd en de Romeinse heerbanen krijgen zo allen de benaming “Chaussée Brunehaut” … of is het enkel omdat Brunehaut tijdens haar bewind de wegen liet herstellen?
In Hengouwen en Frankrijk draagt de heirbaan de naam “Chaussée Brunehaut”. Prinses Brunehaut was een Visigotische prinses in de 6e E die de Merovingse koning Sigebert I huwt, een kleinzoon van Clovis die op zijn beurt de zoon was van Merovech. De nazaten van deze eerste koning noemden de Merovingers. Na Clovis wordt het Frankische Rijk verdeeld in Frissi (Friesland), Austrasië (het gebied rond de Rijn tot Parijs en tot Zwitserland) en Neustrië (het huidige België tot Bretagne). Later komen er nog Bourgondië en Zuid-Gallië bij. Door haar huwelijk is Brunehaut koningin van Austratië. Het is een bloederige periode waar oorlogen, moord en vergiftiging hoogtij vieren. Waar hereniging en afscheiding der gebieden elkaar in ijltempo afwisselen. Op 80 jarige leeftijd vierendelen wilde paarden Brunehaut. Kunstenaars en dichtschrijvers vereeuwigen de verschrikkelijke herinneringen aan deze bloedmooie koningin. De lange rechtlijnige wegen door de Romeinen achtergelaten zijn eeuwen later tekenend voor het bijgeloof in de middeleeuwen en worden bestempeld als het werk van de duivel. De duivel en Brunehaut worden vereenzelvigd en de Romeinse heerbanen krijgen zo allen de benaming “Chaussée Brunehaut” … of is het enkel omdat Brunehaut tijdens haar bewind de wegen liet herstellen?
Vicus Geminiacum
Liberchies “Geminiacum-Germinico vico” bevindt zich ongeveer halfweg tussen Bavay en Tongeren. Liberchies bezat een gunstige ligging nabij de grens van twee civitas”, deze van de Tungri en deze van de Nervii. Ze groeide in het laatste kwart van de 1e E van eenvoudige wachtpost “mansio” uit tot een economisch, religieus en misschien wel administratief centrum. Kreeg de titel “vicus”, hoofdplaats van een provincie-gewest en ontplooide zich tot een belangrijke marktplaats. Uitzonderlijk voor een baandorp is de aanwezigheid van een openbare badinstallatie. Aan de noordrand, op een hoger gelegen terras, stond een statige Gallo-Romeinse tempel, type fanum, die het religieuze karakter van de nederzetting illustreert. De 2e E betekent een bloeiperiode, maar aan het einde van deze eeuw valt reeds enig verval te bespeuren. In de 3e E verergert de toestand en ontstaat in de sector ten oosten een “burgus”, een vierkante versterking met wal en houten palissade. Einde 3e E is deze burgus aan vervanging toe en ontstaat ten westen, in het huidige gehucht Brunehaut, een nieuwe versterking. Het was een stevig rechthoekig castellum van 56 x 45 m met vier ronde hoektorens. Samen met de agglomeratie blijft deze vesting begin 5e E volledig verlaten achter. Op het dorpsplein in Liberchies bevindt zich het museum voor werktuigkunde, plaatselijk en regionaal leven. Het opgegraven archeologisch materiaal, zoals een Romeinse mijlpaal, maar ook bustes en Romeinse fresco’s zijn te bezichtigen in het museum van Mariemont.
Maria van Hongarije, zuster van Keizer Karel en Landvoogdes der Nederlanden, liet in 1546, op een heuvel, een kasteel bouwen met de naam Mariemont. De impact destijds van het immense sprookjeskasteel is enkel voor te stellen aan de hand van de maquette en de afbeeldingen in het museum. Mariemont is niet zomaar een museum, het is gelegen in één der mooiste parken van Wallonië. Het 35 ha grote park met de romantische ruïnes van het Paleis telt bomen van meer dan 350 jaar oud, harmonieuze gazons, vijvers, exotische plekjes met monumentale beeldhouwwerken van Meunier, Lambreux en Rodin.
Liberchies “Geminiacum-Germinico vico” bevindt zich ongeveer halfweg tussen Bavay en Tongeren. Liberchies bezat een gunstige ligging nabij de grens van twee civitas”, deze van de Tungri en deze van de Nervii. Ze groeide in het laatste kwart van de 1e E van eenvoudige wachtpost “mansio” uit tot een economisch, religieus en misschien wel administratief centrum. Kreeg de titel “vicus”, hoofdplaats van een provincie-gewest en ontplooide zich tot een belangrijke marktplaats. Uitzonderlijk voor een baandorp is de aanwezigheid van een openbare badinstallatie. Aan de noordrand, op een hoger gelegen terras, stond een statige Gallo-Romeinse tempel, type fanum, die het religieuze karakter van de nederzetting illustreert. De 2e E betekent een bloeiperiode, maar aan het einde van deze eeuw valt reeds enig verval te bespeuren. In de 3e E verergert de toestand en ontstaat in de sector ten oosten een “burgus”, een vierkante versterking met wal en houten palissade. Einde 3e E is deze burgus aan vervanging toe en ontstaat ten westen, in het huidige gehucht Brunehaut, een nieuwe versterking. Het was een stevig rechthoekig castellum van 56 x 45 m met vier ronde hoektorens. Samen met de agglomeratie blijft deze vesting begin 5e E volledig verlaten achter. Op het dorpsplein in Liberchies bevindt zich het museum voor werktuigkunde, plaatselijk en regionaal leven. Het opgegraven archeologisch materiaal, zoals een Romeinse mijlpaal, maar ook bustes en Romeinse fresco’s zijn te bezichtigen in het museum van Mariemont.
Maria van Hongarije, zuster van Keizer Karel en Landvoogdes der Nederlanden, liet in 1546, op een heuvel, een kasteel bouwen met de naam Mariemont. De impact destijds van het immense sprookjeskasteel is enkel voor te stellen aan de hand van de maquette en de afbeeldingen in het museum. Mariemont is niet zomaar een museum, het is gelegen in één der mooiste parken van Wallonië. Het 35 ha grote park met de romantische ruïnes van het Paleis telt bomen van meer dan 350 jaar oud, harmonieuze gazons, vijvers, exotische plekjes met monumentale beeldhouwwerken van Meunier, Lambreux en Rodin.
Vicus Vodgoriacum
Vanaf Morlanwelz volgt het tracé van de Romeinse heibaan Via Belgica de rechtlijnige N563. Tot het kruispunt met de N40 in Givry is dit een drukke verkeersweg. Over het eerste gedeelte richting Binche fietsen we over een van de weg gescheiden fietspad. Waar het fietspad ophoudt, verlaten we de verkeersweg. Vanaf de rotonde in Waudrez tot het kruispunt met de N40 in Givry kiezen we vanwege de verkeersdrukte en het ontbreken van een fietspad voor een alternatieve route. Onze toeristische route verlengt deze alternatieve tot Goegnies-Chaussée waardoor ook de weliswaar minder drukke N563 zonder fietspad tussen de kruispunten met de N40 en de N2 eveneens vermeden wordt.
Het Romeins verleden van Binche bevindt zich in Waudrez. Op de oude kaarten was Vodgoriacum een post aan de heirbaan, ontstaan uit een voormalige nederzetting van de Nerviërs. Zij werd in een later stadium een vicus, een relatief belangrijke agglomeratie. De eerste opgravingen vonden in 1838 plaats en in 1976 opende op de Romeinse heerweg het minuscuul Gallo-Romeins museum ‘Statio Romana’ met fascinerende collecties aan voorwerpen.
Binche zelf kan ogen op de enige volledig bewaarde middeleeuwse omwalling van België, gebouwd tussen de 12e en 14e E. Ze bestaat uit meer dan 2 km muur en bezit 27 torens. In een park, met aan de ingang een goudbronzen Gille, liggen de resten van het paleis van Maria van Hongarije uit 1548. Bij het Gille-standbeeld bevindt zich het vroegere college van de Augustijnen, tegenwoordig onderdak van het unieke Musée International du Carnaval et du Masque. Binche is immers de Waalse stad van het carnaval.
Vanaf Morlanwelz volgt het tracé van de Romeinse heibaan Via Belgica de rechtlijnige N563. Tot het kruispunt met de N40 in Givry is dit een drukke verkeersweg. Over het eerste gedeelte richting Binche fietsen we over een van de weg gescheiden fietspad. Waar het fietspad ophoudt, verlaten we de verkeersweg. Vanaf de rotonde in Waudrez tot het kruispunt met de N40 in Givry kiezen we vanwege de verkeersdrukte en het ontbreken van een fietspad voor een alternatieve route. Onze toeristische route verlengt deze alternatieve tot Goegnies-Chaussée waardoor ook de weliswaar minder drukke N563 zonder fietspad tussen de kruispunten met de N40 en de N2 eveneens vermeden wordt.
Het Romeins verleden van Binche bevindt zich in Waudrez. Op de oude kaarten was Vodgoriacum een post aan de heirbaan, ontstaan uit een voormalige nederzetting van de Nerviërs. Zij werd in een later stadium een vicus, een relatief belangrijke agglomeratie. De eerste opgravingen vonden in 1838 plaats en in 1976 opende op de Romeinse heerweg het minuscuul Gallo-Romeins museum ‘Statio Romana’ met fascinerende collecties aan voorwerpen.
Binche zelf kan ogen op de enige volledig bewaarde middeleeuwse omwalling van België, gebouwd tussen de 12e en 14e E. Ze bestaat uit meer dan 2 km muur en bezit 27 torens. In een park, met aan de ingang een goudbronzen Gille, liggen de resten van het paleis van Maria van Hongarije uit 1548. Bij het Gille-standbeeld bevindt zich het vroegere college van de Augustijnen, tegenwoordig onderdak van het unieke Musée International du Carnaval et du Masque. Binche is immers de Waalse stad van het carnaval.
Bagacum Nervorium
In Goegnies-Chaussée loopt de heirbaan letterlijk op de grens. De huizen rechts (noorden) liggen in België, die links (zuiden) in Frankrijk. Bagacum Nervorium (Bavay), hoofdstad der Nerviërs, is tussen 16 en 13 v. Chr. Gesticht onder de heerschappij van Keizer Augustus. Ze was de verplichte passage tussen de Romeinse oorlogshaven Boulogne en de grens met Germanië aan de Rijn. De andere heirbanen, in het totaal waren er zeven, leidden naar de hoofdplaatsen van de aangrenzende “civitas”. Bavay kende haar gouden tijd in de 1e en 2e eeuw na Chr. Hun bronskunst en aardewerk waren gegeerd in geheel Gallië. De invallen van de barbaren in de 4e E maken een einde aan de glorie van de stad en Cameracum (Cambrai ) is vanaf dan de nieuwe hoofdstad der Nerviërs. Het grootste gedeelte van het oude Bavay bevindt zich onder de huidige stad. Een 25000 m² groot forum geeft een idee van het Gallo-Romeins verleden. In het centrum van deze historische site bevinden zich de resten van een 98 m lange basiliek en het tribunaat. In het archeologisch museum bevinden zich talrijke voorwerpen, blootgelegd tijdens de opgravingen. Er zijn aardewerk, keramiek, glazen en een indrukwekkende collectie brons tentoongesteld. Onder het Maison du Patrimoine bevindt zich een hypocaust, de voorvader van onze centrale verwarming.
In Goegnies-Chaussée loopt de heirbaan letterlijk op de grens. De huizen rechts (noorden) liggen in België, die links (zuiden) in Frankrijk. Bagacum Nervorium (Bavay), hoofdstad der Nerviërs, is tussen 16 en 13 v. Chr. Gesticht onder de heerschappij van Keizer Augustus. Ze was de verplichte passage tussen de Romeinse oorlogshaven Boulogne en de grens met Germanië aan de Rijn. De andere heirbanen, in het totaal waren er zeven, leidden naar de hoofdplaatsen van de aangrenzende “civitas”. Bavay kende haar gouden tijd in de 1e en 2e eeuw na Chr. Hun bronskunst en aardewerk waren gegeerd in geheel Gallië. De invallen van de barbaren in de 4e E maken een einde aan de glorie van de stad en Cameracum (Cambrai ) is vanaf dan de nieuwe hoofdstad der Nerviërs. Het grootste gedeelte van het oude Bavay bevindt zich onder de huidige stad. Een 25000 m² groot forum geeft een idee van het Gallo-Romeins verleden. In het centrum van deze historische site bevinden zich de resten van een 98 m lange basiliek en het tribunaat. In het archeologisch museum bevinden zich talrijke voorwerpen, blootgelegd tijdens de opgravingen. Er zijn aardewerk, keramiek, glazen en een indrukwekkende collectie brons tentoongesteld. Onder het Maison du Patrimoine bevindt zich een hypocaust, de voorvader van onze centrale verwarming.
Viae Romanae
Tussen Bavay (Bagacum Nerviorum) en de Vicus van Velzeke (Felsicum) liep een heirbaan. Het was een secundaire Romeinse weg, een diverticulum van ca. 4 m breed. De uitgezette bewegwijzering Viae Romanae, wat Romeinse wegen betekent, volgt een verhard tracé. Onze Viae Romanae Belgicae volgt zo getrouw mogelijk het tracé, waarin ook enkele niet verharde trajecten zijn opgenomen. Op enkele plaatsen wijkt onze Viae Romanae Belgicae dus af van de bewegwijzerde Viae Romanae. Drie afstekers op deze heirweg voor enkele bijzondere bezienswaardigheden zijn doch niet te versmaden. Het eerste is het prestigieuze kasteel van Beloeil, dat door zijn park ook wel het Belgische Versailles (in het klein) genoemd wordt. Daarna volgt de Archeosite en museum van Aubechies. Dit museum herbergt de belangrijkste Belgische verzameling aan archeologische reconstructies, van uit het oude Neolithicum (ca. 5000 v. Chr.) tot de teloorgang van de aan de heirweg gesitueerde Vicus Blicquy uit het Romeinse tijdperk (3e E), Blicquy was een belangrijke Romeinse nederzetting in het gebied der Nerviërs en genoot van een zekere welvaart dankzij het gemak van de watervoorziening, de kwaliteit van de slibbodem en de vruchtbare aarde. Het Gallo-Romeinse religieuze complex lag 2,5 km ten westen van de vicus en omvatte een heiligdom, een theater, een aquaduct, thermale baden en een ambachtswijk. Aan de weg Rue du Puits Romain resteert daarvan nog een Romeinse put. Rest nog de stad Ath met zijn kasteel Burbant, maar vooral een bezoek aan het Gallo-Romeins museum om bij ons thema aan te knopen.
Tussen Bavay (Bagacum Nerviorum) en de Vicus van Velzeke (Felsicum) liep een heirbaan. Het was een secundaire Romeinse weg, een diverticulum van ca. 4 m breed. De uitgezette bewegwijzering Viae Romanae, wat Romeinse wegen betekent, volgt een verhard tracé. Onze Viae Romanae Belgicae volgt zo getrouw mogelijk het tracé, waarin ook enkele niet verharde trajecten zijn opgenomen. Op enkele plaatsen wijkt onze Viae Romanae Belgicae dus af van de bewegwijzerde Viae Romanae. Drie afstekers op deze heirweg voor enkele bijzondere bezienswaardigheden zijn doch niet te versmaden. Het eerste is het prestigieuze kasteel van Beloeil, dat door zijn park ook wel het Belgische Versailles (in het klein) genoemd wordt. Daarna volgt de Archeosite en museum van Aubechies. Dit museum herbergt de belangrijkste Belgische verzameling aan archeologische reconstructies, van uit het oude Neolithicum (ca. 5000 v. Chr.) tot de teloorgang van de aan de heirweg gesitueerde Vicus Blicquy uit het Romeinse tijdperk (3e E), Blicquy was een belangrijke Romeinse nederzetting in het gebied der Nerviërs en genoot van een zekere welvaart dankzij het gemak van de watervoorziening, de kwaliteit van de slibbodem en de vruchtbare aarde. Het Gallo-Romeinse religieuze complex lag 2,5 km ten westen van de vicus en omvatte een heiligdom, een theater, een aquaduct, thermale baden en een ambachtswijk. Aan de weg Rue du Puits Romain resteert daarvan nog een Romeinse put. Rest nog de stad Ath met zijn kasteel Burbant, maar vooral een bezoek aan het Gallo-Romeins museum om bij ons thema aan te knopen.
Vicus van Velzeke
In de vroeg-Romeinse tijd bevond zich in Velzeke een legerplaats die een defensief systeem had bestaande uit spitsgrachten, een aarden wal en een houten palissade. Deze militaire inplanting werd hoogstwaarschijnlijk opgericht in de Augusteïsche periode. Aanpalend aan het legerkamp bevond zich een handelsnederzetting, die in de loop van de 1e E uitgroeide tot de vicus van Velzeke. De nederzetting werd gekenmerkt door een rudimentair stratenpatroon en een open bebouwing. Aanvankelijk was de constructie in houtbouw opgetrokken, in de tweede helft van de 1e E doet steenbouw zijn intrede. Naast de economische functie vervulde de vicus, met de aanwezigheid van twee heiligdommen, ook een religieuze functie. Vanaf het einde van de 2e E en in de 3e E maakte het Romeinse Rijk een periode van instabiliteit door, zowel op economisch als op politiek vlak. Tegelijkertijd was er een toenemende druk op de rijksgrenzen door Germanen. De zware invallen leidden tot een ontvolking van de regio. Nader kennis maken met de vicus kan in het Archeocentrum Velzeke op het einde van de Paddestraat, tegenover het wielermonument met de kassei en de namen van alle winnaars van de Ronde van Vlaanderen die de Paddestraat trotseerden.
In de vroeg-Romeinse tijd bevond zich in Velzeke een legerplaats die een defensief systeem had bestaande uit spitsgrachten, een aarden wal en een houten palissade. Deze militaire inplanting werd hoogstwaarschijnlijk opgericht in de Augusteïsche periode. Aanpalend aan het legerkamp bevond zich een handelsnederzetting, die in de loop van de 1e E uitgroeide tot de vicus van Velzeke. De nederzetting werd gekenmerkt door een rudimentair stratenpatroon en een open bebouwing. Aanvankelijk was de constructie in houtbouw opgetrokken, in de tweede helft van de 1e E doet steenbouw zijn intrede. Naast de economische functie vervulde de vicus, met de aanwezigheid van twee heiligdommen, ook een religieuze functie. Vanaf het einde van de 2e E en in de 3e E maakte het Romeinse Rijk een periode van instabiliteit door, zowel op economisch als op politiek vlak. Tegelijkertijd was er een toenemende druk op de rijksgrenzen door Germanen. De zware invallen leidden tot een ontvolking van de regio. Nader kennis maken met de vicus kan in het Archeocentrum Velzeke op het einde van de Paddestraat, tegenover het wielermonument met de kassei en de namen van alle winnaars van de Ronde van Vlaanderen die de Paddestraat trotseerden.
Via Flandriensis
In Velzeke schakelen we over op het traject van de heirbaan naar de nederzettingen Asse en Elewijt. Om dan via Tienen terug te keren naar het Romeinse Tongeren. Deze heirbanenroute maakt deel uit van de door ons benoemde Via Flandriensis van Brugge naar Tongeren. Toen gingen we voor een toeristisch geïnspireerd traject. Door de droge periode kiezen we nu om de Romeinse heirbaantrajecten zo getrouw mogelijk te volgen. In de laat-Romeinse periode (275 tot 400 n. Chr.) werden op strategische punten langs de weg Boulogne-Tongeren burgi gebouwd waar de Romeinse soldaten zich konden terugtrekken op een achterliggende verdedigingslinie bij eventuele aanvallen van vijandige (Germaanse) stammen, dit was het geval in Velzeke, Asse, Elewijt en Overhespen. Op weg naar de Romeinse nederzetting in Asse fietsen we over het met grind halfverharde heirbaantracé, dat representatief zou kunnen staan voor de toenmalige heirbaan, voorbij aan de in blauwe hardsteen gereconstrueerde Romeinse mijlpaal van Cotthem en het voor zich sprekende monument ‘De Romein’.
In Velzeke schakelen we over op het traject van de heirbaan naar de nederzettingen Asse en Elewijt. Om dan via Tienen terug te keren naar het Romeinse Tongeren. Deze heirbanenroute maakt deel uit van de door ons benoemde Via Flandriensis van Brugge naar Tongeren. Toen gingen we voor een toeristisch geïnspireerd traject. Door de droge periode kiezen we nu om de Romeinse heirbaantrajecten zo getrouw mogelijk te volgen. In de laat-Romeinse periode (275 tot 400 n. Chr.) werden op strategische punten langs de weg Boulogne-Tongeren burgi gebouwd waar de Romeinse soldaten zich konden terugtrekken op een achterliggende verdedigingslinie bij eventuele aanvallen van vijandige (Germaanse) stammen, dit was het geval in Velzeke, Asse, Elewijt en Overhespen. Op weg naar de Romeinse nederzetting in Asse fietsen we over het met grind halfverharde heirbaantracé, dat representatief zou kunnen staan voor de toenmalige heirbaan, voorbij aan de in blauwe hardsteen gereconstrueerde Romeinse mijlpaal van Cotthem en het voor zich sprekende monument ‘De Romein’.
Vicus van Asse
De strategische positie van Asse in West-Brabant moet de Romeinse veroveraars zijn opgevallen. Wellicht kozen zij Asse daarom uit als centrum van de noordelijke pagus (gouw) in de ‘Civitas Nerviorum’. Weldra verrees er op de wijk Kalkoven een vicus. Deze ontwikkelde zich in de loop van de 1e E rond een kruispunt van diverticula (secundaire Romeinse heirbanen) waarvan Boulogne-sur-Mer - Cassel - Kortrijk - Velzeke - Asse - Elewijt - Tienen - Tongeren er een was en Bavay - Kester - Asse - Rumst - Utrecht een andere. Vermoedelijk eind 1e E begin 2e E werd de nederzetting begrensd door een 4,50 m brede en 2,10 m diepe V-vormige gracht. die aan het licht kwam bij het archeologisch onderzoek nabij de Krokegemseweg. De bloeiperiode van de vicus situeert zich tussen het midden van de 1e E en het begin van de 3e E. In deze periode groeide Asse uit tot een belangrijke vicus. De vondsten van paalgaten, gebakken leem, vele afvalkuilen met nederzettingsafval, waterputten, uitbraaksporen van funderingen en Romeins bouwmateriaal (dakpanfragmenten, mortelbrokken, vloertegelfragmenten,…) tijdens de verschillende opgravingen, uitgevoerd tussen de jaren 1970 en 2012, wijzen op de aanwezigheid van verschillende woningen en gebouwen. Bij deze opgravingen is ook religieus archeologisch materiaal gevonden waaronder godenbeeldjes (Mercurius, Ceres en Pomona). Verschillende juwelen dragen de afbeelding van een Romeinse godheid. Over de betekenis van 288 fragmenten van aarden paardenbeeldjes bestaat er nog heel wat discussie. Mogelijk kunnen ook zij met religie in verband gebracht worden. Ook van de god Apollo, de godin Venus en van zogende moeders zijn verschillende fragmenten in pijpaarde aangetroffen. In 2008 werden ook een unieke Mercuriusvaas, astrale ceramiek en fragmenten van een wierookbrander aangetroffen. Gouden munten van eind 5e en begin 6e E en de vondst van 8 graven uit de Merovingische periode wijzen op menselijke aanwezigheid in de post-Romeinse periode.
De strategische positie van Asse in West-Brabant moet de Romeinse veroveraars zijn opgevallen. Wellicht kozen zij Asse daarom uit als centrum van de noordelijke pagus (gouw) in de ‘Civitas Nerviorum’. Weldra verrees er op de wijk Kalkoven een vicus. Deze ontwikkelde zich in de loop van de 1e E rond een kruispunt van diverticula (secundaire Romeinse heirbanen) waarvan Boulogne-sur-Mer - Cassel - Kortrijk - Velzeke - Asse - Elewijt - Tienen - Tongeren er een was en Bavay - Kester - Asse - Rumst - Utrecht een andere. Vermoedelijk eind 1e E begin 2e E werd de nederzetting begrensd door een 4,50 m brede en 2,10 m diepe V-vormige gracht. die aan het licht kwam bij het archeologisch onderzoek nabij de Krokegemseweg. De bloeiperiode van de vicus situeert zich tussen het midden van de 1e E en het begin van de 3e E. In deze periode groeide Asse uit tot een belangrijke vicus. De vondsten van paalgaten, gebakken leem, vele afvalkuilen met nederzettingsafval, waterputten, uitbraaksporen van funderingen en Romeins bouwmateriaal (dakpanfragmenten, mortelbrokken, vloertegelfragmenten,…) tijdens de verschillende opgravingen, uitgevoerd tussen de jaren 1970 en 2012, wijzen op de aanwezigheid van verschillende woningen en gebouwen. Bij deze opgravingen is ook religieus archeologisch materiaal gevonden waaronder godenbeeldjes (Mercurius, Ceres en Pomona). Verschillende juwelen dragen de afbeelding van een Romeinse godheid. Over de betekenis van 288 fragmenten van aarden paardenbeeldjes bestaat er nog heel wat discussie. Mogelijk kunnen ook zij met religie in verband gebracht worden. Ook van de god Apollo, de godin Venus en van zogende moeders zijn verschillende fragmenten in pijpaarde aangetroffen. In 2008 werden ook een unieke Mercuriusvaas, astrale ceramiek en fragmenten van een wierookbrander aangetroffen. Gouden munten van eind 5e en begin 6e E en de vondst van 8 graven uit de Merovingische periode wijzen op menselijke aanwezigheid in de post-Romeinse periode.
Vicus van Elewijt
De meest gangbare Romeinse weg door Vlaanderen van Boulogne naar Tongeren verliep volgens archeologen via de Romeinse nederzettingen Asse en Elewijt naar Tienen, terwijl er ook weet is van een directere route naar Tienen via Vilvoorde. Sprekend hiervoor tussen Jette, Strombeek-Bever en Vilvoorde is de Romeinsesteenweg voorbij aan de eeuwfeestpaleizen. Deze vormt nu de grens tussen het Vlaams Gewest en Brussel. Wij kiezen voor de zandwegen die de naam Grote Heerbaan dragen, ten noorden van Grimbergen en de Brusselse agglomeratie. Dat de Romeinen geducht waren voor overvallen op onoverzichtelijke terrein en hiervoor hun heirbanen waar mogelijk op overzichtelijke hoogtes aanlegden, is hier onmiskenbaar. De heirbaan tussen Brussegem en Meise ligt op een heuvelrug met zicht op de skyline van Brussel waaronder Atomium, Koning Boudewijnstadion en eeuwfeestpaleizen. We fietsen voorbij Het Steen, ook Rubenskasteel genoemd. Peter Paul Rubens woonde hier van 1635 tot zijn dood in 1640. Hij schilderde hier het schilderij 'Herfstlandschap met uitzicht op het Steen'. Elewijt was een belangrijke Romeinse vicus op een kruispunt van 2 secundaire heirbanen. De belangrijkste weg was de heirbaan Boulogne-Asse-Tongeren. Op de oostelijke oever van de Zenne begon een diverticulum naar Elewijt, Rumst, Kontich, Mortsel en Rijsbergen. De vroegste sporen van Romeinse bebouwing zijn die van spitsgrachten die waarschijnlijk deel uitmaakten van een Burgus (militair kamp) uit het begin van de 1e E. Het centrum van de vicus situeert zich tegenwoordig met de buurt waar de Tervuursesteenweg, Waversebaan en Diependaalstraat samenkomen. In deze nederzetting zijn ook resten gevonden van pottenbakkersovens. Af te leiden uit de vondsten van metalen paardentoebehoren, wielonderdelen, hamers, messen en sikkels was de vicus van Elewijt waarschijnlijk ook een mansio (pleisterplaats), een plek waar men de nacht doorbracht wanneer men op doorreis was. Vondsten van een wierookvat, kuilen met rituele inhoud, een levensgrote, grote teen van een bronzen beeld, de kop van een stenen paardenbeeldje en een zware getorste zuil in wit marmer wijzen ook op een cultusgebouw en -plaats. In deze vicus zijn 15 aarden paardenbeeldjes teruggevonden van dezelfde aard als die in de vicus van Asse. Eind 2e E werd de vicus door Germaanse invallen bijna volledig vernield. Er volgde een moeizaam herstel in de 3e E tot nieuwe invallen de vicus ten gronde richtten met tot gevolg volledig verval in de 4e E.
De meest gangbare Romeinse weg door Vlaanderen van Boulogne naar Tongeren verliep volgens archeologen via de Romeinse nederzettingen Asse en Elewijt naar Tienen, terwijl er ook weet is van een directere route naar Tienen via Vilvoorde. Sprekend hiervoor tussen Jette, Strombeek-Bever en Vilvoorde is de Romeinsesteenweg voorbij aan de eeuwfeestpaleizen. Deze vormt nu de grens tussen het Vlaams Gewest en Brussel. Wij kiezen voor de zandwegen die de naam Grote Heerbaan dragen, ten noorden van Grimbergen en de Brusselse agglomeratie. Dat de Romeinen geducht waren voor overvallen op onoverzichtelijke terrein en hiervoor hun heirbanen waar mogelijk op overzichtelijke hoogtes aanlegden, is hier onmiskenbaar. De heirbaan tussen Brussegem en Meise ligt op een heuvelrug met zicht op de skyline van Brussel waaronder Atomium, Koning Boudewijnstadion en eeuwfeestpaleizen. We fietsen voorbij Het Steen, ook Rubenskasteel genoemd. Peter Paul Rubens woonde hier van 1635 tot zijn dood in 1640. Hij schilderde hier het schilderij 'Herfstlandschap met uitzicht op het Steen'. Elewijt was een belangrijke Romeinse vicus op een kruispunt van 2 secundaire heirbanen. De belangrijkste weg was de heirbaan Boulogne-Asse-Tongeren. Op de oostelijke oever van de Zenne begon een diverticulum naar Elewijt, Rumst, Kontich, Mortsel en Rijsbergen. De vroegste sporen van Romeinse bebouwing zijn die van spitsgrachten die waarschijnlijk deel uitmaakten van een Burgus (militair kamp) uit het begin van de 1e E. Het centrum van de vicus situeert zich tegenwoordig met de buurt waar de Tervuursesteenweg, Waversebaan en Diependaalstraat samenkomen. In deze nederzetting zijn ook resten gevonden van pottenbakkersovens. Af te leiden uit de vondsten van metalen paardentoebehoren, wielonderdelen, hamers, messen en sikkels was de vicus van Elewijt waarschijnlijk ook een mansio (pleisterplaats), een plek waar men de nacht doorbracht wanneer men op doorreis was. Vondsten van een wierookvat, kuilen met rituele inhoud, een levensgrote, grote teen van een bronzen beeld, de kop van een stenen paardenbeeldje en een zware getorste zuil in wit marmer wijzen ook op een cultusgebouw en -plaats. In deze vicus zijn 15 aarden paardenbeeldjes teruggevonden van dezelfde aard als die in de vicus van Asse. Eind 2e E werd de vicus door Germaanse invallen bijna volledig vernield. Er volgde een moeizaam herstel in de 3e E tot nieuwe invallen de vicus ten gronde richtten met tot gevolg volledig verval in de 4e E.
De weg is weg
Tussen Elewijt en Tienen is het door ons gekozen tracé gekozen in teken van archeologische opgravingen, vastgestelde Romeinse bedrijvigheid (secundaire heirbanen, nederzettingen, aardewerk, ...) en wegen op oude kaarten. Het hier vermoedelijke, maar niet te garanderen Romeinse tracé (Elewijt, Lelle, Nederokkerzeel, Veltem-Beisem, Winksele) loopt geregeld over onverharde paden en wegen die bij slecht weer een modderige bedoening kunnen zijn. Zo loopt in het verlengde van een bij Archeologisch onderzoek vrijgelegd stuk heirbaan een pad door het Hellebos naar Lelle waar resten zijn teruggevonden die verwijzen naar een kleine Gallo-Romeinse nederzetting. Vanuit Veltem-Beisem liep een heirbaan over Winksele naar Leuven. Verondersteld wordt dat deze Leuven plusminus binnen kwam via de huidige Brusselsestraat. Op oude stadsplannen van Leuven is aan te nemen dat wanneer we de rechtlijnigheid van de Romeinse heirbanen respecteren en er ook van uitgaan dat bestaande Romeinse wegen in de middeleeuwen opgenomen werden in het bestaande wegennetwerk, onze heirbaan Leuven langs de Tiensepoort verliet. Na deze Tiensepoort splitste in de middeleeuwen de weg in een weg naar het oosten, de huidige Oude Baan (naar Tienen) en een oostzuidoostelijke weg. In de richting van deze laatste weg lag een Romeinse villa aan de Herpendaalbeek, bij het huidige waterwinningsgebouw van het zuiveringsstation aan het Sint-Kamillusinstituut. Deze liep eerst voorbij aan de huidige Heiliggeesthoeve waar zich een Romaanse kapel uit de 11e E bevindt. Ervanuitgaand dat de heirbaan deze richting uitliep, naam die vervolgens een bocht naar Lovenjoel om zo via Butsel (Boutersem), waar de ligging van de heirbaan gevisualiseerd is aan de hand van een digitale reliëfscan, zijn weg verder te zetten naar de vicus van Tienen. Ongeveer 70 m ten noordoosten van het huidige brugje op het pad over de Velpe kruiste vroeger de heirbaan Elewijt-Leuven-Tienen-Tongeren dit beekje. De teruggevonden Romeinse voorwerpen duiden op menselijke aanwezigheid in deze periode. Archeologen ontdekten dat de kasteelsite vanaf de middeleeuwen ook echt permanent bewoond werd. Het wegje tussen de kasteelsite en de kerk was vroeger één van de toegangswegen naar het kasteeldomein. De oude motheuvel is, zij het afgevlakt, in het landschap zichtbaar. Einde middeleeuwen stond hier een burcht. Na de vernieling in 1635 werd hier een residentieel kasteel gebouwd met een apart gelegen donjon van 11 x 11m. Langs het kasteel lag het neerhof. Na de Franse revolutie kwam de kasteelsite volledig in verval en wordt rond 1800 volledig afgebroken.
Tussen Elewijt en Tienen is het door ons gekozen tracé gekozen in teken van archeologische opgravingen, vastgestelde Romeinse bedrijvigheid (secundaire heirbanen, nederzettingen, aardewerk, ...) en wegen op oude kaarten. Het hier vermoedelijke, maar niet te garanderen Romeinse tracé (Elewijt, Lelle, Nederokkerzeel, Veltem-Beisem, Winksele) loopt geregeld over onverharde paden en wegen die bij slecht weer een modderige bedoening kunnen zijn. Zo loopt in het verlengde van een bij Archeologisch onderzoek vrijgelegd stuk heirbaan een pad door het Hellebos naar Lelle waar resten zijn teruggevonden die verwijzen naar een kleine Gallo-Romeinse nederzetting. Vanuit Veltem-Beisem liep een heirbaan over Winksele naar Leuven. Verondersteld wordt dat deze Leuven plusminus binnen kwam via de huidige Brusselsestraat. Op oude stadsplannen van Leuven is aan te nemen dat wanneer we de rechtlijnigheid van de Romeinse heirbanen respecteren en er ook van uitgaan dat bestaande Romeinse wegen in de middeleeuwen opgenomen werden in het bestaande wegennetwerk, onze heirbaan Leuven langs de Tiensepoort verliet. Na deze Tiensepoort splitste in de middeleeuwen de weg in een weg naar het oosten, de huidige Oude Baan (naar Tienen) en een oostzuidoostelijke weg. In de richting van deze laatste weg lag een Romeinse villa aan de Herpendaalbeek, bij het huidige waterwinningsgebouw van het zuiveringsstation aan het Sint-Kamillusinstituut. Deze liep eerst voorbij aan de huidige Heiliggeesthoeve waar zich een Romaanse kapel uit de 11e E bevindt. Ervanuitgaand dat de heirbaan deze richting uitliep, naam die vervolgens een bocht naar Lovenjoel om zo via Butsel (Boutersem), waar de ligging van de heirbaan gevisualiseerd is aan de hand van een digitale reliëfscan, zijn weg verder te zetten naar de vicus van Tienen. Ongeveer 70 m ten noordoosten van het huidige brugje op het pad over de Velpe kruiste vroeger de heirbaan Elewijt-Leuven-Tienen-Tongeren dit beekje. De teruggevonden Romeinse voorwerpen duiden op menselijke aanwezigheid in deze periode. Archeologen ontdekten dat de kasteelsite vanaf de middeleeuwen ook echt permanent bewoond werd. Het wegje tussen de kasteelsite en de kerk was vroeger één van de toegangswegen naar het kasteeldomein. De oude motheuvel is, zij het afgevlakt, in het landschap zichtbaar. Einde middeleeuwen stond hier een burcht. Na de vernieling in 1635 werd hier een residentieel kasteel gebouwd met een apart gelegen donjon van 11 x 11m. Langs het kasteel lag het neerhof. Na de Franse revolutie kwam de kasteelsite volledig in verval en wordt rond 1800 volledig afgebroken.
Vicus van Tienen
Het museum het Toreke aan de Grote Markt van Tienen stelt de vondsten tentoon van de archeologische site van het Grijpenveld in Tienen. De tentoonstelling ‘Doodgewoon’ bezoeken is samengesteld uit twee luiken: 'Rituelen van dood' en 'Rituelen van leven'. In het eerste luik van de opstelling 'Rituelen van dood', kan de bezoeker de magische wereld van de dodenrituelen in de Romeinse tijd ontdekken. Uniek is dat zij voornamelijk de geloofswereld van de Gallo-Romeinse samenleving belicht. Blikvanger van de tentoonstelling is de levensgrote reconstructie van de grafkamer van het recent ontdekte tumulusgraf van Grijpen. Het tweede luik van de tentoonstelling, 'Rituelen van leven', biedt een uniek inzicht op de gevoelens van de mensen die 2000 jaar geleden hier leefden. Uit het onderzoek van offerkuilen kreeg men inzicht over de beweegredenen van het offer. Blikvanger van dit tweede luik van de tentoonstelling is de Mithrastempel. De tempel bevatte enkele specifieke voorwerpen: een uniek slangenvat met daarin een buis met aan het uiteinde een slangenkop. Onderzoek toonde aan dat de slang vloeistof uitspuwt als de inhoud van het vat aan de kook wordt gebracht. Uniek is het deksel met de afbeelding van een slang, een beker en een leeuw, de symbolengroep van de Mithrascultus. Dit deksel in aardewerk is van Tiense makelij. Een beker in loodglazuur draagt in een medaillon de buste van Mithras met Perzische muts. De Mithrastempel situeerden archeologen op het industrieterrein achter het huidige treinstation. Aan de voorkant van het station op de hoek van de Spikdorenstraat en de Zijdelingsestraat bevond zich een thermengebouw. De Gallo-Romeinse vicus kende een bloeiperiode van de 1e tot de 3e E. In de wijk Grimde, aan de rand van Tienen, ligt de site 3 Tommen. Hier staan 3 Romeinse tumuli naast elkaar en staat een brede kasseienstrook representatief voor de oude heirbaan die hier door een begrafenissite liep aan de buitenrand van de vicus.
Het museum het Toreke aan de Grote Markt van Tienen stelt de vondsten tentoon van de archeologische site van het Grijpenveld in Tienen. De tentoonstelling ‘Doodgewoon’ bezoeken is samengesteld uit twee luiken: 'Rituelen van dood' en 'Rituelen van leven'. In het eerste luik van de opstelling 'Rituelen van dood', kan de bezoeker de magische wereld van de dodenrituelen in de Romeinse tijd ontdekken. Uniek is dat zij voornamelijk de geloofswereld van de Gallo-Romeinse samenleving belicht. Blikvanger van de tentoonstelling is de levensgrote reconstructie van de grafkamer van het recent ontdekte tumulusgraf van Grijpen. Het tweede luik van de tentoonstelling, 'Rituelen van leven', biedt een uniek inzicht op de gevoelens van de mensen die 2000 jaar geleden hier leefden. Uit het onderzoek van offerkuilen kreeg men inzicht over de beweegredenen van het offer. Blikvanger van dit tweede luik van de tentoonstelling is de Mithrastempel. De tempel bevatte enkele specifieke voorwerpen: een uniek slangenvat met daarin een buis met aan het uiteinde een slangenkop. Onderzoek toonde aan dat de slang vloeistof uitspuwt als de inhoud van het vat aan de kook wordt gebracht. Uniek is het deksel met de afbeelding van een slang, een beker en een leeuw, de symbolengroep van de Mithrascultus. Dit deksel in aardewerk is van Tiense makelij. Een beker in loodglazuur draagt in een medaillon de buste van Mithras met Perzische muts. De Mithrastempel situeerden archeologen op het industrieterrein achter het huidige treinstation. Aan de voorkant van het station op de hoek van de Spikdorenstraat en de Zijdelingsestraat bevond zich een thermengebouw. De Gallo-Romeinse vicus kende een bloeiperiode van de 1e tot de 3e E. In de wijk Grimde, aan de rand van Tienen, ligt de site 3 Tommen. Hier staan 3 Romeinse tumuli naast elkaar en staat een brede kasseienstrook representatief voor de oude heirbaan die hier door een begrafenissite liep aan de buitenrand van de vicus.
Atuatuca Tungrorum
Tussen Tienen en Tongeren is het tracé van de heirbaan voor een groot deel bewaard gebleventegenwoordig in gebruik als betonnen verkavelingswegen. Het 26 km lange traject over de heirbaan van de ‘DronePort’ in Brustem tot Tongeren met meerdere kastelen galgenberg, zwevend kapelletje, site Helshoven kapel, heks Tjenne, Tjenneboom, archeologische site Romeinse villa, 4 Romeinse tumuli, Romeins aquaduct, Romeinse muur en Romeinse tempel is één langgerekte cultuurarcheologische fietsbelevenis. Een traject dat een extra beleving krijgt tijdens de bloesemperiode.
In Atuatuca Tungrorum (Tongeren) verwijzen de eerste Romeinse sporen naar het laatste kwart van de 1e E v. Chr. De nederzetting vertoonde een enigszins militair karakter door de aanwezigheid van een aarden wal met houten palissade en een beschermende, typische spitsgracht. Rechthoekige houten barakken verzorgden de huisvesting. Aan de westkant van Tongeren vind je over 1,5 km restanten terug van de Romeinse muur en zijn torens. Achter de Romeinse muur waar het Romeinse aquaduct de stad binnenkwam is een Romeinse tempelsite herrezen in een modern concept. Verdere hoogtepunten van het Romeinse Tongeren zijn het standbeeld van Ambiorix op de markt, het Europees bekroonde Gallo-Romeins museum en de archeologische site van het Teseum met restanten van de Romeinse stad onder de basiliek en het Vrijthof.
Tussen Tienen en Tongeren is het tracé van de heirbaan voor een groot deel bewaard gebleventegenwoordig in gebruik als betonnen verkavelingswegen. Het 26 km lange traject over de heirbaan van de ‘DronePort’ in Brustem tot Tongeren met meerdere kastelen galgenberg, zwevend kapelletje, site Helshoven kapel, heks Tjenne, Tjenneboom, archeologische site Romeinse villa, 4 Romeinse tumuli, Romeins aquaduct, Romeinse muur en Romeinse tempel is één langgerekte cultuurarcheologische fietsbelevenis. Een traject dat een extra beleving krijgt tijdens de bloesemperiode.
In Atuatuca Tungrorum (Tongeren) verwijzen de eerste Romeinse sporen naar het laatste kwart van de 1e E v. Chr. De nederzetting vertoonde een enigszins militair karakter door de aanwezigheid van een aarden wal met houten palissade en een beschermende, typische spitsgracht. Rechthoekige houten barakken verzorgden de huisvesting. Aan de westkant van Tongeren vind je over 1,5 km restanten terug van de Romeinse muur en zijn torens. Achter de Romeinse muur waar het Romeinse aquaduct de stad binnenkwam is een Romeinse tempelsite herrezen in een modern concept. Verdere hoogtepunten van het Romeinse Tongeren zijn het standbeeld van Ambiorix op de markt, het Europees bekroonde Gallo-Romeins museum en de archeologische site van het Teseum met restanten van de Romeinse stad onder de basiliek en het Vrijthof.
Praktisch:
STARTPLAATS: Tongeren
AFSTAND: 430 km
ETAPPES: https://guysfietsroutes.weebly.com/viae-romanae-belgicae.html
GPS-TRACKS: https://guysfietsroutes.weebly.com/viae-romanae-belgicae.html
EXTRA PRAKTISCHE INFO: https://guysfietsroutes.weebly.com/viae-romanae-belgicae.html
STARTPLAATS: Tongeren
AFSTAND: 430 km
ETAPPES: https://guysfietsroutes.weebly.com/viae-romanae-belgicae.html
GPS-TRACKS: https://guysfietsroutes.weebly.com/viae-romanae-belgicae.html
EXTRA PRAKTISCHE INFO: https://guysfietsroutes.weebly.com/viae-romanae-belgicae.html